Homohuwelijk hobbel op weg naar Bush II
Bush is er „in zijn hart” van overtuigd dat het huwelijk een zaak voor man en vrouw is, betoogt drs. Kees Heesters.
„In de praktijk is hij echter niet bereid politiek kapitaal in deze zorg te investeren.” Voor het eerst sinds hij president werd, lijkt George Bush het moeilijk te hebben. Niet alleen ligt hij onder vuur van de oppositie over de manier waarop hij de oorlog tegen Irak rechtvaardigde, ook de sociaal-conservatieven beginnen zich kritisch over hem uit te laten.
Aan de ene kant vormen deze lieden de betrouwbaarste groep kiezers voor hem, maar aan de andere kant maken ze het moeilijker voor gematigde kiezers -die de stemmen leveren die noodzakelijk zijn om nationale verkiezingen te winnen- om op de GOP (Grand Old Party, de Republikeinse Partij, red.) te stemmen.
Lippendienst
Sinds Patrick Buchanan op de Republikeinse conventie in 1992 (waar Bush senior tot presidentskandidaat werd gekozen) de cultuuroorlog verklaarde aan de progressieve krachten in de samenleving, zitten de Republikeinen met de sociaal-conservatieven in hun maag. In de praktijk moet men concluderen dat de relatie tussen de Republikeinse Partij en de sociaal-conservatieven er een is van lippendienst in het kader van een electorale strategie gericht op het binnenhalen van de zwevende kiezer. En dat het er ondanks de huidige problemen voor Bush goed uitziet.
De sociaal-conservatieven zijn er goed in om zich zo te presenteren dat het gemakkelijk is een karikatuur van hun standpunten te maken, iets wat het ongemak van de Republikeinen verklaart.
Onlangs haalde de televisiedominee Pat Robertson alle media omdat hij had voorgesteld te bidden voor het aftreden van drie rechters van het hooggerechtshof. Nu hebben de progressieve rechters die hij op het oog heeft geen enkele indicatie gegeven dat ze zullen aftreden. Het lijkt er dus op dat hij mensen ertoe oproept te bidden voor een verslechterende gezondheidstoestand van deze hoogwaardigheidsbekleders.
Volgens Buchanan gaat de cultuuroorlog „over wie we zijn. Het gaat over wat we geloven. Het gaat over waar wij als Amerikanen voor staan. Er wordt een religieuze oorlog uitgevochten in ons land om de ziel van Amerika. Het is een cultuuroorlog, de uitkomst ervan is net zo belangrijk als de Koude Oorlog. Het gaat over de ziel van Amerika.”
Ziel uit het huwelijk
De sociaal-conservatieven zijn ernstig bezorgd over een recente beslissing van het hooggerechtshof die de weg lijkt te banen voor juridische erkenning van het homohuwelijk in de VS. Het is een rechterlijke beslissing die als het ware de ziel uit het huwelijk haalt.
Ironisch genoeg hebben de sociaal-conservatieven rationeel gezien een heel sterke positie. Het argument van de meerderheid van het hof is dat de grondwet ”consenting adults” (volwassenen die het op dit punt met elkaar eens zijn) het recht geeft in de privacy van hun slaapkamer te doen en te laten wat ze willen. Hoe men het ook wendt of keert, zo’n regel brengt met zich mee dat incest tussen volwassenen en bigamie grondwettelijk beschermd zouden moeten worden.
Ook op een ander punt hebben ze het gelijk aan hun kant, namelijk dat in een gezonde democratie de belangrijke beslissingen over het vertalen van moraliteit door aan de kiezer verantwoordelijke politici moeten worden genomen. Niet door benoemde rechters.
Ondanks de kracht van het argument zal de Republikeinse Partij niet echt voor deze positie strijden. Het is langzamerhand wel duidelijk geworden dat voor Bush politiek succes net zo belangrijk is als het was voor Clinton. Ongetwijfeld is hij er „in zijn hart” van overtuigd dat het huwelijk een zaak voor man en vrouw is. In de praktijk is hij echter niet bereid enig politiek kapitaal in deze zorg te investeren. En nu lijkt het politieke landschap zich zodanig te ontwikkelen dat hij de sociaal-conservatieven goed kan bespelen.
Bij de verkiezingen moet Bush de conservatieve vleugel te vriend houden, maar tevens gematigd genoeg lijken voor de zwevende kiezer. Waar de leuze ”compassionate conservative” haar langste tijd wel heeft gehad, biedt de strijd om de ziel van Amerika meer perspectief. Er zijn wat strubbelingen geweest. Het huidige hoofd van Bush’ herverkiezingscampagne, Mark Racicot, had tot ontsteltenis van de sociaal-conservatieven onlangs een ontmoeting met een groep van homoseksuele Republikeinen. Onmiddellijk kwamen er geluiden uit de traditionalistische hoek dat Bush niet moest denken dat hij ze zo maar in zijn zak heeft. Nee, ze zullen niet Democratisch stemmen. Maar ze kunnen altijd níét stemmen en bovendien weigeren mee te doen aan het beïnvloeden van de publieke opinie.
Samenstelling hof
Omdat het hooggerechtshof nu ongetwijfeld snel een zaak zal krijgen waarin over de grondwettelijkheid van het homohuwelijk moet worden geoordeeld, is alle aandacht nu gericht op de samenstelling van het hof. Sociaal-conservatieven menen dat de recente beslissing de deur naar het homohuwelijk wagenwijd doet openzwaaien. Het is dus zaak de gevolgen in te perken.
De verwachting is dat dit jaar geen rechter met pensioen zal gaan. Het enige lid van het hooggerechtshof dat met pensioen zou kunnen gaan is Sandra O’Connor. Een eigenzinnige rechter met een echtgenoot die niet de beste gezondheid geniet, maar ook een levenslang Republikein, die er niet op uit is de partij te schaden. Zij heeft bovendien gezegd niet te zullen vertrekken.
Door niemand voor te hoeven dragen behoudt Bush alle manoeuvreerruimte die hij nodig heeft. De Conservatieven weten dat Bush op zijn minst twee nieuwe rechters kan benoemen als hij een tweede termijn krijgt. Bush kan zijn kompanen in de cultuurstrijd vertellen dat hij hen bij de benoeming niet teleur zal stellen (ze weten dat ze door een Democraat zeker teleurgesteld zouden worden). De Democraten zullen proberen te beargumenteren dat als Bush twee rechters kan benoemen, deze het recht op abortus en de recent erkende privacyrechten van homoseksuelen zouden terugdraaien. Ze zijn al druk bezig met het leggen van het fundament voor dit debat rond de benoeming van federale rechters. Dat betekent vrijwel de garantie dat een eventueel nieuwbenoemde rechter een gematigd rechter zal zijn.
De zwevende Amerikaanse kiezer, die uiteindelijk voor de beslissing zorgt bij verkiezingen, is gematigd. Hij is geen voorstander van abortus, maar denkt dat je het niet kunt verbieden. Hij meent ook dat het homohuwelijk niet gewenst is, maar dat men bij werk en huisvesting mensen niet moet discrimineren vanwege hun geaardheid. In de voorverkiezingen zullen de Democraten, door de actieve en vaak radicale partijleden die daarin participeren, gedwongen worden een meer uitgesproken positie in te nemen ten aanzien van het homohuwelijk dan de zwevende kiezer doet. Als Bush maar verklaart de mening van de Conservatieven te delen en in kringen rond de regering maar voortdurend de naam van gematigde kandidaten laat vallen, zit hij gebakken.
De auteur is politiek filosoof en woont in Baltimore (Maryland), VS.