Tussen 24 december 2011 en 3 januari 2012 werden 670 vuurwerkslachtoffers behandeld op een Spoedeisende Hulpafdeling (SEH) van een ziekenhuis. Dat is 5 procent minder dan bij de vorige jaarwisseling. Bovendien waren er ditmaal geen doden te betreuren als gevolg van vuurwerkletsel.

De daling van het aantal vuurwerkslachtoffers over de afgelopen 4 jaar is zelfs 40 procent.

Ondanks de daling zijn de cijfers „nog steeds ernstig”, waarschuwt woordvoerder Cees Meijer. Van alle vuurwerkslachtoffers moest 14 procent in een ziekenhuis worden opgenomen. Bijna een kwart van de slachtoffers had serieus letsel aan het gezicht.

Tussen de 200 en 300 slachtoffers hadden serieus oogletsel. Dit correspondeert met de boodschap van het Oogziekenhuis Rotterdam, dat na de jaarwisseling de noodklok luidde over het hoge aantal slachtoffers dat als gevolg van het vuurwerk moest worden behandeld.

Bijna de helft van de slachtoffers is gewond geraakt door andermans vuurwerk. Van 20 procent van de slachtoffers is bekend dat zwaar professioneel vuurwerk en zelfgemaakte vuurwerkbommen het letsel hebben veroorzaakt, maar dit percentage ligt vermoedelijk hoger. Bijna 60 procent van de slachtoffers is tussen de 10 en 30 jaar oud.

De stichting Consument en Veiligheid pleit ervoor het afsteken van zwaar professioneel vuurwerk op alle fronten te ontmoedigen en mogelijk zelfs op Europees niveau aan te pakken. „Niet alleen omdat dit vuurwerk de ernstige slachtoffers maakt”, stelt woordvoerder Cees Meijer. „Maar ook omdat deze projectielen enorm veel overlast en schade voor heel veel meer mensen veroorzaken.”

De burgemeester van de vier grote steden meldden eerder deze week te gaan kijken of er alternatieven voor de vuurwerktraditie mogelijk zijn.