Economie

Schoonmaker: Dat we hier zijn, heb echt wel z’n reden

DEN HAAG – Vorig jaar bereikten de schoonmakers na lang en heftig staken een cao-akkoord. Maar dat was nog maar het begin, vinden ze. „Een béétje respect, mag dat alsjeblieft?”

Ellen van de Beek
13 January 2012 10:49Gewijzigd op 14 November 2020 18:40
Zo’n 2000 schoonmakers voerden donderdag actie in Den Haag. De actievoerders vroegen Kamerleden en voorzitter Bernard Wientjes van werkgeversorganisatie VNO-NCW om steun voor hun strijd tegen de werkdruk. Foto ANP
Zo’n 2000 schoonmakers voerden donderdag actie in Den Haag. De actievoerders vroegen Kamerleden en voorzitter Bernard Wientjes van werkgeversorganisatie VNO-NCW om steun voor hun strijd tegen de werkdruk. Foto ANP

Een legertje bussen omzoomt de Koekamp naast het Centraal Station van Den Haag. Op het veld groepen schoonmakers samen rond een podium, een duizend of twee. Ze beginnen zo dadelijk met hun Mars van Respect, maar eerst worden er nog even wat teksten geoefend, plasjes gepleegd en hesjes rechtgetrokken.

Het is de tweede week van wat, als het aan FNV Bondgenoten ligt, de grootste schoonmakersactie in de Nederlandse geschiedenis moet worden. Vorige week trokken de schoonmakers door Amsterdam, donderdagmiddag was Den Haag aan de beurt.

Het wil niet vlotten met de cao-onderhandelingen en daar zijn de schoonmakers op z’n zachtst gezegd niet blij mee. Volgens de vakbond valt er met werkgeversorganisatie OSB niet te praten over dingen die „doodnormaal” zijn. Zo wil de bond dat schoonmakers doorbetaald krijgen bij ziekte vanaf dag één. En de werkdruk loopt maar op. Respect zou op z’n plaats zijn. Schoonmakers zijn, aldus hun vakbond, de dupe van een prijzenoorlog in de branche. Schoonmaakbedrijven schrijven laag in bij aanbestedingen van hun opdrachtgevers, waardoor het werk in steeds minder tijd door minder mensen moet worden uitgevoerd.

OSB is het niet eens met de eisen. Volgens de werkgeversorganisatie komt het eisenpakket van de schoonmakers neer op een kostenstijging van 12 procent, en dat is „onrealistisch.”

Iedereen staat klaar, de mars kan beginnen. Onder de dekking van ME-busjes, motoragenten en politie te paard doorkruist een lange sliert geel en oranje fluorescerend nylon Den Haag. De mars, die een klein uur duurt, verloopt vredig. De meestgehoorde kreet is „Actie, actie.” Een passerende schoolklas scandeert enthousiast mee.

Een Utrechtse van 57 –„nee, ik zeg m’n naam niet, dan krijg ik echt problemen”– loopt haar tweede mars van het jaar alweer. In Amsterdam was ze er ook bij. Ze doet het niet voor zichzelf. „Wij ouderen hebben een vast contract, maar die uitzendkrachten niet. Die durven hier niet te komen, dan zijn ze hun baan kwijt.” De Utrechtse verdient 10 euro bruto per uur. „En dan moet ik me rót werken hè. En ik krijg geen kerstpakket, niks.” Ze hoeft heus geen 25 euro per uur te verdienen. Veeleisend vindt ze zichzelf niet, ze gaat nooit op vakantie bijvoorbeeld. Maakt haar ook niets uit. „Maar een béétje respect, mag dat asjeblieft? Die uitzendkrachten krijgen maar 9 euro per uur. En tussendoor koffiedrinken mogen ze niet.”

Werkt ze niet door, dan dreigt de baas. „Voor drie van jullie één Pool, zegt-ie dan. Ja, ik vind ook wel dat die Polen echt harder werken. Maar ze durven niks te zeggen. Ze worden écht uitgemolken, schandalig. Wij Nederlanders hebben altijd ons weerwoordje.”

Alle gestaak vindt de Utrechtse niet overdreven. „Ik vind het heel erg dat het moet. Eigenlijk heb je er niets aan. Maar dát we hier zijn, dat heb echt wel z’n reden.” Uiteindelijk helpen de acties wel, verwacht ze. „In Utrecht is nu de vakantiebeurs. Alle schoonmakers lopen hier. Reken maar uit wat een bende het wordt. Dat hakt erin hoor.”

Terug op de Koekamp zijn er broodjes bal en warm vlees, alles halal. Het begint zachtjes te regenen. Op het podium maakt een delegatie zich klaar om een bezoek te brengen aan Bernard Wientjes. De VNO-NCW-voorzitter, koud terug van het staatsbezoek aan Oman, voelde er weinig voor zelf naar het veld te komen, maar via een groot scherm kunnen de stakers de verrichtingen van hun collega’s volgen.

Wientjes krijgt een gouden wc-ontstopper „om de werkdruk te ontstoppen.” Dat de schoonmakers een eerlijke boterham willen en waardering voor hun werk, dat snapt Wientjes. Ja, schoonmaken is een vak. En er moet genoeg tijd zijn om het werk te doen, dat vindt Wientjes ook. „Mits je doorwerkt. Dat moet ik ook.”

Maar verder snapt de werkgeversvoorman het niet zo goed. „Jullie hebben vorig jaar zó veel bereikt! Ga dat eerst eens oogsten. Je moet het nooit overdrijven. Jullie vragen wel érg veel geld. Dat is niet realistisch. We leven in een crisis. Twaalf procent erbij kán in deze tijd niet.” En acties als deze, daar kunnen de schoonmakers maar beter mee stoppen. „Uiteindelijk zijn er alleen maar verliezers. Ga om de tafel.”

Boegeroep is zijn deel. „Mijnheer Wientjes”, zegt een vrouw, „ik kom helemaal niet uit met mijn geld. Dat doet pijn, ik vóél het. Ik wil niet dat mijn kinderen crimineel worden.”

Op de Koekamp stortregent het nu. De schoonmakers staren gedesillusioneerd naar het scherm, hun hesjes doorweekt. „Zullen we dan maar voor onbepaalde tijd gaan staken?” roept een man op het podium. Een luid „Jaa” golft over het veld. „Oké, doen we. En nu naar de bussen.”

Lees ook: „Van 1400 euro kan ik niet sparen”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer