Binnenland

Berging Pelican trekt ramptoeristen

Onder grote publieke belangstelling zijn sleepboten van Nederlandse en Belgische bergingsbedrijven vrijdag begonnen aan een derde poging om het zwaarbeschadigde containerschip Pelican I vlot te trekken van een zandbank in de Westerschelde. „Een boeiende attractie”, zegt een ramptoerist op de zeedijk.

Ben Tramper
25 July 2003 10:15Gewijzigd op 14 November 2020 00:27

Als driemaal scheepsrecht betekent, zullen de bergingsbedrijven Multraship en USR er vrijdagmiddag in slagen het gehavende vaartuig los te krijgen en weg te slepen in de richting van de Appelbank, een ondiep gebied aan de zuidoostkant van de Westerschelde. Daar kan het dan voorlopig worden gestationeerd, op veilige afstand van de vaargeul. Zodra het gat in de romp is gedicht, zal het worden versleept naar Vlissingen-Oost.

Vrijdagmorgen maakten twaalf sleepboten zich wederom op voor de krachtmeting. Rond de klok van twaalf uur, bij hoogwater, zouden ze de remmen loslaten. Of de operatie daadwerkelijk is doorgegaan was bij sluitingstijd van deze krant nog niet bekend.

De Pelican I ligt sinds zondag aan de rand van de vaargeul in de Bocht van Bath. Het schip werd daarheen gesleept, nadat het in aanvaring kwam met een ander containerschip. Door een grote scheur in de romp maakte het vaartuig, dat ruim 200 meter lang is en meer dan 800 containers aan boord had, slagzij. De bemanning kon van boord worden gehaald.

Donderdagmiddag werd een tweede bergingspoging afgelast. Dat gebeurde op het allerlaatste moment, tien minuten voordat bergingsleider Leendert Muller volgens het draaiboek het sein op groen zou zetten. Na lang wikken en wegen besloot hij dat het toch niet verantwoord was om de Pelican I los te trekken. Het schip maakte meer water dan was voorzien. „De kans dat het achterste deel zou buigen of breken, is te groot”, aldus zijn woordvoerster.

De afgelopen 24 uur zijn duikers permanent in het schip bezig geweest om zoveel mogelijk ruimten dicht te lassen. De scheur in de romp zelf bevindt zich onder water en kan onder de huidige omstandigheden niet worden gerepareerd. Muller hoopt dat de werkzaamheden van de duikers ertoe bijdragen dat er bij vloed minder water naar binnen stroomt. De klus is niet eenvoudig, omdat de mannen met slecht zicht te kampen hebben.

Tijdens het vlottrekken zelf wordt het scheepvaartverkeer op de Westerschelde stilgelegd. Het is de bedoeling dat de Pelican I naar de Appelbank wordt versleept. Dat gebied ligt nog net op Nederlands grondgebied. Als het schip droogvalt, kan de averij worden hersteld. Daarna zal het voorlopig in de haven van Vlissingen-Oost worden afgemeerd.

De operatie van het Nederlandse bergingsbedrijf Multraship en zijn Belgische collega USR wordt door honderden ramptoeristen gadegeslagen. Vanaf de zeedijk kunnen zij de verrichtingen van de twaalf sleepboten en de patrouillevaartuigen van Rijkswaterstaat en de kustwacht op de voet volgen. Velen zijn uitgerust met een zonnestoel en verrekijker. Af en toe zetten sommigen een paraplu op om een regenbui te weerstaan.

„Het is een mooi gezicht”, zegt L. Verbrugge uit Kapelle. „Die sleepboten lijken net steigerende paarden”, vindt zijn vrouw. „Ze moeten enorme krachten in zich hebben. Anders krijg je zo’n gevaarte nooit van z’n plek.” Het echtpaar is vrijdagmorgen al vroeg naar de dijk tussen Bath en Rilland gereden. „Negen jaar geleden liep hier ook een schip vast. Sommige containers waren opengegaan. Aan de wal spoelde van tijd tot tijd speelgoed aan. Dat was wel zo aardig.”

Ook vanuit België is belangstelling voor de berging. Onder het publiek bevindt zich een sleepbootkapitein uit Antwerpen. „Ik heb vakantie, anders was ik zeker van de partij geweest”, zegt kapitein Frank Kant. Dat laatste zou hij in het geheel niet vervelend hebben gevonden. „Mijn handen jeuken. Maar ja, het is niet anders.” De klus zelf is volgens hem niet zonder risico. „Het is best gevaarlijk. Het gat in de romp is groot. Als je niet oppast, krijgt het schip zoveel water binnen, dat het tijdens het verslepen alsnog in de vaargeul zinkt. Dan ben je verder van huis.”

De risico’s op grootschalige milieuverontreiniging zijn volgens Rijkswaterstaat vrijwel nihil. Tijdens de berging zijn voortdurend vier oliebestrijdingsvaartuigen paraat. Zij hoefden tot nu toe nauwelijks in actie te komen, aldus een woordvoerder.

Toch is natuurbeschermer Frank Wagemans van Natuurpunt Antwerpen Noord er niet helemaal gerust op. Volgens hem is er al zware stookolie aangespoeld op Groot Buitenschor en Ouden Doel, twee natuurgebieden in de nabijheid van Antwerpen. Tot nu toe zijn zo’n vijftien besmeurde watervogels gesignaleerd. De kans dat er de komende dagen meer worden binnengebracht bij vogelcentra, acht Wagemans niet uitgesloten.

„Groot Buitenschor biedt onderdak aan meer dan 600 bergeenden. Die zijn nu in de rui, zodat ze niet kunnen vliegen. Ze zitten continu in het water, peddelend met hun vleugels. Als die eenden met olie in aanraking komen, hebben ze nog vier tot vijf dagen te leven. We trekken er nu al elke dag op uit, maar morgen gaan we met een heel leger vrijwilligers op pad voor een grondige inspectie van de oevers.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer