Marktwerking leidt niet tot betere en goedkopere zorg
De minister stelt ten onrechte dat de zorg door marktwerking goedkoper en beter wordt, stellen Wim J. M. Brunninkhuis en Frits B. Kaufmann.
Minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geeft zichzelf een groot brevet van onvermogen door stevig te bezuinigen op de huisartenszorg. Blijkbaar vergeet zij dat huisartsen met slechts 2,5 procent van het zorgbudget 95 procent van alle gezondheidsklachten afhandelen.
In absolute euro’s valt er dan ook weinig te halen. Dit maakt de financiële risico’s van systeemwijzigingen en hevige confrontaties met de huisartsen vele malen groter dan potentiële winst.
Marktwerking is echter heilig en commentaar of kritiek wordt genegeerd. Er moet volgens dit kabinet meer concurrentie komen in de eerste lijn. Meer zorgaanbieders dus, met de volstrekt onzinnige veronderstelling dat de zorg uiteindelijk goedkoper en beter wordt.
Absoluut dieptepunt in dit hele proces is de vraag van de minister aan de Nederlandse Zorgautoriteit om te onderzoeken wat de gevolgen zullen zijn van het loslaten van het inschrijftarief. Hiermee geeft zij aan helemaal niets te snappen van wat er zo belangrijk is aan de duurzame band tussen patiënt en huisarts. Het goed bijhouden van medische voorgeschiedenis en medicatiedossier, nu al een achilleshiel van goede medische zorg, komt dan helemaal op losse schroeven te staan.
Bij grote internationale vergelijkende onderzoeken scoort het Nederlandse zorgsysteem bijzonder goed. In het oog springend zijn de goede toegankelijkheid en betaalbaarheid. Landen als België en Duitsland kennen vrije toegankelijkheid, en daarmee gepaard gaande concurrentie tussen zorgverleners. Dit leidt tot veel overbodige diagnostiek en therapie, waardoor de landen meer geld uitgeven aan gezondheidszorg.
Hoogleraar macro-economie Sweder van Wijnbergen zegt dat de positie van de huisartsen ‘heilig’ zou moeten zijn. Ze moeten een grotere rol krijgen in de gezondheidszorg, want daardoor kunnen we echt besparen op de kosten. Dit stelt ook het Nederlands instituut voor onderzoek van de eerstelijnsgezondheidszorg: „Door zo veel mogelijk van de zorgvraag op te vangen vóór die in de dure tweede lijn terechtkomt, kunnen de stijgende kosten voor een deel in de hand worden gehouden.”
Hoewel dit nog steeds het uitgangspunt van het Nederlandse zorgsysteem is, wordt dit steeds vaker omzeild. De overheid laat dit allemaal gebeuren.
Op spoedeisendehulpposten komen bijvoorbeeld steeds meer ‘aanlopers’, van wie zo’n 80 procent door huisartsen veel goedkoper kan worden behandeld. Ambulances rijden steeds vaker voor niets, omdat mensen zelf een ziekenwagen hebben gebeld. Als gevolg van de ruime budgetten hoor je de ambulancebedrijven daarover nog niet klagen. Hoe anders zal dat worden als daarop bezuinigd wordt?
Nog een aantal voorbeelden van veranderingen die tot grote geldverspilling hebben geleid: De wijkverpleegster, die in nauwe samenwerking met de huisarts zelf indiceerde, werd vervangen door het zogeheten CIZ, een duur bureaucratisch apparaat, zonder daadwerkelijk sturende bevoegdheid, maar wel geldverslindend.
Met de diagnosebehandelcombinatie dwong de overheid de specialistische zorg tot een andere vorm van declareren. Dat zou zogenaamd transparantie opleveren. Invoering kostte volgens ingewijden zo’n 1,2 miljard en bracht alleen maar administratieve chaos. Over de negatieve gevolgen van het door de huidige minister ingezette rookbeleid hebben wij het dan nog niet eens gehad.
De overheid heeft de huisartsen verplicht steeds meer taken naar zich toe te halen. De huisartsen hebben zich ingespannen om dit goed uit te voeren; ze zijn vaak samen gaan zitten in gezondheidscentra. Ze hebben praktijkondersteuners somatiek en geestelijke gezondheidszorg in dienst genomen. Daardoor is veel werk weggehaald uit de ziekenhuizen en bij de ggz.
Het is logisch dat dit (veel) meer werk kost. Toch zijn in 2010 de kosten van de huisartsenzorg slechts met 2,4 procent gestegen. Het huisartsenbudget is net zo hoog als de beheerskosten van de zorgverzekeraars en zal in 2012 zelfs lager zijn dan de kosten voor tandheelkundige zorg.
Van de nieuwe minister kregen we echter te horen dat we te veel gedaan hebben en dus gekort worden. Als het de overheid niet aanstaat worden dus tussentijds de spelregels veranderd. Hoe onbetrouwbaar kun je zijn?
Veel artsen voelen zich door al deze zaken gefrustreerd. Ze raken gedemotiveerd, wat ertoe leidt dat veel van hen vroegtijdig met pensioen gaan. De overheid moet op kwaliteit durven sturen. Grenzen durven stellen aan te verstrekken zorg. Durven stoppen met griepvaccinaties en proberen oog te hebben voor de angst- en maakbaarheidscultuur die wij met elkaar creëren.
Als dat gebeurt, krijg je weer gemotiveerde artsen die zich gewaardeerd weten voor de hoge kwaliteit van zorg die in ons land geboden wordt. Die elkaar meer dan nu het geval is zullen aanspreken op hun beroepsmatig handelen, met besparingen als gevolg.
De auteurs zijn beiden huisarts te Drachten.