Jaarwisseling: festijn om los te gaan
Wat bezielt feestvierende Nederlanders? Weer belaagden mensen tijdens de jaarwisseling tientallen hulpverleners. „Van links tot rechts heerst de gedachte: Ik kies voor mezelf.”
Kwart voor zes in de morgen was het, afgelopen nieuwjaarsdag. „Dan weet je wel hoeveel erin zit”, zegt de 20-jarige Van S., uit Wijk bij Duurstede veelbetekenend. De jongeman doelt op de hoeveelheid drank die hij op dat tijdstip achter de kiezen had. Meer dan tien biertjes, diverse alcoholische mixdrankjes.
Van S. doet zijn mededeling vanuit het verdachtenbankje tegenover een Utrechtse politierechter. Dat gebeurt daags na de jaarwisseling, tijdens een van de zogeheten supersnelrechtzittingen, waar misdragingen tijdens oudjaar centraal staan.
Op die vroege nieuwjaarsmorgen proberen drie agenten bij een uitgaansgelegenheid in Bunnik twee vechtende groepen uit elkaar te halen. Dat lijkt aardig te lukken. Ineens springt in het tumult een jongeman, de 20-jarige van S., een van de politiemensen om de nek. Hij deelt een klap uit. De getroffen agent proeft bloed.
Bij de rechter zegt Van S. dat hij zich de gang van zaken niet goed meer kan herinneren. „Het is een wazig moment.” Dat hij een klap uitdeelde, dat geeft hij min of meer toe. „Een afzwaaier, in een reflex misschien. Iedereen vloog voorbij.” In ieder geval, verzekert de wat lacherig overkomende jongeman, heeft hij „heel veel spijt” van „wat er is gebeurd.”
De jongeman uit Wijk bij Duurstede zegt zich niet bewust te zijn geweest van het feit dat hij uitgerekend een agent te grazen nam. Vlak na het incident vertelde hij kennelijk nog een ander verhaal. Toen zei hij tegenover de politie iets als: „Ik herinner me dat ik een agent sloeg.”
Nee, verzekert Van S. nu: „Ik zal nooit uit mezelf agenten slaan. Ik respecteer hun werk.” Feit is dat hij al eerder 120 euro boete kreeg voor het niet opvolgen van een ambtelijk bevel.
„Heel treurig”, noemt officier van justitie R. Kruyk het wangedrag van de jongeman. Van S. wist drommels goed dat hij een agent sloeg, vindt de aanklager. Hij eist een celstraf van zes weken, waarvan twee weken voorwaardelijk. Daarnaast moet Van S. 250 euro schadevergoeding aan de gewonde agent betalen en dient hij bij de komende jaarwisseling binnen te blijven.
Politierechter D. J. van Maanen kent geen pardon. Hij legt Van S. een hogere straf op dan geëist. De jongeman krijgt tien weken cel, waarvan twee weken voorwaardelijk. Ook moet hij, zoals geëist, bij de komende jaarwisseling binnen blijven en de agent 250 euro betalen. „Het is uit den boze dat u een agent op z’n rug springt. Dat u die agent slaat, reken ik u erg aan.” Van S. schrikt. Met betraande ogen loopt hij achter de parketpolitie aan. Richting gevangenis.
Onaanvaardbaar
Dit jaar keerden opnieuw tientallen mensen in Nederland zich tijdens de jaarwisseling tegen hulpverleners. Deze keer ging het, op basis van begin deze week verstrekte cijfers, om 110 incidenten. Dat zijn er vijf minder dan vorig jaar. Minister Opstelten van Justitie vindt dat aantal van 110 onaanvaardbaar hoog. Opmerkelijk is dat in ons omringende landen als België, Frankrijk en Duitsland nauwelijks hulpverleners worden belaagd. Dat was althans het beeld uit een belrondje van de NOS, eerder deze week. Rijst de vraag: Welke geest vaart er in Nederlandse feestvierders? Wat bezielt hen om agenten en andere hulpverleners aan te vallen?
„Mensen grijpen het festijn rond de jaarwisseling aan om los te gaan”, zegt filosoof en socioloog Bas van Stokkom, auteur van het in 2010 verschenen boek ”Wat een hufter”.
De verhuftering in Nederland heeft niet alleen te maken met „tanend gezag”, maar ook met „groeiende assertiviteit”, signaleert Van Stokkom. „Het devies is: Kom op voor jezelf, hou geen rekening met een ander. Van links tot rechts, van SP tot PVV. Dat vind ik buitengewoon zorgwekkend.”
Hoe verklaart u dat in landen als België en Duitsland zich minder geweld tegen hulpverleners lijkt voor te doen?
„In Nederland ontbreekt het aan een brede, conservatieve beweging. Het CDA is gemarginaliseerd. Landen als Duitsland, Engeland en Frankrijk kennen zo’n beweging nog wel. Daar wordt meer geageerd tegen abortus, euthanasie, drugs, homoseksualiteit. Binnen dergelijke bewegingen heerst sociale controle, waardoor bij mensen minder gauw alle remmen los gaan. In een land als België zijn zaken als fatsoen en vriendelijkheid veel sterker verankerd.
Natuurlijk moet je oppassen om te generaliseren, maar Nederland is als het ware een libertaire vrijstaat geworden. Vrijheid, blijheid, bemoei je met je eigen zaken. Er is een sterke afkeer van moralisme. Je fatsoenlijk gedragen wordt als een inbreuk op de persoonlijke vrijheid ervaren. Dat heeft ook te maken met een gemankeerde opvoeding. Zelfcontrole wordt te weinig benadrukt. In zo’n situatie wordt het moeilijker om anderen in Nederland tot rust te manen.”
Speelt ook mee dat mensen raddraaiers op straat niet durven aan te spreken?
„Ja. Angst is de belangrijkste reden waarom mensen zich koest houden. Burgermoed is een moeilijke kwestie. Je moet het juiste evenwicht zien te vinden tussen overmoed en lafheid. Een klein aantal mensen heeft de bereidheid die moed op te brengen. Mensen aanspreken vergt een zekere overtuigingskracht, zeker als jongeren in groepsverband opereren. Ga daar maar eens tegen in.”
Heeft geweld tegen hulpverleners ook niet te maken met overvloedig drankgebruik?
„Natuurlijk spelen drugs- en drankgebruik een rol. Maar ik vind het flauw en te goedkoop om dat als belangrijkste reden te noemen. In Duitsland en Frankrijk zullen mensen ook drank en drugs gebruiken, maar lijkt het geweld tegen hulpverleners zich minder voor te doen.”
In grote steden zoals Amsterdam en Den Haag zorgen Marokkaanse jongeren tijdens de jaarwisseling voor problemen, signaleert Van Stokkom. „Daar spelen ze een kat-en-muisspel met de politie. Uit een studie uit 2009 naar vreugdevuren in Den Haag blijkt dat Marokkaanse jongeren auto’s in brand steken. Opvallend is dat ze zelf nauwelijks vuurwerk afsteken, maar de jaarwisseling aangrijpen om brand te stichten. Je ziet wel dat de afgelopen jaren die overlast is aangepakt, bijvoorbeeld door toezicht van buurtvaders.”
Maar zeker niet alleen allochtone jongeren zorgen voor de problemen tijdens oudjaar, benadrukt Van Stokkom. „Ook autochtone Nederlanders op het platteland misdragen zich. Nogal wat berichten over overlast komen uit de dorpen. Dat geeft te denken.”
U hebt een somber verhaal.
„Dat klopt. Tegelijkertijd zie je dat we in ons in Nederland veel zorgen maken over dit probleem. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau staat de bezorgdheid hierover zelfs boven aan de lijst met zorgpunten. Maar veel mensen zijn niet in staat te zeggen: Fatsoen en vriendelijkheid doen ertoe. Daarop wordt nogal eens lacherig en spastisch gereageerd.”
„Spijt over uitschelden agenten”
„Wacht maar! Ik zorg ervoor dat mijn vader jullie kapotschiet!” Die woorden schreeuwde de 23-jarige Utrechter H. afgelopen nieuwjaarsdag tegen agenten.
Geregeld barst hij in tranen uit. Met een doek veegt hij zijn ogen schoon. Het incident in Utrecht, waar H. voor vast is gezet, lijkt de jongeman behoorlijk aan te grijpen, zo blijkt twee dagen later bij de Utrechtse politierechter, waar een supersnelrechtzitting over oudjaarsgeweld plaatsheeft. H. heeft een paar dagen in de cel gesleten. „Verschrikkelijk. Ik hoor daar niet thuis.”
Met een paar vrienden viert H. in Utrecht de jaarwisseling. Ze hebben in een uitgaansgelegenheid wat gegeten en gedronken. Buiten gekomen ontstaat een conflict. De politie werkt twee vrienden van H. tegen de grond.
H. zegt dat hij richting de agenten liep om te „vragen wat er aan de hand was.” In zijn lezing blijft hij „op geruime afstand” staan. Even nadat hij zijn handen omhoog heeft gestoken, krijgt hij alsnog een klap met de wapenstok. „Vol op mijn sleutelbeen. Ik was verbaasd en verbouwereerd. Ik begreep er niks van. Ik vind dat de politie fouten heeft gemaakt. Ik had veel pijn. Uit onmacht heb ik iets doms geroepen. Dat had ik absoluut nooit mogen doen. Ik heb daar veel spijt van. Ik wilde die agenten niet officieel bedreigen.”
Officier van justitie H. Kruyk stelt dat de agenten H. „een aantal keren” hebben weggestuurd. „Pas na heel veel waarschuwingen gaat hij weg.” De agenten zijn „enorm geschrokken” van H.’s „vreselijke woorden”, benadrukt de aanklager. Kruyk eist een celstraf van één week en een werkstraf van 90 uur, waarvan 30 uur voorwaardelijk. Ook moet H. de komende jaarwisseling binnen blijven. Verder dient hij beide agenten elk 300 euro te betalen.
H.’s advocaat, mr. S. Vermeulen, stelt dat H. slechts één keer is gewaarschuwd door de politieagenten. Het dreigement dat zijn vader de agenten zou beschieten, moet met een korreltje zout genomen worden, voegt hij daaraan toe. „H.’s vader is fotograaf. H. zelf is een rustige jongen.”
Politierechter D. J. van Maanen oordeelt milder dan de officier van justitie. De Utrechter, blanco strafblad, krijgt 40 uur werkstraf. Hij moet de agenten ieder 100 euro smartengeld betalen. „U ziet er niet uit als een persoon die strafbare feiten pleegt, maar u moet dit niet roepen.”