Kerk & religie

Verwondering

Psalm 8:6

16 January 2012 10:48Gewijzigd op 14 November 2020 18:42

„Dat Gij zijner gedenkt en hem bezoekt?”

Neemt deze dingen waar, en let verstandig op de goedertierenheden des Heeren. Overleg en erken dat dit gedenken Gods aan u de eerste fontein is waaruit leven en zaligheid voor u vloeit. U zou er nu niet zijn en er niet gekomen zijn, als God niet aan u gedacht had. En nu u er bent, wat bent u een zwak, een ellendig mens, zondig en verdoemelijk!

Wat een goedheid Gods over u, dat Hij, daar Hij anderen bij miljoenen laat liggen en hen om hun zonden naar het eeuwig verderf zendt, aan u gedacht in Zijn eeuwige raad des vredes. Waarom werd u het Evangelie verkondigd? Waarom bent u geroepen? Vanwaar komt u dit, dat u Jezus kent en aanneemt? Dat u God zoekt en lust hebt om Zijn Naam te vrezen? Het is immers alles en alleen omdat de Heere van alle eeuwigheid in liefde aan u gedacht heeft, en u uitverkoren heeft om u zalig te maken.

Laat hieruit nu een heilige verwondering in uw stille overdenkingen rijzen, om met Hagar te zeggen: Heb ik ook hier gezien naar Die, Die mij aanziet? (Gen. 16:13); om met onze psalmist uit te roepen: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt?

W. à Brakel,
predikant te Rotterdam

(”Lof des Heeren op het genadeverbond”, Rotterdam 1689)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer