Neurowetenschapper prof.dr. Dick Swaab doet religie af als hersenspinsels
Wat speelt er zich af onder onze hersenpan? Daarover ging het vorige week vrijdag in deze krant naar aanleiding van een lezing van de Groningse hoogleraar prof. dr. André Aleman voor het predikantencontio van de Gereformeerde Bond. In diezelfde krant viel ook een interview met hem te lezen. Het is om verschillende redenen de moeite waard om de schijnwerpers op deze publicaties te richten. Het zou echt jammer zijn als ze aan de aandacht van de lezer zijn ontsnapt of misschien niet helemaal op hun juiste waarde zijn beoordeeld.
Aleman is neurowetenschapper en op zijn vakgebied hebben zich revolutionaire ontwikkelingen voltrokken. Deze tak van sport, als ik het zo oneerbiedig mag noemen, houdt zich onder andere bezig met de werking van onze bovenkamer en de gevolgen daarvan in de praktijk. Hoe komt het dat iemand zich voortdurend asociaal gedraagt, waarom plegen mannen veel meer moorden dan vrouwen en wat is de oorzaak dat iemand diepreligieus is? Heeft dat vooral te maken met het gezin of het milieu waarin wij opgroeien, met onze vriendenkring, met de kerk waarvan we deel uitmaken? Of zit ’m dat in ons brein?
Neurowetenschappers zeggen veel van dit soort vragen te kunnen beantwoorden. Ze beschikken tegenwoordig over uiterst gevoelige scanapparaten waarmee ze ons brein haarfijn kunnen bestuderen. Dat is op zich een gigantische klus, want de gemiddelde mens heeft 100 miljard cellen (neuronen) en het zal nog wel heel lang duren voordat duidelijk is hoe die allemaal functioneren. Maar goed, het begin is er. En dat levert spectaculaire inzichten op.
Ik zal me in dit verband even beperken tot religie. Ieder mens is in een bepaalde mate ontvankelijk voor religie. Of je er echt iets mee doet, hangt uiteraard af van de vraag in welke omgeving je opgroeit. Maar dat is niet het enige. Zelfs tweelingen, die dus onder vrijwel dezelfde omstandigheden opgroeien, kunnen uiteenlopende wegen bewandelen. De een wordt kerkelijk, de ander wil niets meer met de kerk te maken hebben. Volgens vooraanstaande neurowetenschappers ligt dat aan de werking van een systeem in onze hersenen. Is dat bij iemand erg actief, dan zal hij eerder religieus worden dan een ander.
Iemand die daarover veel heeft geschreven, is de Amsterdamse hoogleraar Dick Swaab. Zijn laatste boek, ”Wij zijn ons brein”, werd zelfs een bestseller. Swaab, die internationale faam geniet, bezit de gave om lastige onderwerpen voor velen toegankelijk te maken.
Juist omdat hij zo veel bewonderaars heeft, kan het geen kwaad om in ’t kort weer te geven hoe hij tegen religie aankijkt. In zijn boek ”Wij zijn ons brein” verwijst hij naar de waargebeurde geschiedenis van de PvdA-politicus Ger Klein. Die rijdt in 1978 na een turbulent conflict en een spannend debat in de Tweede Kamer terug naar huis toen hij plotseling een geweldige dreun in zijn voorhoofd voelde. In de periode daarna beeldt hij zich in dat hij aan zijn hersenen is geopereerd en dat hij van buitenaf wordt bestuurd. Een galmende stem zegt hem: „Jij bent niet alleen God, nee, jij bent de God der Goden.” Vervolgens raakt hij ernstig depressief.
Volgens Swaab onderstreept dit voorval nog eens dat een religieuze ervaring niet van buitenaf komt. Het is gewoon het gevolg van een proces in ons brein. Dat blijkt bijvoorbeeld ook bij patiënten met epilepsie. Die ziekte ontstaat vaak in een bepaalde kwab in de hersenen. Als gevolg van de processen in deze kwab denken sommige patiënten direct contact met God te hebben en opdrachten van Hem te krijgen. Een epileptische aanval kan iemands persoonlijkheid blijvend veranderen. Sommigen worden in de termen van Swaab „hyperreligieus.”
U voelt wel aan: dit is een frontale aanval op het geloof in een Opperwezen. Of je religieus bent, hangt voor een deel af van de samenstelling van je brein en religieuze ervaringen zijn gewoon het gevolg van een reactie tussen bepaalde cellen in onze bovenkamer. Dat is alles. Vandaar ook de titel van het boek. ”Wij zijn ons brein”. Meer niet. Ons karakter, ons geloof, ons gevoel, onze gedachten zijn voorgekookt door of zijn een product van onze hersencellen.
Wie in een hogere macht gelooft, wordt gefopt door zijn brein. Dat is wat Swaab ten diepste over religie beweert. Het Opperwezen is letterlijk een hersenspinsel en religieuze ervaringen komen van binnenuit, niet van buitenaf. Het zijn woorden en beelden die door onze cellen worden opgeroepen. Hij noemt als voorbeeld de reis van de apostel Paulus naar Damascus. De stem die hij hoorde, het ter aarde vallen, de tijdelijke blindheid – volgens Swaab waren het de typische gevolgen van een aanval van een bepaalde vorm van epilepsie. Zoiets komt wel vaker voor. Na deze gebeurtenis werd Paulus sterk religieus. En ook dat past precies in het plaatje.
Als Swaab gelijk heeft, kunnen we alle kerken wel sluiten. Dan houden christenen zichzelf voor de gek. Welnu, Aleman vindt dat Swaab de plank misslaat. En Aleman is niet zomaar iemand, zoals we de volgende keer zullen zien.