,,Meer tijd voor nuttige dingen”
Zeventien jaar zat hij bij Baan, maar nu is het tijd voor wat anders. Topman Laurens van der Tang denkt wel dat hij weer „zal opduiken” in de wereld van de softwaretechnologie, maar wil zich daarnaast ook „nuttig maken” op andere terreinen. „De zending bijvoorbeeld. Ik vind dat ik daar te weinig aan toe ben gekomen.”
Officieel vertrekt het gezicht van Baan per 1 augustus, maar vandaag is het eigenlijk zijn laatste werkdag. „Volgende week heb ik echt vakantie.” Eindelijk meer tijd voor zijn vrouw en zeven kinderen. „We blijven lekker thuis. De jongste is een paar weken oud. Dan ga je geen volksverhuizing beginnen.”
Het gezin is een van de hoofdargumenten voor Van der Tangs beslissing om zijn eerste en tot nu toe enige werkgever vaarwel te zeggen. Zeventien jaar bij het softwareconcern, waarvan de laatste drie jaar als topman, hebben hun tol geëist, vindt hij.
Begonnen de kinderen te klagen?
„Ze waren het gewend dat ik veel weg was, maar dat speelt wel mee ja. Ik heb deze week wat boodschapjes met ze kunnen doen. Ik realiseerde me dat ik daar veel te weinig aan ben toegekomen.” Verder liep Van der Tang al langer met het idee rond iets „nuttigs” te willen gaan doen. „Niet dat mijn werk niet nuttig is, maar Baan heeft een enorm beslag op me gelegd. Ik kan dingen moeilijk half doen, dus dan krijg je dat, zeker in mijn functie. Maar ik voelde me er soms wel schuldig over.”
Een sabbatical van een paar maanden moet duidelijkheid verschaffen over zijn toekomst. „Er zijn wat mensen die me al hebben benaderd, maar ik heb nog geen enkele beslissing genomen.” Er zijn geruchten als zou hij onderdak hebben gevonden bij het softwarebedrijf Watermark, waarin Jan Baan een belang heeft. „Pure speculaties.” De software-industrie heeft zijn hart, bekent hij. „Daar ligt ook mijn kennis en ervaring. Maar ik hoop wel een betere balans tussen werk en privé te vinden.”
Van der Tang is met zijn 38 jaar een van de oudgedienden bij Baan. Hij groeide op in Vlaardingen, bezocht de Guido de Brès-school in Rotterdam en studeerde -hoger distributieonderwijs- aan de heao in Arnhem. In 1986 nam oprichter Jan Baan hem in dienst, als medewerker van de serviceafdeling. Daarna kwam hij bij klanten over de vloer voor verkoop en implementatie van de Baan-software.
Vanaf 1991 was Van der Tang verantwoordelijk de softwareontwikkeling bij Baan. „Ik heb toen de naam gekregen van supertechneut die niet commercieel zou zijn, maar dat beeld klopt eigenlijk niet. Ik heb nooit één letter geprogrammeerd. En verkoop en marketing vind ik juist erg leuk.”
Ook het spelen van de eerste viool sinds de bijna-ondergang van Baan in 2000 is hem goed bevallen, al heeft een handvol reorganisaties met gedwongen ontslagen „veel gevergd. Vooral het laatste jaar was wat dat betreft heel taai.”
De overgang van Baan van het Britse Invensys naar SSA Global Technologies (SSA GT) is volgens Van der Tang ook een goed moment om om te zien naar een andere baan. „Baan belandt in een nieuwe fase. Het is goed dat iemand met frisse energie en ideeën die kar gaat trekken.”
Het gaat Baan nog steeds bepaald niet voor de wind. Het is niet zo dat u het zinkende schip verlaat?
„Integendeel. Door alle reorganisaties heeft Baan het fundament gelegd voor SSA GT. Er ligt een duidelijke strategie, de klanttevredenheid is mijlen verbeterd, we zijn goed georganiseerd en de volgende generatie producten ligt klaar. En we zijn nog steeds het grootste softwareproducerend bedrijf in Nederland, met een wereldwijde uitstraling.”
Aan de inhoud van „bergen e-mails” valt af te lezen dat Van der Tang van zijn mensen niet weg had gehoeven. „Ze vinden het heel erg jammer.” Veel Baan-medewerkers beschouwen hem als „een vriend en motivator.” Over de zogenoemde christelijke cultuur die Baan nog steeds kenmerkt, maakt hij zich geen grote zorgen. „De tijd zal het leren, maar bij de overnamegesprekken hebben de ondernemingsraad en ik duidelijke afspraken over die cultuur gemaakt. We hebben de verzekering gekregen dat die cultuur, waarbij te denken valt aan zondagsarbeid, wordt gerespecteerd.”
Van der Tang, zelf lid van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, was op dat punt altijd helder, evenals onder andere oprichter Jan Baan. Tot problemen hoeft zo’n opstelling ook niet te leiden, vindt hij. „Veel bedrijven hebben meestal begrip voor je standpunt, als je het maar op tijd duidelijk maakt”, zo zei hij drie jaar geleden in een interview.
De scheidende Baan-topman beschouwt het binnenhalen van de zogenoemde Boeing-order in 1994 als een hoogtepunt in zijn carrière. „Dat was de katalysator voor onze internationale doorbraak. Daarna konden we naar de beurs, wat weer een basis was voor de snelle groei.” De heibel rond Baan Company eind jaren negentig -met onder meer beschuldigingen van boekhoudkundige malversaties, kelderende beurskoersen, boze beleggers- zijn hem minder bevallen. „Maar toch hebben we daarna weer mooie dingen kunnen doen met Baan. Het was alleen jammer dat in de periode van ons herstel veel van onze klanten hun investeringen moesten terugschroeven.” Ook ging het met Invensys niet goed in die periode. Van der Tang is stellig van plan een punt te zetten achter Baan. „Op het uitvoerend vlak is dat het beste. Ik wil de nieuwe top niet in de weg lopen.” En toch lijkt het boek nog niet helemaal dicht. „Ik ben gevraagd om commissaris te worden. Dat heb ik in overweging genomen.”