Streekarchivaris vecht met de tand des tijds
Er mag dan een wat muffe lucht hangen, de inhoud van het streekarchief in Harderwijk is van onschatbare waarde. Sommige particulieren hebben al ontdekt hoe handig het archief is voor bijvoorbeeld het speuren naar verre voorouders. En nog gratis ook.
Voor de gemiddelde Nederlander zijn de gemeentelijke archieven onbekend terrein. „Jammer”, vindt drs. H. van Aalst-Houbraken, archivaris van het streekarchivariaat Noordwest-Veluwe. „Er is hier zo veel interessante gratis informatie te vergaren. Soms hebben we schoolklassen op bezoek, je kent dat wel. Morrende gezichten, maar als ze er eenmaal lol in krijgen om hun voorouders op papier te ontmoeten, zijn ze hier niet meer weg te slaan.”
Van Aalst-Houbraken reist voor haar werk over de Noordwest-Veluwe naar de verschillenden gemeenten die onder het streekarchivariaat vallen. Dat zijn Oldebroek, Putten, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet en Elburg. „Voor het einde van het jaar hopen we de registers van de burgerlijke stand en de bevolkingsregisters van alle aangesloten gemeenten op microfiche te hebben”, vertelt de archivaris. „Dat betekent dus dat mensen die naar iets op zoek zijn binnen de Noordwest-Veluwe niet meer van de ene naar de andere gemeente hoeven te reizen om aan hun gegevens te komen.”
De ouderdom van sommige stukken is hoog. Het archief van Elburg gaat terug tot de 14e eeuw, dat van Harderwijk maar liefst tot de 13e eeuw. „Vooral de oude stukken hebben baat bij een luchtvochtigheid van 55 procent en een temperatuur van ongeveer 17 graden”, zegt Van Aalst-Houbraken, een openbare brief uit 1590 van het stadsbestuur van Harderwijk in handen houdend. De sierlijke letters in Oudnederlands geven het lichtvergeelde perkament een historisch uiterlijk. Op het document zit het officiële zegel van het toenmalige stadsbestuur.
De archivaris voert een eindeloos gevecht. Met schimmels en met de tand des tijds. „De archiefwet van 1995 schrijft ons voor dat het gebruikte materiaal minimaal een eeuw mee moet gaan. Daarom moet bijvoorbeeld papier zuurvrij zijn. Schimmels vormen echter een grote bedreiging voor papier. Schimmels zitten overal in de lucht. Als het in een archiefruimte te warm of te vochtig wordt, hebben ze vrij spel. De documenten worden erdoor opgegeten.”
Kortgeleden nog sloeg het streekarchivariaat alarm over de dreiging van schimmels in het Nunspeetse archief. „De media deden alsof schimmels een nieuw gevaar voor het archiefpapier vormden. Niets is minder waar. De dreiging van schimmels is er altijd al, maar in Nunspeet was de klimaatbeheerser kapot.”
Digitalisering van de gegevens is volgens Van Aalst-Houbraken niet de goede oplossing. „Ook aan digitale documenten is de eis gesteld dat ze over honderd jaar nog intact zijn. Nu is het natuurlijk al de vraag in welk bestandsformaat je een document moet opslaan. Maar het grootste probleem is de ’drager’ waarop de informatie gezet moet worden. Van diskettes, dvd’s en cd-roms staat vrijwel vast dat zij niet geschikt zijn om informatie zo’n lange tijd op te slaan en intact te laten.”
Naast schimmels vormen water en vuur de twee grote vijanden van archieven. In oktober vorig jaar liep in Wijk bij Duurstede de archiefbewaarplaats van het streekarchivariaat Kromme-Rijngebied-Utrechtse Heuvelrug onder water, nadat de grondwaterpompen van een naastgelegen bouwput dienst weigerden. Het kostte miljoenen euro’s om de archiefstukken met speciale vriestechnieken weer in goede staat terug te brengen. „Vreselijk was dat. Je moet er niet aan denken dat zoiets ook hier gebeurt”, zegt Van Aalst-Houbraken, starend naar een enorme drempel die bij mogelijk onderlopen van de kelder een eerste obstakel voor het water vormt. „Brand zou trouwens ook afschuwelijk zijn. De vloeren en wanden van een archief moeten van overheidswege een bepaalde dikte hebben om brandwerend te zijn. Maar ja, je weet nooit.”
Archieven zijn voor iedere burger in Nederland toegankelijk. Iemand die bij graafwerkzaamheden in zijn tuin potscherven vindt, kan in een archief terecht om na te gaan wie in de loop der eeuwen de bewoners van zijn huis zijn geweest. Zelfs de geschiedenis van het stukje grond kan nagetrokken worden. „Daarvoor kun je oude bevolkingsregisters raadplegen”, zegt Van Aalst-Houbraken. „In het kadastraal archief kun je zelfs nog verder gaan. Daarin is de geschiedenis te vinden van het stuk grond waarop het huis staat. Het interessante is dat straatnamen vaak afgeleid zijn van activiteiten die in vroeger eeuwen op dat stuk grond werden uitgevoerd.”