Kerk verliest nooit recht om zending te bedrijven
Heeft de westerse kerk door alle misstanden in de geschiedenis nog wel het recht om zending te bedrijven?
De geschiedenis van de westerse kerk kent zwarte bladzijden. De westerse kerk heeft in de twintig eeuwen van haar bestaan meegedaan aan bloedige oorlogen. Een groot deel van deze periode waren politieke en kerkelijke macht nauw met elkaar verweven. En in de periode dat handelen en getuigen samen konden gaan, ging het toch vooral om de ”warengodsdienst” in plaats van de ware godsdienst. Ook in de tijd van de kolonisatie heeft de westerse kerk veel krediet verspeeld. En zo zijn er talloze zwarte bladzijden te beschrijven.
Daarbij komt dat de westerse kerk van nu sterk op haar retour is. Het zwaartepunt van de christelijke kerk in de wereld verplaatst zich steeds verder naar het Zuiden. De secularisatie slaat hard toe in Europa, en de christelijke kerk die nog bestaat, is qua belijden zeer verdeeld. Standpunten over de geloofsleer lopen zo sterk uiteen dat ze elkaar zelfs tegenspreken. Wat kun je als westerse kerk nog betekenen in de wereld als je in eigen huis zo ontzettend verdeeld bent?
Bovendien hebben een zekere lauwheid en matheid zich als een deken over het overgrote deel van de westerse kerk uitgespreid. Beïnvloed door allerlei ontwikkelingen in wijsbegeerte en wetenschap kan iets niet volledig 100 procent waar zijn voor iedereen en op alle plaatsen in de wereld. Hoewel in een deel van de christelijke kerk deze gedachte niet wordt onderschreven, is zij er wel mee besmet. Een schaamte voor de Bijbelse boodschap heeft veel kerkleden bevangen.
Offers
Zo te zien lijkt de westerse kerk haar krediet te hebben verloren. Toch zijn er ook zaken die aan de andere kant van de weegschaal gelegd kunnen worden.
Als we de zendingsgeschiedenis van de laatste twee eeuwen doorbladeren, komen we onder de indruk van de offers die gebracht zijn. Door het getuigenis dat van de christelijke boodschap uitging en de inzet van velen vonden er grote veranderingen plaats in de persoonlijke levens van mensen en in de samenleving. De vele beschrijvingen laten zien hoe krachtig de invloed van de zending geweest is. In veel landen en kerken in het Zuiden denkt men dan ook met dankbaarheid terug aan hen die grote offers brachten om het Evangelie bekend te maken.
Verder kan men van zendingswerkers, net zomin als van seculiere werkers die in het buitenland werkzaam zijn, niet verwachten dat zij zich los kunnen maken van hun eigen culturele achtergronden. Dat lukt niemand, eenvoudigweg omdat het ontmantelen van de eigen culturele achtergrond gelijkstaat aan het aannemen van een andere identiteit. Niet dat daarmee fouten mogen worden goedgepraat en misstanden gelegitimeerd. Maar zendingswerk is niet per se werk van onderdrukking en uitbuiting geweest of een vorm van imperialisme als de persoon uit het Westen kwam en overtuigd was van de exclusiviteit van zijn boodschap en de legitimiteit van zijn bijdrage.
Bovendien hebben de zendingen in veel landen de basis gelegd voor een beter model van samenleven en economische ontwikkeling. Zo kwam enkele jaren geleden de atheïst Matthew Paris in dagblad The Times er openlijk voor uit dat christelijke evangelisatie geweldig bijdraagt aan de ontwikkeling van Afrika. De verandering die daardoor wordt veroorzaakt, is grondiger en dieper dan wat seculiere ontwikkelingsorgansiaties tot stand brengen, zo betoogde hij. Veel leiders van landen in het Zuiden hebben hun eerste vorming en onderwijs genoten op zendingsscholen. En verder heeft de inspanning van de westerse kerk om de Bijbel te vertalen ervoor gezorgd dat tal van culturen en talen zijn bewaard. Ook dat zijn vruchten van (westerse) zending geweest.
Nog afgezien van de tijdloosheid van de opdracht tot zending, door Christus gelegd op de schouders van iedere kerk, kan de westerse kerk het recht op zending niet zomaar worden ontnomen. Wel is volgens de Maleisische methodistische bisschop Hwa Yung nodig dat de kerk niet met een schuldcomplex, een angst en onzekerheid om in dezelfde fouten als voorheen te vervallen, blijft zitten. Een schuldcomplex verlamt immers. Fouten zijn er gemaakt, persoonlijk door zendelingen, maar ook collectief als kerken. Daarover mag niet gezwegen worden. Sterker nog, deze moeten worden beleden voor Gods aangezicht, in het verborgen en in het openbaar. Hoogmoedige zelfhandhaving en trots behoren in het woordenboek van zending niet voor te komen. Maar fouten die gemaakt zijn en nog gemaakt zullen worden, staan de integriteit van de opdracht tot zending van de westerse kerk niet in de weg.
Houding en boodschap
Hoe wordt deze integriteit bewaard? Twee zaken zijn van belang: de houding en de boodschap. De houding dient er een te zijn van ootmoed en dienstbaarheid. Superioriteit, machtsuitoefening en dwang doen afbreuk aan de integriteit. Zendingswerkers zijn schepselen onder de schepselen, of zoals de Schotse predikant Robber Murray M’Cheyne het zei, stervenden onder de stervenden. Het (westers) bezit van geld en middelen, organisatietalent en visie kan in de weg staan. Dat is een kwetsbaar punt dat aandacht verdient.
Het tweede dat de integriteit bewaart, is de boodschap. Zending is geen gebiedsuitbreiding van de christenen. Het gaat erom anderen bekend te maken met het Woord van God. En anderen te brengen tot de verheerlijking van God, hun Schepper. Het gaat om het heil en de zaligheid van de medemens. Christenen verkondigen niet de volmaaktheid van de kerk of hun theologie, maar de volmaaktheid van Christus, heeft ds. J. Overduin eens geschreven. Overigens, van de waarheid en exclusiviteit van die boodschap dienen zendingswerkers ten volle overtuigd te zijn. Een boodschapper die niet achter zijn boodschap staat, verliest zijn integriteit.
Een kerk verliest nooit het recht om missionair te zijn. De opdracht ertoe komt niet uit de mens voort, maar is haar door het Woord van God opgelegd. Maar haar integriteit kan wel ter discussie staan. Zelfreflectie blijft nodig. Ook hier geldt dat de christelijke kerk nooit zonder voortdurende bekering kan, bekering van eigen denkbeelden en idealen.
Drs. J. H. van Doleweerd, docent godsdienst, cultuur en zendingswetenschappen aan de CGO-hbo en missioloog en toeruster bij Zending Gereformeerde Gemeenten Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl
Verder lezen over dit onderwerp
Bishop Hwa Yung, A Fresh Call for U.S. Missionaries, (Christianity Today, november 2011)
Matthew Parris, As an atheist I truly believe Africa needs God (Times Online, 8 januari 2009)