De aanval op het internationale reisgezelschap vond plaats in de vroege uren van dinsdag in de onherbergzame noordelijke regio Afar. De doden zijn twee Duitsers, twee Hongaren en een Oostenrijker, aldus gegevens van politieorganisatie Interpol. Twee Duitsers zijn ontvoerd, net als een politieagent en een chauffeur uit Ethiopië.

De groep bestond volgens de autoriteiten uit 22 toeristen. Onder hen waren ook Amerikanen, Italianen en Belgen. Een paar toeristen zouden lichtgewond zijn geraakt. Enkele toeristen zijn volgens een verslaggever van het Franse persbureau AFP woensdag per vliegtuig aangekomen in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba.

De regio Afar staat bekend als een van de droogste, heetste en onherbergzaamste plekken op aarde. Jaarlijks bezoeken ongeveer 500 buitenlandse avonturiers het gebied, naast internationale hulpverleners en wetenschappers.

Het is onduidelijk wie de daders zijn. Volgens een Ethiopische regeringswoordvoerder zijn „terroristische groepen getraind en gewapend door de regering van Eritrea” verantwoordelijk. De daders zijn volgens hem inmiddels terug in Eritrea, een buurland van Ethiopië.

Eritrea spreekt elke betrokkenheid tegen. „Het is de gewoonte van Ethiopië geworden om Eritrea de schuld te geven van alles wat in Ethiopië gebeurt”, zei een vertegenwoordiger van de Eritrese regering.

Ethiopië en Eritrea zijn aartsrivalen. Ze voerden tussen 1998 en 2000 een bloedige grensoorlog.

In 2007 ontvoerden gewapende mannen vijf Europeanen en acht Ethiopiërs in Afar, waar ook bandieten actief zijn. Alle leden van de groep kwamen destijds binnen enkele weken vrij, volgens Groot-Brittannië mede dankzij de hulp van de regering van Eritrea.