VS sturen marineschepen naar Liberia
President Bush heeft vrijdag Amerikaanse marineschepen naar de kust van Liberia gestuurd. De schepen moeten de eventuele komst van een West-Afrikaanse vredesmacht ondersteunen, zo maakte het Witte Huis bekend.
De VS zullen een eenheid met „geschikte militaire slagkracht” inzetten. De rol van de militairen zal beperkt zijn in tijd en bereik, aldus de verklaring. Bush herhaalde vrijdagmiddag op een persconferentie nog eens dat de president van Liberia, Charles Taylor, moet opstappen.
De vredesmacht zelf zal bestaan uit militairen van de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Ecowas). Dit samenwerkingsverband besluit maandag vrijwel zeker militairen naar het door oorlog verscheurde Liberia te sturen.
West-Afrikaanse leiders hebben toegezegd dat binnen een week een eerste eenheid van een internationale vredesmacht in het door burgeroorlog geteisterde Liberia zal zijn. Liberianen vrezen dat die tijdspanne te lang is om een enorm bloedbad te voorkomen. Vrijdag werd de hoofdstad Monrovia opnieuw zwaar bestookt met mortiervuur.
Volgens het persbureau Associated Press vielen er vrijdag ten minste twaalf doden door het mortiervuur en meer dan honderd gewonden.
De afgevaardigde van de Verenigde Naties in Liberia, Jacques Klein, betwijfelt of het de troepenmacht, zo’n 1300 Nigeriaanse soldaten, lukt om binnen zeven dagen in Liberia te zijn. Hij deed donderdagavond een oproep voor meer hulp, ook van Amerikaanse kant. De Verenigde Staten hebben 10 miljoen dollar toegezegd, maar nog steeds geen beslissing genomen over deelname aan een vredesmacht.
De chaos is, vooral in Monrovia, enorm. De mortieraanval van vrijdag was de zwaarste sinds de gevechten vorige week werden hervat. Een twintigtal mortiergranaten sloeg in op de straten rond de Amerikaanse ambassade. Vorige week werd de ambassade door twee granaten geraakt. Enkele tientallen Amerikaanse mariniers beschermen daarom nu de ambassade en andere sleutelposities in Monrovia.
Twee granaten vernietigden het gebouw van Radio Veritas, een katholieke radiozender, die zich de afgelopen jaren kritisch opstelde tegenover president Charles Taylor.
Tienduizenden inwoners zijn op de vlucht geslagen voor de gevechten tussen het regeringsleger en de rebellen die president Taylor ten val willen brengen. De vluchtelingen verblijven in scholen, een sportstadion en andere openbare gebouwen. Er dreigen enorme tekorten aan drinkwater en voedsel. De vechtende partijen beschuldigen elkaar ervan de overbevolkte hoofdstad te bombarderen.
„In één week zullen onze broers en zussen in groten getale sterven”, zegt de 25-jarige Prince Dorboryan in een geïmproviseerd vluchtelingenkamp bij Monrovia, de stad die sinds zaterdag zwaar onder vuur ligt van rebellen. „Een week is een heel, heel lange tijd”, zegt Joshua Russell, die voor zijn twee kleine broertjes en een zusje zorgt omdat zij in de chaos hun ouders zijn kwijtgeraakt. „Liberia verkeert in totale anarchie, en iedereen leunt rustig achterover.”
Ministers van Buitenlandse Zaken van West-Afrikaanse staten die in Senegal bijeen waren om de situatie in Liberia te bespreken, beloofden eerder deze week een internationale vredesmacht te sturen, bestaande uit in eerste instantie 1300 Nigeriaanse en uiteindelijk in totaal 3250 militairen. Donderdag planden zij samen met vertegenwoordigers van de VN en de VS op een bijeenkomst in Sierra Leone het verloop van de uitzending van de eerste Nigeriaanse eenheid. Die moet binnen een week plaatsvinden, zei Mohamed Ibn Chambas, de secretaris van het West-Afrikaanse samenwerkingsverband Ecowas. „Zoals u weet, hebben we al te veel tijd verloren.”
De vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, UNHCR, maakt zich ernstig zorgen over het lot van zo’n 15.000 vluchtelingen uit Sierra Leone die in kampen rondom de Liberiaanse hoofdstad Monrovia zaten voordat daar de gevechten uitbraken.
De meeste Sierraleoners in de kampen zijn gevlucht voor de burgeroorlog die van 1996 tot 2001 in hun eigen land heeft gewoed. Nadat die oorlog was beëindigd, trof het UNHCR maatregelen om de Sierraleoners naar hun land terug te brengen. Er werd een schip gecharterd, maar intussen wakkerde de strijd in Liberia weer aan. Na vier overtochten, waarin 1250 personen werden gerepatrieerd, moest de verbinding worden gestaakt omdat het schip, de Overbeck, niet meer veilig in Monrovia kon aanleggen. UNHCR-woordvoerder Ron Redmond zei dat de Overbeck weer gaat varen zodra de veiligheidssituatie het toelaat.
Redmond zei dat ongeveer 600 Sierraleoners -plus 160 Liberianen en andere West-Afrikanen- op het erf van het UNHCR-gebouw in Monrovia bivakkeren. Hoewel het terrein enkele malen onder vuur is gekomen is er tot nu toe niemand gewond geraakt.
Ruud Lubbers, de hoge commissaris voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties, riep vrijdag landen op uitgeprocedeerde Liberiaanse asielzoekers de komende zes maanden niet naar hun land terug te sturen, wegens de gevaarlijke situatie.
De hoge commissaris riep opnieuw op onmiddellijk een internationale vredesmacht naar het Afrikaanse land te sturen. Enkele maanden geleden riep Lubbers de Liberiaanse president Charles Taylor al op af te treden.