Dink werd op 19 januari 2007 doodgeschoten bij zijn kantoor in Istanbul. Hij was bij nationalistische Turken omstreden, omdat hij de Turkse agressie tegen Armeniërs op het einde van de Eerste Wereldoorlog genocide noemde.

De verslagenheid en woede bij de familie Dink is groot. De moord is nu gekwalificeerd als een actie van individuen. Algemeen wordt echter aangenomen dat Ergenekon erachter zit. Dat is een schimmige groep ultranationalisten van onder andere bureaucraten en militairen die met alle mogelijke middelen de seculiere staat verdedigde en de regering van premier Recep Tayyip Erdogan ten val wilde brengen. De groepering is gekwalificeerd als terroristisch.

De banden tussen Ergenekon en de opdrachtgevers voor de moord op Dink zijn nooit aangetoond. De rechtszaak tegen de verdachten is de afgelopen vijf jaar voortdurend getraineerd. Er zijn documenten verdwenen en achtergehouden en sleutelfiguren zijn nooit ter verantwoording geroepen.

Fethiye Cetin, één van de advocaten van de familie Dink, zei in een verklaring: „Deze uitspraak betekent dat een traditie onaangetast blijft: de staatstraditie van politieke moorden.” De moordenaar, die 17 was toen hij Dink doodschoot, werd vorig jaar veroordeeld tot 23 jaar cel.