Uitstel voor pensioenfondsen kán nog leiden tot afstel
DEN HAAG – Ambtenarenpensioenfonds ABP en de fondsen in de metaalsector PME en PMT gaan volgend jaar mogelijk korten op pensioenen. Vijf vragen.
Hebben we die geluiden niet eerder gehoord?
Klopt. Eigenlijk rommelt het al sinds 2008 in de sector. Het uitbreken van de kredietcrisis raakte de pensioenfondsen midscheeps, onder meer doordat beurskoersen verdampten. In zogenoemde herstelplannen moesten de fondsen in 2009 aangeven hoe ze weer boven een dekkingsgraad van 105 procent (de minimumeis van De Nederlandsche Bank) dachten uit te komen. Aanvankelijk hadden de fondsen daarvoor drie jaar de tijd, maar dat is later opgerekt tot vijf jaar. Langzaam maar zeker lijkt echter duidelijk dat uitstel niet zal leiden tot afstel van harde maatregelen, zoals premieverhoging of het korten op de uitkeringen.
Maar de fondsen hebben meer geld in kas dan ooit?
Ook dat klopt. Maar door de vergrijzing en de almaar stijgende levensverwachting zal er in de komende jaren óók veel meer geld moeten worden uitgekeerd dan ooit. En terwijl de beleggingsresultaten van veel fondsen best meevallen is het vooral de sterke val van de rente die ze nekt. Op basis van die rente wordt bepaald hoeveel geld de fondsen nu al moeten reserveren voor de dekking van toekomstige verplichtingen. Hoe lager de rente is, hoe hoger die reserves moeten zijn. Omdat de rente op dit moment historisch laag staat, kwam DNB de fondsen tegemoet door ze te laten rekenen met een gemiddelde rente over de laatste drie maanden van 2011. Ook maximeerde DNB een mogelijke pensioenkorting tot 7 procent.
Hoe groot is de schade voor pensioendeelnemers?
PME, PMT en ABP hebben gezamenlijk bijna 5 miljoen deelnemers, wat niet wil zeggen dat er ook 5 miljoen personen worden getroffen, omdat verschillende burgers (bijvoorbeeld door te wisselen van baan) in verschillende fondsen deelnemen. PMT en PME denken bij ongewijzigde omstandigheden circa 6 procent op de pensioenen te moeten korten, ABP 0,5 procent. Omdat de gemiddelde Nederlander voor zijn pensioen voor de helft van AOW afhankelijk is, komt dit voor PMT en PME neer op een inkomensteruggang voor pensioendeelnemers van 3 procent. Voor iemand met een gemiddeld pensioen betekent de korting 600 euro minder inkomen op jaarbasis, ofwel 50 euro per maand. Daarbij komt wel dat veel pensioenen al jaren niet zijn gecorrigeerd voor de inflatie. Ook werknemers worden geraakt: zij bouwen minder pensioen op, maar hebben in tegenstelling tot gepensioneerden meer tijd om daarop in te spelen plus de hoop op verbetering van de situatie.
En de andere fondsen?
Vandaag maakten alleen de vijf grootste pensioenfondsen hun cijfers bekend. Kleinere fondsen zullen dat pas in de komende weken doen. Wel stelde DNB onlangs al te verwachten dat van de 450 Nederlandse pensioenfondsen er mogelijk 125 in 2013 zullen moeten korten op de pensioenen.
Is die korting nu dus zeker?
Als de marktomstandigheden dit jaar niet verbeteren zullen de fondsen de kortingen toepassen. Maar het kan nog vriezen of dooien. Bij verslechterende omstandigheden kunnen de kortingen wellicht hoger uitpakken. Maar bij een aantrekkende rentestand en stijgende beleggingsresultaten bestaat de mogelijkheid dat er helemaal niet gekort hoeft te worden. Ook een snellere hantering van de regels uit het nieuwe pensioenstelsel (dat ingaat in 2014) kan nog van invloed zijn op de vraag of er moet worden gekort. Volgens critici kunnen de fondsen zich met de nieuwe regels makkelijker ‘rijk rekenen’, waardoor van al het uitstel dan mogelijk tóch nog afstel komt.
Lees ook: ABP: Premies omhoog, korten reële optie