Neurowetenschapper prof. Aleman: fascinatie voor de grijze massa
Al jong raakte hij geïnteresseerd in het gedrag van mens en dier. Nu houdt prof. dr. A. Aleman zich dagelijks bezig met onderzoek naar het menselijk brein. Zijn werk heeft hem nooit doen twijfelen aan de Schepper. „Als ik die mooie hersenplaatjes zie, denk ik: Hoe groot zijt Gij.”
Prof. Aleman, hoogleraar cognitieve neuropsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, sprak donderdag in Doorn op een bijeenkomst voor predikanten van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland. „Het menselijk brein”, zegt hij, „is het meest complexe object dat ons bekend is in het heelal. Ik schat dat we nog geen 10 procent weten van hoe het daarbinnen werkt, dus er valt nog veel te ontdekken.”
In uw jongste boek, ”Hersenspinsels”, verklaart u waarom we dingen zien, horen en denken die er niet zijn. Betekent dit dat ons brein ons vaak voor de gek houdt?
„Het is niet zo dat ons brein ons steeds voor de gek houdt. Wel is het goed om te beseffen dat de verwachtingen en wensen die we hebben een sterke invloed kunnen hebben op wat we waarnemen en ervaren. Als je verwacht dat je een stem kunt gaan horen, is de kans ook daadwerkelijk groter dát je een stem gaat horen. Dat wil niet zeggen dat alle religieuze ervaringen een product van de menselijke geest zijn, maar wel dat de menselijke geest er sterk bij is betrokken en zelf bij kan dragen aan de vorm en de inhoud van de ervaringen.”
De stelling van neurowetenschapper Dick Swaab dat wij niet meer zijn dan ons brein, weerspreekt u. Wat ziet Swaab over het hoofd?
„Hij ziet over het hoofd dat de werkelijkheid gelaagd is. Swaab gaat ervan uit dat er ten diepste niets meer is dan materie, en dat verklaringen voor ons doen en denken uiteindelijk teruggebracht moeten worden tot materiële processen. Ik denk dat je met die benadering essentiële kenmerken van menselijk gedrag, zoals doelgerichtheid en betekenisverlening, geen recht doet. Er zijn meerdere niveaus van verklaring nodig om de werkelijkheid goed te begrijpen. De mens is niet alleen een stoffelijk wezen, maar heeft ook een denk- en gevoelswereld. In zijn betrokkenheid op zaken die hemzelf overstijgen, is de mens spiritueel.”
Swaab impliceert hiermee dat er geen vrije wil is. Kun je vanuit de neurowetenschappen zeggen of de mens een vrije wil of een geknechte wil heeft?
„De stelling dat de mens geen vrije wil heeft, is gebaseerd op een beperkt aantal experimenten. Er bestaat verschil van inzicht over hoe de resultaten moeten worden geïnterpreteerd. Ik spreek liever van een bewuste wil. Er is genoeg bewijs dat de mens bewust keuzes kan maken. Volledig vrij zijn we echter niet, al denken we dat vaak wel. Ons gedrag wordt ingeperkt door culturele invloeden en onbewuste drijfveren.”
Wat zegt de hersenwetenschap over geloofsbeleving?
„Daar is nog weinig onderzoek naar gedaan. Het onderzoek tot nu toe laat zien dat hersengebieden die betrekking hebben op emotie, zelfbesef, nadenken en ruimtelijk bewustzijn actief zijn tijdens religieuze ervaringen. Als je alle studies op een rij zet, lijken de resultaten erop te wijzen dat heel het brein erbij betrokken is.
Er is onder andere onderzoek gedaan bij boeddhistische monniken en rooms-katholieke nonnen. Je zou kunnen zeggen dat een diepe overtuiging je hele wezen raakt. Maar hersenonderzoek kan niks zeggen over de vraag of de inhoud van die ervaringen een product is van onze eigen geest of dat hij voortkomt uit een hogere macht.”
Kan de hersenwetenschap een bijdrage leveren aan een beter begrip van het christelijk geloof?
„Niet snel. Hersenwetenschap beweegt zich op het biologische en psychologische verklaringsniveau, terwijl het christelijk geloof betrekking heeft op geestelijke vragen. Het is interessant dat sommige inzichten mooi op elkaar aansluiten. Zo blijkt uit veel recent onderzoek dat empathie belangrijk is om harmonieus te kunnen samenleven. Hersengebieden die pijn doorgeven, worden actief als je een ander pijn ziet lijden.
De Amerikaanse predikant Tim Keller wijst erop dat de christelijke moraal van meet af aan onderscheiden was van de moraal van die van de omringende volken. Stond in andere culturen het ”zelf” centraal, in het christelijk geloof gaat het om de ander. Je voelt en denkt mee hoe het voor de ander is.
Los daarvan denk ik dat het goed is om kennis te nemen van bevindingen uit de psychologie en de neurowetenschappen. Meer inzicht in menselijk gedrag en in de problemen met menselijk gedrag kan geen kwaad in het pastoraat.”
U houdt zich bezig met hallucinaties, wanen, eigenlijk met de krochten van de menselijke geest. Hebt u ooit getwijfeld aan de Schepper van het brein?
„Ik zou het geen krochten van de geest noemen; in mijn boek ”Hersenspinsels” probeer ik juist te betogen dat de manier waarop onze hersenen werken gemakkelijk kan leiden tot vergissingen in de waarneming en het denken.
Ik vind het intellectueel integer om af en toe je eigen wereldbeeld tussen haakjes te zetten en de standpunten van bijvoorbeeld agnosten en atheïsten serieus te nemen. In die zin stel ik mezelf wel eens kritische vragen over het bestaan van God en het gezag van de Bijbel. Maar als ik alternatieven overweeg, moet ik concluderen dat ze het niet halen bij de overtuigingskracht van het Bijbelse geloof. De wondere werking van de hersenen heeft me nooit doen twijfelen aan de Schepper. Als ik die mooie hersenplaatjes zie, denk ik eerder: Hoe groot zijt Gij.”
Aleman
Prof. dr. André Aleman (1975) werd geboren in Leiden. In 1993 slaagde hij voor het atheneum aan de scholengemeenschap Pieter Zandt te Kampen. Hij studeerde neuropsychologie en fysiologische psychologie aan de Universiteit Utrecht. Zijn doctorsgraad behaalde hij cum laude aan dezelfde universiteit. Sinds 2006 is Aleman hoogleraar cognitieve neuropsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn meest recente boek verscheen in februari 2011, onder de titel ”Hersenspinsels. Waarom we dingen zien, horen en denken die er niet zijn”.
Aleman is lid van de gereformeerde gemeente in Groningen. Hij is getrouwd en vader van vijf kinderen.
Dit interview is een onderdeel van de serie kerkbreed. In kerkbreed komt iedere week iemand aan het woord die een reflectie geeft op een opvallende gebeurtenis of ontwikkeling in het kerkelijk leven. Lees meer interviews met spraakmakende personen van dat moment in ons dossier.