Boko Haram vindt voeding in onrecht en corruptie
De terreurgroep Boko Haram trok afgelopen Kerst een bloedig spoor door Noord-Nigeria. Gewelddadig optreden tegen de groep biedt geen soelaas, zeggen experts. „Hoe harder het leger ertegen ingaat, hoe meer aanhang Boko Haram krijgt.”
Kerkgangers van de Sint-Theresakerk in de Nigeriaanse hoofdstad Abuja zien op eerste kerstdag, iets voor 8.00 uur, een goudkleurige Toyota het kerkplein oprijden. De vroegmis is juist voorbij en het plein staat vol met honderden kerkgangers. De wacht geeft de auto daarom een stopteken, maar de bestuurder negeert dat. Hij geeft gas, rijdt recht op de menigte in en blaast zichzelf op. Er vallen zeker 37 doden.
In hetzelfde kerstweekend zijn er ook aanslagen op twee kerken elders in Nigeria en op een politiebureau in de noordelijke stad Damaturu. Honderden mensen slaan uit angst voor het geweld op de vlucht. „De zwartste Kerst ooit”, evalueerde de grote Nigeriaanse krant Thisday vorige week de feestdagen.
Achter de aanslagen duikt de terreurgroep Boko Haram op, een organisatie die in 2011 zeker 450 doden op zijn geweten heeft. De beweging is inmiddels niet alleen meer een bedreiging voor Nigeria, maar ook voor andere landen. Generaal Carter Ham, hoofd Amerikaanse militaire operaties in Afrika, toonde zich onlangs zeer bezorgd over de relaties die Boko Haram zou hebben met terreurgroepen als al-Qaida in de Islamitische Maghreb (AQIM). Zo’n verbinding zou „het ergste zijn wat er kan gebeuren” voor Afrikanen en de Amerikaanse belangen in de regio, aldus Ham.
De Nigeriaanse regering bezweert de inwoners van Noord-Nigeria niet te vrezen, omdat ze de groep nog harder aan zal pakken. Makkelijk lijkt dat echter niet te zijn. Het Nigeriaanse leger probeert al enige jaren met grof geweld de draak van zijn kop te beroven. Vooralsnog zonder succes.
Bin Laden
Het noorden van Nigeria lijkt de afgelopen decennia te radicaliseren. T-shirts met de afbeelding van Osama bin Laden zijn populair in de regio, terwijl veel kinderen naar de vorig jaar gedode terrorist vernoemd worden. Volgens cijfers van het Amerikaanse Pew Research Center uit 2009 had destijds iets meer dan de helft van de Nigeriaanse moslims „vertrouwen” in Bin Laden. Veel moslims lijken terug te verlangen naar de tijd dat het noorden van Nigeria een islamitisch kalifaat vormde. Met de komst van de Britse kolonisators kwam daar in 1903 een einde aan.
De opkomst van Boko Haram past op het eerste gezicht feilloos in dit klimaat. Toch zijn verreweg de meeste Nigeriaanse moslims vanouds aanhangers van het gematigde soefisme, een ‘bevindelijke’ stroming binnen de islam die sterke nadruk legt op een mystieke verbinding met Allah. Het is een vorm van de islam die in veel Afrikaanse landen te vinden is, maar door islamisten als bepaald onorthodox bestempeld wordt.
In de jaren zestig van de vorige eeuw staat in Noord-Nigeria een invloedrijke figuur op, sjeik Abubakar Gumi, die zich tegen het soefisme keert. Gumi oriënteert zich op het salafisme, een islamitische stroming die sterk in Saudi-Arabië wortelt. Het salafisme baseert zich voor leer en leven op de islam zoals die vorm heeft gekregen in de eerste decennia na Mohammed en staat een uiterst strikte naleving van de islamitische wetgeving, de sharia, voor.
Een dergelijke strikte interpretatie van de sharia probeert Gumi nu ook in Nigeria te introduceren, tegenover de meer overdrachtelijke uitleg van het soefisme. Bovendien verzet hij zich tegen de mystieke elementen in het soefisme, die meer in het heidendom wortelen dan in de Koran. Geïnspireerd door Gumi ontstaat vervolgens in 1978 de antisoefistische Izalabeweging. Experts zien Boko Haram als een splintergroep van Izala.
De man die in 2002 aan de wieg staat van Boko Haram, Mohammed Yusuf, voegt zich in de rij van salafistische hervormers in Nigeria. Yusuf sticht Boko Haram als religieuze beweging die aandringt op levensvernieuwing bij moslims. Een politieke agenda heeft de beweging van origine niet.
Nigeriadeskundige prof. Paul Lubeck van de universiteit van Californië waarschuwt ervoor de aanhang van Boko Haram in Noord-Nigeria te groot in te schatten. „Vergeet niet dat er in de regio zo’n 50 miljoen tot 60 miljoen mensen wonen”, zegt hij telefonisch vanuit het Amerikaanse Santa Cruz. „De naar schatting 5000 tot 10.000 aanhangers van Boko Haram vormen daarvan maar een zeer klein percentage.”
De grote populariteit van Bin Laden in Noord-Nigeria verklaart hij vanuit anti-Amerikaans sentiment. „De Verenigde Staten hebben met de inval in Irak enorm veel krediet in de moslimwereld verspeeld. Moslims voelen zich verwant met mensen die tegen de hegemonie van Washington opkomen. Maar daarmee zijn het nog geen aanhangers van terreur. Door de aanslagen van Boko Haram zijn bovendien meer moslims dan christenen omgekomen.”
Geweld politie
De socioloog ziet bij Boko Haram een duidelijk proces van radicalisering. „De boodschap van Yusuf is van meet af aan radicaal, maar hij probeert die niet te verspreiden via geweld.” Yusuf is aanvankelijk als imam actief in de belangrijke Indimimoskee in Maiduguri, maar wordt daar vanwege zijn radicale opvattingen buiten de deur gezet.
Hoewel de door journalisten bedachte naam Boko Haram (letterlijk: ”westers onderwijs is verboden”) anders doet vermoeden, is Yusuf volgens Lubeck nooit tegen elke vorm van westers onderwijs geweest. „Technologische vernieuwingen waren voor Yusuf geen probleem. De westerse wetenschap moest echter wel gezuiverd worden door de islam. Voor darwinisme was bij Yusuf bijvoorbeeld geen plaats.”
Experts zien het jaar 2009 vrij algemeen als een omslagpunt in de geschiedenis van Boko Haram. In juli van dat jaar komt het tot hevige onlusten tussen de politie en Boko Haramleden, om de schijnbaar onbenullige reden dat de laatsten weigeren een helm te dragen als ze brommer rijden. In de staat Bauchi komen Boko Haramleden massaal in opstand, waarna de onlusten overslaan naar de staten Borno, Yobe en Kano. Er vallen zeker 800 doden.
Het Nigeriaanse leger zegt aanwijzingen te hebben dat Boko Haram zich aan het bewapenen is en besluit korte metten te maken met de beweging. Het leger pakt vele sekteleden op. Yusuf zelf wordt eveneens in de kraag gevat en gedood. Ook verschillende andere prominente leden komen om.
Volgens Lubeck zijn tijdens deze acties door het leger op grote schaal mensenrechten geschonden. „Huizen van vermeende Boko Haramleden werden platgebrand en mensen lukraak vanwege uiterlijke kenmerken als een baard opgepakt en in de cel gegooid. Mensenrechtengroeperingen hebben terecht protest aangetekend tegen het brute geweld dat hier gebruikt is.”
Na de acties vluchten veel leden van Boko Haram naar omliggende landen als Niger, Tsjaad en Kameroen om zich te hergroeperen. Het ‘nieuwe’ Boko Haram krijgt het gezicht van een terreurgroep die aanslagen pleegt op politiedoelwitten, maar ook op christenen. In 2011 trekt de groep met name aandacht met de bestorming van een gevangenis waar veel leden vastzitten en een aanslag op het kantoor van de Verenigde Naties in de hoofdstad Abuja.
Versplinterd
Boko Haram maakt met de aanslagen een gecoördineerde indruk, maar toch noemt Lubeck het „extreem onwaarschijnlijk” dat Boko Haram nog één groep is. „Veel islamistische bewegingen versplinteren binnen de kortste keren. Er zijn diverse figuren die optreden namens Boko Haram, maar het lijkt er niet op dat zij met één mond spreken.”
In The New York Times schreef Nigeriaspecialiste prof. Jean Herskovits deze week zelfs dat „er geen bewijs is dat er nog een goed georganiseerde, ideologisch coherente terroristische groep met de naam Boko Haram bestaat.” Volgens Herskovits zijn er sterke aanwijzingen dat criminele groepen de naam Boko Haram gebruiken om aanslagen op te eisen wanneer ze dat uitkomt. Die bendes zouden hun machtsbasis nota bene in het zuiden van Nigeria hebben.
Vanwege de grote onduidelijkheid rond Boko Haram lijkt het gemakkelijker te spreken over de context waarin Boko Haram opereert dan over de beweging zelf. Over die context zijn alle experts het wel eens: dat is er een van extreme armoede en corruptie. Herskovits spreekt van „een endemische armoede en hopeloosheid.”
Lubeck tekent aan dat er „een enorm verschil” bestaat in ontwikkeling tussen Noord-Nigeria en Zuid-Nigeria. Terwijl 70 procent van de Nigerianen in de noordelijke staten onder de armoedegrens leeft, ligt dat percentage in de zuidelijke staten op gemiddeld 35. De socioloog wijst bovendien op de „demografische explosie” die in het noorden plaatsheeft. Een vrouw krijgt daar gemiddeld 7,4 kinderen, tegenover 4,9 in het zuiden. Lubeck: „De straten van Noord-Nigeriaanse steden zijn vol jongeren, zonder werk. Zij zoeken een uitweg, en die is gemakkelijk gevonden in de politieke islam.”
Het verbaast de hoogleraar niets dat het Nigeriaanse leger Boko Haram nog niet klein heeft kunnen krijgen. „Het buitensporige geweld van het leger maakt de situatie alleen maar erger. Hoe harder de politie en het leger ertegen ingaan, hoe meer aanhang Boko Haram krijgt.”
Lubeck bemerkt bij de bevolking in Noord-Nigeria een enorm ressentiment tegen het corrupte politieke Nigeriaanse systeem. „Er is sprake van een criminele verwaarlozing van de bevolking. Als daar niets aan wordt gedaan, blijven bewegingen als Boko Haram bestaan.”
De enige manier om de beweging onder controle te krijgen, is het houden van verzoeningsbijeenkomsten, aldus Lubeck. „Erken de armoede. Dat is stap één. Stap twee: doe er wat aan.” En nee, ook Lubeck denkt niet dat Boko Haramleden hun fundamentalistische ideeën vervolgens zomaar loslaten. „Maar de beweging kan alleen bestaan als er steun is onder de bevolking. Wanneer de bevolking zich serieus bejegend voelt door de regering, is er al zeer veel gewonnen.”
Shehu Sani arrangeerde gesprek met Boko Haram
Shehu Sani is teleurgesteld. De Nigeriaanse mensenrechtenactivist arrangeerde vorig jaar september de eerste ontmoeting tussen Boko Haram en de Nigeriaanse regering. Die laatste liet zich bij het gesprek onder een boom in de stad Maiduguri vertegenwoordigen door oud-president Olusegun Obasanjo. De regering weigerde echter in te gaan op de vragen van Boko Haram, laat Sani per mail weten.
Hoe hoopvol over een oplossing was u na de bijeenkomst in september? En hoe hoopvol bent u nu?
„De bijeenkomst was het eerste directe contact tussen de Nigeriaanse regering en Boko Haram. Ik zag het dan ook als mogelijkheid om tot een einde aan het bloedvergieten en geweld te komen. Het was een risico dat ik heb genomen in het belang van de vrede, nadat duidelijk was geworden dat de Nigeriaanse veiligheidsdiensten de situatie met geweld niet konden oplossen. De groep vroeg onder meer om gerechtigheid na de moorden in 2009 en om vrijlating van gevangenen als voorwaarde voor het stoppen van geweld. Ik zie het als een gemiste kans van de regering dat ze daar niet op in is gegaan. Nu de groep alleen maar sterker wordt, ziet de regering haar domheid in. Ik geloof dat het nog steeds mogelijk is om vredesonderhandelingen te starten, maar dan moeten er wel van twee kanten offers worden gebracht.”
Wat wil Boko Haram volgens u?
„Boko Haram is een islamitische opstandbeweging en product van falend leiderschap in Nigeria. Haar fondsen haalt de beweging voor een deel van buiten Nigeria, maar ook uit bijvoorbeeld bankovervallen. Boko Haram rechtvaardigt die overvallen als oorlogsplundering. De beweging wil een islamitische staat en een einde aan de democratie zoals die nu bestaat. Dat is echter onmogelijk. Wel mogelijk is dat de beweging doorgaat met moorden en aanvallen op kerken en moskeeën. Dan wordt Nigeria een soort Somalië of Pakistan, maar zeker geen islamitische staat.”
Heeft de beweging volgens u veel aanhang in Noord-Nigeria?
„In Noord-Nigeria hebben we veel verschillende islamitische sekten, waarvan Boko Haram er slechts één is. De beweging is na 2009 geradicaliseerd. Ik geloof dat er in Noord-Nigeria meer angst dan liefde voor de groep is. De federale regering is er echter nog minder populair. Velen in het noorden zien de daden van Boko Haram als vergelding voor de onderdrukking van moslims in Nigeria.”
Zijn er banden met andere islamitische groepen?
„Boko Haram zelf heeft geregeld te kennen gegeven banden te hebben met de regionale tak van al-Qaida, al-Qaida in de islamitische Maghreb, en met al-Shabaab in Somalië.”