„Kapitein als laatste weg, is erezaak”
ROME – De mores op zee schrijven voor dat de kapitein als laatste het zinkend schip verlaat. Maar is die regel wel realistisch?
Welke zeeman op welke wereldzee je die vraag ook voorlegt, het antwoord is luid en duidelijk: ja. „Dat de kapitein als laatste gaat, is een erezaak. In dit vak nemen we met niets minder genoegen”, zegt Jörgen Loren, voorzitter van de Zweedse Bond van Zeeofficieren, beslist.
Zeelieden hebben alom woedend gereageerd op het „beschamende” optreden van Francesco Schettino, de kapitein van het cruiseschip Costa Concordia, dat vorige week vrijdag voor de kust van het Italiaanse Toscane kapseisde. Schettino wordt vervolgd voor doodslag, het veroorzaken van een schipbreuk en het voortijdig verlaten van zijn schip. Onder de Italiaanse wet kan hem alleen al voor dat laatste misdrijf twaalf jaar gevangenisstraf worden opgelegd.
Het internationaal zeerecht gebiedt volgens deskundigen niet dat een gezagvoerder zijn schip pas verlaat als de toestand hopeloos is. Maar voor het gros van de zeelieden is dat een ongeschreven regel.
De Costa Concordia liep vorige week vrijdagavond op de klippen na een ongeoorloofde manoeuvre van de kapitein. Een telefoongesprek van Schettino met de Italiaanse kustwacht duidt erop dat de kapitein een veilig heenkomen had gezocht voordat zijn passagiers van boord waren. Hij weigerde terug te keren. Schettino heeft meermalen verklaard dat hij niet de benen wilde nemen, maar in een reddingsvlot was terechtgekomen omdat hij was gestruikeld en in het water gevallen. Hij werd gisteren uit de gevangenis vrijgelaten en onder huisarrest geplaatst.
Het handelen van Schettino steekt schril af bij dat van tal van vermaarde voorgangers. De beroemdste onder hen is ongetwijfeld Titanickapitein E. J. Smith. Smith stouwde zo veel mogelijk passagiers van het op een ijsberg gelopen reuzenschip in reddingsboten, tot alle plaatsen waren vergeven. Hij ging vervolgens mét zijn schip ten onder.
Minder moedig was de kapitein van het luxueuze Griekse passagiersschip Oceanos, dat in 1991 in ruwe zee voor de Zuid-Afrikaanse kust verging. De 402 passagiers en 179 bemanningsleden overleefden de schipbreuk, maar dat was niet aan Yiannis Avranas te danken. Hij ontvluchtte het zinkende schip voordat alle opvarenden van boord waren. Een goochelaar die tijdens de reis zou optreden, posteerde zich op de verlaten brug en hield de verzending van noodsignalen gaande. Een collega-entertainer speelde ondertussen liedjes op zijn gitaar en suste zo de paniek, tot aan de einder de redders verschenen.
Avranas was zich naderhand van geen kwaad bewust. „Als ik gelast het schip te ontruimen, maakt het niet uit wanneer ik van boord ga. Dat bevel geldt voor iedereen. Als sommige mensen liever blijven, dan kan dat.” Een Griekse onderzoekscommissie oordeelde later dat de kapitein tijdens de scheepsramp wel degelijk in gebreke was gebleven.