Opinie

Beloofde nieuwe wereld komt, op Gods tijd

Is de christelijke toekomstverwachting niet achterhaald door de voortgang van de geschiedenis?

Prof. dr. J. Hoek
14 January 2012 12:51Gewijzigd op 14 November 2020 18:42
Prof. dr. J. Hoek. Foto RD, Henk Visscher
Prof. dr. J. Hoek. Foto RD, Henk Visscher

We zijn een nieuwe jaarkring binnen­gegaan en schrijven 2012. Wie van de eerste christenen had ooit kunnen denken dat de wereld nog zo lang door zou draaien, terwijl toch door de komst van Jezus Christus het laatste der dagen was aangebroken. Al tegen het einde van de eerste eeuw werden christenen geconfronteerd met uitdagende vragen van sceptici over het uitblijven van de definitieve komst van het Koninkrijk Gods. „Waar blijft God nu met Zijn beloofde nieuwe hemel en aarde? God komt heus niet met Zijn gericht.”

In onze tijd verschijnen er veel publicaties waarin wordt betoogd dat de Bijbel vol staat met beloften en profetieën die nooit zijn vervuld en die ook nooit zullen uit­komen. Spraken profeten als Jesaja en Micha niet over een heerlijk vrederijk? Tekende Ezechiël niet in alle details een herbouwde tempel en een herschapen Dode Zee? Wat te denken van het boek Openbaring, met al die apocalyptische beelden van ontwikkelingen die zich spoedig zouden voltrekken? Dachten ook Jezus en Paulus zelf niet dat ze de jongste dag bij hun leven nog zouden meemaken? Telkens weer blijken ze het mis te hebben gehad en zijn ze met hun verwachtingen beschaamd uitgekomen.

Moeten we niet eerlijk toegeven dat de verwachting van een wederkomende Christus niet meer past binnen een eigentijds wereldbeeld? Ligt hier niet het gelijk van bijvoorbeeld H. J. de Jonge, emeritus hoogleraar Nieuwe Testament te Leiden, als hij stelt: „Hedendaags theologisch spreken heeft niet alleen het Bijbels getuigenis tot norm. Ook de menselijke situatie van heden is een criterium waaraan het zich heeft te houden”?

Zo wordt via radio en tv, via moderne literatuur en in de moderne theologie het zaad van de twijfel breeduit gezaaid. Ongemerkt sijpelt de twijfel door in onze harten en denken we: Als die spotters nu toch eens gelijk hebben, als het geloof nu toch eens één grote illusie blijkt te zijn? Het is toch ook zo dat er in de wereld van vandaag weinig te zien is van Gods regering?

Gesloten wereldbeeld

Bij deze indringende vragen is het goed om naar Petrus, de apostel van de hoop, te luisteren. In 2 Petrus 3 reikt hij vier argumenten aan tegenover de twijfel aan de vervulling van Gods beloften. In de eerste plaats stelt hij tegenover het gesloten wereldbeeld van de spotters het getuigenis van de geschiedenis. Zij beweren dat er nooit een bijzonder ingrijpen van God heeft plaatsgevonden en alles hetzelfde is gebleven vanaf de schepping aan tot nu toe, in een eindeloze kringloop. In werkelijkheid is er sinds de schepping wel degelijk iets gebeurd. Denk maar aan de zondvloed, waarover het boek Genesis vertelt. Mensen en dieren zijn verdronken, alleen Noach met de bewoners van de ark is gered. Een totaal gereinigde aarde is uit die zondvloed opgekomen. Deze zondvloed is een beeld van wat er in de toekomst gaat gebeuren. De wereld zal nog een keer vergaan. Niet door water, maar dit keer door vuur. „Het huis van de schepping is volkomen uitgewoond. Vanwege de zonde gaat de huidige wereld bij het eindgericht in vlammen op” (P. H. R. van Houwelingen). In lijn met deze argumentatie kunnen sporen van God in de geschiedenis worden aangewezen, bijvoorbeeld zoals de Duitse theoloog Wolfhart Pannenberg dat doet.

Duizend jaar als één dag

In de tweede plaats stellen de sceptici dat de vervulling van Gods beloften al zo lang op zich heeft laten wachten dat deze niet meer geloofwaardig zijn. Petrus wijst er dan op dat we met de Eeuwige te maken hebben, de God Die alle tijd heeft, zelfs als Hij haast maakt. Het is een duizelingwekkende gedachte dat duizend jaar bij de Eeuwige zijn als één dag en één dag is als duizend jaar. Vanuit God gezien werd Christus eergisteren geboren in Bethlehem, minder dan twee dagen geleden werd Hij gekruisigd en stond Hij op uit de dood. Als God vandaag zegt: „Morgen komt Mijn Zoon terug”, dan kan dat het jaar 3000 zijn! Tegenwoordig rekent men in geologie en biologie met miljoenen jaren. Wat stellen die paar duizend jaar sinds Christus’ geboorte dan voor?

Gods geduld

Anderzijds is de tijd sinds Pasen en Pinksteren juist zinvol. In zijn derde argument wijst Petrus op Gods lankmoedigheid, Zijn taai geduld. Er zijn al ruim twintig eeuwen geschiedenis verlopen sinds de geboorte van Christus in Bethlehem omdat de Heere wil dat alle mensen, wie ze ook zijn en waar ze zich ook bevinden, de blijde tijding zullen horen van het heil in de gekruisigde en opgestane Heere Jezus. Dat is het diepste geheim van de geschiedenis.

Vandaar dat de Evangelieverkondiging, het evangelisatiewerk en zendingswerk zo’n onvergelijkelijk belangrijke plaats innemen. De jongste dag wordt er als het ware voor uitgesteld om ten volle de gelegenheid te geven het Evangelie te preken en te horen. In dat teken staat ook het pas begonnen jaar 2012. In Zijn ruimhartige liefde wil God niet dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen. Daarom mag en moet iedereen het horen, net zoals indertijd de zondvloed pas kwam nadat Noach 120 jaar lang gewaarschuwd en genodigd had.

Onverwacht

In de vierde plaats onderstreept Petrus dat het grote gebeuren van Jezus’ verschijning in heerlijkheid onverwachts zal plaatsgrijpen. Zeker, er zijn wel de „tekenen der tijden.” Wie bijvoorbeeld let op Gods weg met Israël wordt gesterkt in de overtuiging dat God bezig is het laatste hoofdstuk van de wereldgeschiedenis te schrijven. Toch kan geen mens de jongste dag berekenen.

Tegenover de spotters is dit een krachtig argument: „U zegt dat alles bij het oude blijft, dat het leven gewoon z’n gangetje gaat? Wel, Christus zal komen op een dag dat het leven gewoon z’n gang gaat! Dat heeft Hij Zelf zo voorzegd.”

Verkondiging

Petrus gaat zorgvuldig in op de argumenten van de spotters. Zijn betoog loopt vervolgens uit op pure verkondiging. „Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waarin gerechtigheid woont.” Wij zien een heel nieuwe wereld tegemoet – God heeft het immers Zelf beloofd.

Deze verwachting oriënteert en stempelt het leven van de oprechte gelovigen. Hun leven mag in het annus Domini 2012 in het teken staan van de Toekomst. Zo zullen ze spotters en sceptici aan het denken zetten door hun levenswijze.

Prof. dr. J. Hoek, bijzonder hoogleraar gereformeerde spiritualiteit aan de Protestantse Theologische Universiteit. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl


Verder lezen over dit onderwerp

P.H. R. van Houwelingen, 2 Petrus en Judas. Testament in tweevoud, Commentaar op het Nieuwe Testament, derde serie, Kampen 1993.

H.J. de Jonge (red.), Totdat hij komt. Een discussie over de wederkomst van Christus, Baarn 1995.

Meer over
Weerwoord

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer