Buitenland

Duitse stad Zossen vecht tegen imago als bruine stad voor neonazi’s

Heel Duitsland was geschokt toen het in november hoorde dat een rechtse terreurgroep tien jaar lang moordend was rondgetrokken. De neonazi’s werden bij toeval ontdekt. Deskundigen waarschuwen het gevaar van neonazi’s nog altijd niet te onderschatten.

John Klein
10 January 2012 18:01Gewijzigd op 14 November 2020 18:37
Neonazi's riepen het Duitse Zossen uit tot ”bruine stad". Foto John Klein
Neonazi's riepen het Duitse Zossen uit tot ”bruine stad". Foto John Klein

De kleine gemeente Zossen in de deelstaat Brandenburg kan erover meepraten. Enkele jaren geleden riepen neonazi’s het plaatsje tot als ”bruine stad”. Een burgergroep en het stadsbestuur vlogen elkaar in de haren over de juiste aanpak. „Als democraten elkaar tegenwerken, speelt dat rechts-radicalen in de kaart.”

Jörg Wanke heeft het druk rond de jaarwisseling. Als verzekeringsagent moet hij veel nieuwe contracten opstellen. Hij heeft zijn bureau sinds 1991 in Zossen. Vier jaar later kwam hij ook met zijn gezin wonen in de „groene idylle”, zoals de vriendelijk ogende en enigzins kalende veertiger zegt.

Maar Wankes groene idylle bleek ook bruine moerasjes te kennen. Drie jaar geleden verstoorden neonazi’s de Holocaustherdenking in de stad. Wanke was geschokt. „Behalve een paar muurteksten was me nooit wat opgevallen. Ook mijn zoon –die een ietwat donkere huidskleur heeft– had al die jaren weinig slechte ervaringen gehad. Maar van die demonstratie schrok ik zo dat ik vond dat ik iets moest doen”, vertelt Wanke. Hij heeft zijn kantoor op een steenworp afstand van het centrale marktplein in een mooi opgeknapt historisch pandje.

Een idylle is het stadje Zossen op het eerste gezicht niet helemaal. De Bundesstrasse 96, die Oost-Duitsland van noord naar zuid doorklieft, deelt het provinciestadje in tweeën. Aan weerszijden van de snelweg is er leegstand en tekenen leegstaande panden de stemming in het stadje.

Voor de mooie kant van Zossen –zo’n 50 kilometer onder Berlijn– moet je bij de kerk en het marktplein zijn. Daar staan mooie pandjes in frisse kleuren en is een historisch bakstenen gemeentehuis. Dit centrum geeft het stadje een dorps karakter.

Hitlergroet

De Zossense gemeentevoorlichter Axel Jürs trad in 2007 in dienst bij het stadsbestuur. Voor Jürs is het rechts-extremisme ook persoonlijk gevoelig. In zijn jonge jaren werkte hij met Holocaustoverlevende in een kibboets in Israël. Inmiddels is de 52-jarige Jürs met een vrouw uit Italië getrouwd.

„Daarom ben ik zeer gevoelig voor racistische spreuken op muren of stickers van neonazigroepen op lantaarnpalen. Zoiets valt me gelijk op. Overal in deze deelstaat Brandenburg kom je die tegen. Ook in Zossen, maar niet meer dan elders”, zegt Jürs. Met zijn onverstoorbaarheid heeft hij wat van een handelsvertegenwoordiger.

Tot zover niets bijzonders in Zossen dus. Maar al snel kwam het tot een confrontatie met de houder van het plaatselijke internetcafé, die zich verzette tegen twee koperen gedenkkeien voor zijn winkel ter nagedachtenis aan vervolgde Joden die daar ooit woonden. Het café bleek een ontmoetingspunt voor plaatselijke neonazi’s te zijn, de cafébaas een overtuigde antisemiet.

Andrea Nienhuisen kent de situatie in Zossen en omgeving. Al meer dan tien jaar adviseert de 49-jarige gemeenten en particulieren wat ze tegen rechts-extremisme kunnen doen. Op een papier brengt ze de regio in kaart. Cirkeltjes vullen het blad, plaatsen waar neonazi’s actief zijn. „In de streek Teltow-Fläming, waarvan Zossen deel uitmaakt, zijn het er misschien vijftig tot zestig die elkaar in los verband treffen. Bijvoorbeeld voor de herdenking van gevallen Wehrmachtsoldaten, een demonstratie of om een volksfeest van de extreem rechtse NPD te organiseren.”

Iedere plaats gaat er anders mee om, is haar ervaring. „Maar het belangrijkste is dat er iemand opstaat en: ”Halt, tot hiertoe en niet verder” roept.”

Zossen trad weliswaar op tegen het internetcafé, maar de strijd duurde lang en de geest was uit de fles. Er volgde een neonazimars die op het marktplein eindigde. Op de herdenkingsstenen verschenen hakenkruisen en neonazi’s brachten de Hitlergroet bij een Holocaustherdenking.

Kwaad bloed

Veel stadbewoners waren net als Jörg Wanke geschokt. Gezamenlijk richtten ze een burgerplatform op. Ze hielden tegendemonstraties, hingen spandoeken op en openden onder de naam Huis der Democratie een ontmoetingsplek en een tentoonstellingsruimte.

Maar al snel volgden er bedreigingen. Wanke wijst vanuit zijn kantoor naar de straatkant. „Plots stond er een auto met bekende neonazi’s te posten voor mijn huis. Pure intimidatie.”

Aanvankelijk werkte het burger­initiatief samen met het stadsbestuur. Samen organiseerden ze een Holocaustherdenking. Maar al snel vond het burgerinitiatief dat het stadsbestuur te weinig stelling nam. „De burgermeester was bang voor het imago van de stad”, zegt Wanke. „Hij wilde liever niet openlijk erkennen dat Zossen een probleem met rechts-extremisme had.”

Het rechtse geweld bereikte echter een dieptepunt toen het Huis der Democraten in de as werd gelegd. Op dat moment was daar een tentoonstelling over Joods leven in Zossen ingericht. De dader, een 16-jarige jongen, werd wel gepakt, maar vanwege zijn jeugdige leeftijd niet veroordeeld.

De neonazi’s gingen echter door met hun provocaties. Na drie jaar is Wanke veel ervaringen rijker; van bespionering tot een doodsdreiging. Zijn eigen huis werd beklad met hakenkruisen en diverse bewoners noemen hem een „opruier”, vertelt Wanke als hij de plek laat zien waar het Huis de Democraten stond.

De burgermeester voelde zich op haar beurt ten onrechte in de rechtse hoek gedrukt en weigerde vervolgens nog verder met het burgerinitiatief in zee te gaan. Tegenover de plaatselijke pers verkondigde ze onlangs nog dat het burgerinitiatief het extreem rechts geweld alleen maar heeft „aangewakkerd.”

Volgens adviseur Nienhuisen hebben de neonazi’s de twist uitgebuit. „De eerste reflex van het stadsbestuur was: We hebben hier geen problemen met rechts-extremisten. Dat zie je in elke stad waar zoiets voorvalt. Alleen slaagde dit burgerforum erin veel media-aandacht te genereren voor zijn strijd. Dat zie je zelden. Daarmee heeft het veel kwaad bloed gezet in de stad. En de neonazi’s merkten dat de stad niet consequent en ”als één man” tegen hen optrad.”

Voorlichter Jürs vindt dat de burgermeester tekort wordt gedaan. Hij weet wat het stadsbestuur heeft ondernomen, te beginnen met het dwarszitten van het internetcafé. „En als enige stad in Brandenburg heeft Zossen een project samen met de Joodse gemeente in Berlijn op poten gezet. Denk je dat die in zee gaan met een burgermeester die rechts-extremisme op z’n beloop laat?”

Rudi

Jürs benadrukt dat het gaat om wat je doet, en niet om hoe hard je roept dat er een probleem is. Hij haalt de racistische spreuken en stickers aan. „We zijn een initiatief gestart om ze direct te verwijderen. De openbare ruimte mag geen bühne voor extremisme zijn. Daarmee geef je een signaal aan jongeren: Als extremist lig je eruit in onze gemeenschap.”

De jonge brandstichter bijvoorbeeld wilde erkenning afdwingen bij zijn ‘vrienden’, zegt Andreas Bloemeke. Hij is sinds vijf jaar jongerenwerker in jeugdhonk Phoenix, in de Zossense buurtschap Wünsdorf. „Hier komen jongeren uit Zossen die dezelfde achtergrond hebben als de brandstichter en de neonazi’s”, vertelt de jeugdig ogende jongerenwerker van middelbare leeftijd.

Bloemeke komt net de bont beschilderde barak uitgestapt om een sigaretje te roken. Binnen staan een biljarttafel, een tafelvoetbal. Achter een groot scherm zittend spelen twee tieners met een console.

„Rechts-extremisme is in veel families een constante die teruggaat tot de oorlog”, weet Bloemeke uit verhalen van de jongeren. „De jongerencultuur hier is met neonazi-elementen doordrenkt. Muziek, kledingmerken zoals Thor Steinar. ”Jood” en ”neger” zijn gebruikelijke scheldwoorden.”

Toch ontbreekt bij de jongeren uit Zossen de echte ideologie, meent Bloemeke. „Laatst stond de naam Rudolf Hess op een muur geklad. ”Onze Rudi”, zeiden er een paar. Ze kennen de naam, maar als je doorvraagt, blijken ze geen benul te hebben wie dat was.”

Toch vergoelijkt Bloemeke niets. „Mensen met Thor Steinarkleding komen er niet in, en bij een racistische opmerking volgt een waarschuwing, daarna vlieg je eruit.”

Maar de jongeren blijven komen. Zo’n 130 bezoeken meer of minder frequent de jeugdclub. „Vooral voor jongens is belangrijk dat ze positieve ervaringen opdoen. Dat missen ze. Daar spelen de neonazi’s op in. Die zeggen: „Je bent Duitser, dus moet je wel goed zijn.””

Bloemeke neemt een trekje van zijn sigaret, en zegt dan: „Wij zijn de hoeders van de sociale vrede. Een extra jeugdclub in de stad Zossen zou goed zijn.”

Brein

In Zossen zijn de neonazi’s na het verbod in april op de groepering Freie Kräfte weer rustig en kunnen Wanke en de zijnen weer opgelucht ademhalen. De 25-jarige leider, een overtuigde nationaalsocialist, was ook het brein achter de aanslag op het Huis der Democratie, en kreeg afgelopen november drie jaar en acht maanden celstraf van de rechter.

„Eigenlijk had Zossen een succesverhaal kunnen zijn”, zegt Wanke op de plek waar ooit het Huis der Democratie stond. „Misschien waren we te ongeduldig.”

Ophouden wil zijn groep, van 25 actieve Zossenaren, echter niet. „We willen juist een stap verder zetten en in een nieuw onderkomen met preventief jeugdwerk beginnen.”

Voor Wanke is dat democratie: participeren. „Gek genoeg vind ik het leuk, ondanks alle aanvallen. Ik voel me nu veel meer Zossenaar dan voorheen.”

Maar de strijdbijl is nog niet begraven. Integendeel. Een pand dat Wankes groep als nieuw Huis der Democratie op het oog had, is inmiddels door de gemeente opgekocht.

Zo ruziën de democraten verder. Gevaarlijk? Nienhuisen: „Dat ze met elkaar in de clinch liggen, is niet per se slecht. Strijden hoort bij een democratie. Zolang ze het gemeenschappelijke doel maar niet uit het oog verliezen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer