Gereformeerde frambozen
Deze bijdrage is een aanvulling op de vorige over de ambtstermijn van prof. Wisse in Middelburg. Wisse kwam in de Zeeuwse hoofdstad nadat de bezetting door de Duitsers was voltooid en het maatschappelijk leven weer enigszins zijn loop had hernomen.
Hoe vreemd het ook moge klinken, de inkomenspositie van groenten- en fruittelers, die in de jaren dertig als gevolg van de crisis crepeerden, verbeterde als gevolg van de oorlog en de bezetting aanzienlijk. De Duitsers benoemden commissionairs die beslag legden op de beste producten, voor uitvoer naar Duitsland en als voeding voor de op Walcheren gestationeerde bezettingstroepen. Rechtstreekse levering aan groentehandelaren was streng verboden. Alles moest via de groenteveiling, waar de Duitsers eerste keuze hadden.
Mijn vader heeft zich aan dit voorschrift nauwelijks iets gelegen laten liggen. In de donkere avonduren kwamen Middelburgse groentehandelaren hun wagens volladen en overdag vond op onze tuinderij verkoop aan individuele burgers plaats, onder wie dr. N. J. Hommes, gereformeerd predikant in Middelburg, die er geen moeite mee had om uit een christelijke gereformeerde ruif te eten.
En op zijn tochten naar onze tuinderij kruiste prof. G. Wisse, op de fiets naar onze woning, nogal eens zijn weg. Het enige wat die twee dienaren der kerk gemeen hadden was de begeerte naar een vers product van het land. Echt niets meer… Hommes heeft drie jaar achtereen op Wisse tegen gehad dat hij op die afgescheiden kansel van de Gasthuiskerk te weinig positie koos tegen de bezetter.
Wisse bezocht ook met enige regelmaat mijn schoonouders in hun woning aan de Oude Vlissingseweg in Middelburg, dikwijls in een combinatie van pastoraat en nuttiging van vruchten uit de tuin achter het huis. Die tuin liep zonder afscheiding over in de tuin van Jacobus Besuijen, een vooraanstaand ouderling van de gereformeerde kerk in Middelburg. Een respectabel man, maar vervuld van onbegrip voor het feit dat mijn schoonouders op enig moment het lidmaatschap van de Gereformeerde Kerken inwisselden voor dat van de Christelijke Gereformeerde Kerken.
Op een zekere dag kwam prof. Wisse op bezoek bij mijn schoonmoeder. Hij liep door de tuin zonder afscheiding naar de naastgelegen tuin en nam de vrijheid om gretig te proeven van de „gereformeerde” frambozen. Mijn schoonmoeder sloeg alarm en riep Wisse terug. Zijne eerwaarde verontschuldigde zich voor zijn pluk, maar beriep zich wat de plek van de nuttiging van enkele frambozen betreft op het ontbreken van een afrastering tussen de tuinen.
Mijn schoonmoeder heeft mij toevertrouwd het als een zegen te hebben ervaren dat de gereformeerde buurman op het moment suprême afwezig was. Toen later het gereformeerde suprematiegevoel enigszins begon te tanen heeft zij het de buurman verteld. Die er met zijn onafscheidelijke sigaar in de mond hartelijk om heeft gelachen.