Kritiek op processen tegen rechter Garzón
MADRID (ANP) – De internationaal bekende Spaanse onderzoeksrechter Baltasar Garzón zit vanaf dinsdag zelf in de beklaagdenbank. Voor de Audiencia Nacional, de nationale rechtbank in Madrid, staat Garzón terecht omdat hij opdracht gaf tot het afluisteren van telefoongesprekken bij het onderzoek naar een corruptiezaak, zonder dat daarvoor een juridische basis was.
Een week later, op 24 januari, begint een tweede proces tegen de 56-jarige rechter. Hij zou zijn boekje te buiten zijn gegaan bij zijn onderzoek naar verdwenen slachtoffers van de dictatuur van Francisco Franco (1939-1975).
Garzón maakte internationaal furore toen hij in 1998 een arrestatiebevel uitvaardigde tegen de Chileense ex-dictator Augusto Pinochet, toen die in Londen vertoefde. 10 jaar later besloot Garzón zich bezig te houden met de dictatuur van de door Pinochet zo bewonderde Franco.
Garzón gaf opdracht tot een onderzoek naar illegale aanhoudingen en naar verdwijningen tijdens de Spaanse burgeroorlog (1936-1939) en de dictatuur van Franco. Dat onderzoek was omstreden, omdat in 1977 in Spanje een amnestiewet was aangenomen, waardoor het niet meer mogelijk was misdaden uit politiek oogpunt tot 1976 te behandelen. Garzón kreeg het zelf aan de stok met Spaanse justitie en werd in april 2010 aangeklaagd voor „ambtsmisbruik.”
In mei 2010 werd Garzón in Spanje als rechter geschorst. Daarna kon hij voor een aantal maanden aan het werk bij het Internationaal Strafhof in Den Haag.
Op de komende processen tegen de onderzoeksrechter is veel kritiek gekomen. In Spanje is een groep van onder meer intellectuelen en kunstenaars gevormd, die zich ’de solidair verklaarden met Garzón’ noemen en meerdere protestacties hebben gepland. Ze noemen Garzón „het laatste slachtoffer van de dictatuur van Franco.”
Ook Human Rights Watch zet vraagtekens bij de processen. Volgens de mensenrechtenorganisatie handelde Garzón volgens het internationaal recht door verdwijningen tijdens de dictatuur van Franco te onderzoeken. „Het internationaal recht stelt dat staten verplicht zijn de ernstigste internationale misdaden te onderzoeken en beschouwt verdwijningen als een voortdurende misdaad zo lang het lot van de vermisten niet is opgehelderd”, aldus Human Rights Watch.