Leren is een feest
„Wie heeft de muren van Jericho omver laten vallen?” vroeg de juffrouw van de zondagsschool. Ze keek de kring rond en haar oog bleef rusten op Jantje, die onrustig op zijn stoeltje heen en weer schoof. „Jantje?” vroeg ze, waarop Jantje met een benauwd stemmetje antwoordde: „Ik heb het niet gedaan, juf, echt niet.”
Verbaasd over zo veel onkunde besloot de juffrouw nog diezelfde avond de voorzitter van de kerkenraad te bellen. „Wat moet ik daar nu van denken?” sprak ze via de telefoon. „Mevrouw”, antwoordde de voorzitter stellig, „ik ken Jantje al heel lang. Het is een eerlijk ventje. Als hij zegt dat hij het niet gedaan heeft, dan kunt u er gerust van uitgaan dat dit waar is.”
Dit grapje uit een commentaar van Leon Morris op het evangelie van Johannes kreeg kort voor Kerst nieuwe actualiteit toen bekend werd dat de kerkjeugd de grote lijn van de Bijbelse geschiedenis nauwelijks meer kent. Er zitten blijkbaar veel Jantjes in de kerk.
Spannend is de vraag hoe het met de voorzitters van de kerkenraden gesteld is. Zolang het daarbij gaat om predikanten zal het nog wel loslopen, maar hoe staat het met de kennis van de andere ambtsdragers? Wie durft er binnen de kerkenraad een onderzoekje te doen naar de kennis van Schrift en belijdenis bij de broeders?
Emotie en beleving lijken vaak meer betekenisvol dan kennis. Het past ook wel bij onze tijd om minder te hechten aan kennis dan vroeger. Kennis suggereert zekerheid, en dat is tegenwoordig niet in. Twijfelen en zoeken zijn kernwaarden geworden. Zeker weten klink arrogant.
Dit weerspiegelt zich in hedendaagse methoden voor catechese en zondagschool. Verschillende van die methoden bestaan uit losse verhaaltjes met een oppervlakkige moraal. Het gaat hapsnap door de hele Bijbel heen en het Bijbelverhaal gaat al snel over in een verhaaltje over de belevenissen van een jongetje en een meisje.
Deze methoden hebben beslist iets aantrekkelijks, maar het is geen wonder dat kinderen en jongeren die bij zo’n methode zijn opgegroeid, de verhalen nauwelijks meer kennen. De betekenis van de geschiedenis wordt soms heel dunnetjes. „God houdt van iedereen, dus ook van jou.” „God wil dat je altijd eerlijk bent tegenover elkaar.” „Je hoeft je niet te schamen voor wie je bent, want God neemt je zoals je bent.”
Veel gemeenten herkennen zich hier wellicht niet in. Een degelijke ouderwetse catechesemethode garandeert echter niet dat er kennis wordt opgedaan die jonge mensen vanbinnen warm maakt. Er wordt in dergelijke gemeenten door de jongelui soms flink gebaald van ‘kattebak’.
Jammer dat kennis en leren vaak zo ondergewaardeerd worden. Komt het door de scholen? Daar vinden toch voortdurend vernieuwingen plaats om het leren aangenamer en relevanter te maken? Het leren van een taal bestaat al lang niet meer uit het leren van regeltjes. Veel leerkrachten en docenten slagen erin om op zo’n manier onderwijs te geven dat kinderen en leerlingen er plezier aan beleven. Dat komt dan meestal omdat de inhoud de moeite waard is.
Zou dat ook niet het geheim van goed onderwijs in de kerk zijn? Als we er zelf eens zo vol van waren dat ons onderwijs weerspiegelde hoezeer het de moeite waard is om de Heere God beter te leren kennen? Zouden zondagsschool en catechisatie dan geen feest worden? Emotie komt vanzelf mee als je eerst hebt gezien hoe machtig Gods grote daden zijn in de Bijbelse geschiedenis. Verdieping in die kennis maakt je pas echt warm vanbinnen.
In het verhaaltje van Leon Morris worden de pappa’s en de mamma’s buiten schot gehouden. Het is niet ondenkbaar dat zij, na een telefoontje van de voorzitter van de kerkenraad, verontwaardigd de zondagsschooljuffrouw bellen om haar te vragen hoe ze erbij komt hun Jantje te verdenken van het omvergooien van de muren van Jericho!
De jongelui op zondagsschool en catechisatie zijn de kinderen van de dertigers en de veertigers in de kerk. Wie tot die leeftijdsgroep behoort, weet bij ervaring hoe moeilijk de maatschappelijke druk het maakt om tijd uit te trekken voor Bijbelstudie en bezinning. Kun je dan van Jantje wel verlangen dat hij trouw naar de catechisatie gaat?
Wat een spagaat tussen doopbelofte en praktische omstandigheden. Menigeen die de stap gezet heeft om tijd uit te trekken voor Bijbelstudie zal ervaren hoe verrijkend dat kan zijn. Wat kun je soms prachtige ontdekkingen doen als je je helemaal concentreert op een Bijbelgedeelte.
Nog even terug naar de ambtsdragers. Er zijn signalen dat zij minder investeren in bezinning en verdieping van kennis. Toerustingsavonden voor ambtsdragers worden niet meer zo druk bezocht als vroeger. Kennis van Schrift en belijdenis is lang niet altijd meer bepalend voor de besluitvorming. Waar de gemeente om vraagt, dat is belangrijk. Dat haal je toch niet uit een boekje?
Allemaal heel begrijpelijk in het licht van de maatschappelijke omstandigheden. Maar zou het niet ontzettend enthousiasmeren als kerkenraden de waarde van de inhoud van het geloof zelf uitstralen en zo proberen de gemeente mee te krijgen? Dat maakt zuinig op zondagsschool en catechese. Het zijn immers de middelen bij uitstek waardoor je bereikt dat de kennis in de gemeente toeneemt.
Trek de ouders er maar aan de oren bij. Met die oren hebben ze destijds precies kunnen horen op welke vragen ze bij de doopvont ja gezegd hebben. En dan samen lerende gemeente worden. Hoe meer kennis, hoe meer vreugd. Leren is een feest!
De auteur is bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte aan de Technische Universiteit Delft. Reageren? goedbekeken@refdag.nl