Herstel CDA mogelijk, zij het beperkt
Het is een bekend psychologisch mechanisme: mensen betrekken gebeurtenissen om zich heen doorgaans te sterk op zichzelf. „Huh? De buurman groet me niet! Zou hij boos op me zijn?” Terwijl de buurman problemen heeft op zijn werk. Of ruzie met zijn vrouw.
Iets vergelijkbaars gebeurt soms in de politiek. Het CDA verloor de laatste Kamerverkiezingen. De direct opkomende vraag: „Wat hebben wíj fout gedaan? Wat is er mis met óns programma?”
Let wel: dit aan de orde stellen is niet verkeerd. Niets is voor een politieke partij zo belangrijk als de koers. Maar er kan in zo’n interne partijdiscussie gemakkelijk iets onevenwichtigs sluipen. Alsof goede of slechte verkiezingsuitslagen één op één verband houden met de kracht en de kwaliteit van een programma.
Een verkiezingsoverwinning valt meestal te verklaren uit een aansprekend programma, een leider die dat goed verwoordt en een specifieke context waarin beide zaken optimaal tot hun recht komen.
Won Balkenende in 2002 de verkiezingen doordat het CDA zich in de oppositiejaren zo zorgvuldig was gaan herbronnen? Natuurlijk niet. Haalde zijn partij 43 zetels omdat ”JP” zo’n flitstende lijsttrekker was? Dat evenmin. De belangrijkste verklaring is dat de kiezers door de aanslag op de Twin Towers en de moord op Fortuyn bang en onzeker waren geworden, en dat het CDA –met deze door en door fatsoenlijke Balkenende aan het roer– op dat moment een veilige vluchtheuvel leek.
Als de tijdsomstandigheden zó belangrijk zijn voor een overwinning, dan zijn ze het ook voor een nederlaag. Toegegeven, het was in 2010 van grote betekenis dat het CDA de kardinale fout maakte Balkenende, wiens houdbaarheidsdatum verstreken was, opnieuw tot lijsttrekker te bombarderen. En zijn verkiezingsprogramma was niet al te boeiend. Maar daarbij kwamen nog diverse omstandigheden waarop het CDA weinig of geen greep had.
Een daarvan is de onstuitbare opkomst van de PVV. Slaagde het CDA er decennialang in door een niet al te krachtig profiel zeer uiteenlopende groepen kiezers aan zich te binden (boeren én stedelingen, tegen de VVD aanschurkende liberalen én idealistische, de PvdA links passerende wereldverbeteraars, gereformeerdebonders én mensen die nooit meer een kerk vanbinnen zagen); die rol is, voor een deel althans, overgenomen door de PVV. Met zijn hybride programma van rechtse én linkse elementen doet Wilders wat het CDA ook jarenlang deed: kiezers trekken uit allerlei segmenten van de samenleving. En, getuige zijn opmars in Brabant en Limburg, waar hij het CDA van de troon stootte, met succes.
Toch is het niet uitgesloten dat de partij van Peetoom nog een comeback maakt. Dat is in het verleden immers al meer gebeurd? Geen partij is zo vaak doodverklaard als het CDA. Toen KVP, ARP en CHU eind jaren zeventig fuseerden, was dat volgens staatsrechtsgeleerde Van den Berg „om te sterven in elkaars armen.” De drie partijen waren „oude olifanten, op weg naar hun laatste rustplaats.” Maar daarna haalde Lubbers nog wel 54 Kamerzetels! Ook na het dramatische verlies van 1994 dachten velen dat het uit was met de Nederlandse christendemocratie, niet wetend dat de partij nog geen tien jaar later onder Balkenende drie keer achter elkaar de grootste zou worden.
Toch zullen de oude tijden nooit weerom komen. Door het razendsnelle tempo waarin Nederland seculariseert, is er op de kiezersmarkt steeds minder ruimte voor christelijke partijen, zelfs niet als ze slechts een vaag christelijke nestgeur bij zich dragen. Het zetelaantal van het CDA kende de achterliggende decennia pieken en dalen. Maar de trend is duidelijk: de pieken werden steeds lager, de dalen steeds dieper.
Zeker, het CDA kan opnieuw terugkomen. Als het een lijsttrekker vindt die zich kan meten met Rutte en Pechtold. Als het een programma schrijft dat aansluiting vindt bij allen die de nagalm van het kerkorgel nog in hun hoofd horen klinken. In die optimale omstandigheden behoort een score van zo’n dertig zetels tot de mogelijkheden. En in het huidige tijdgewricht kan zo’n omvang een partij zelfs tot de grootste maken!
Maar daar bovenuit zal het CDA anno 2012 hoogstwaarschijnlijk niet meer stijgen. Of het ’t nu met een links of een rechts programma probeert. En of het nu wel of geen ”compassie” toont.