Marc Thoutenhoofd uit Ermelo
„Toen ik zonder werk zat, was ik afhankelijker van de Heere.” Marc Thoutenhoofd (40) uit Ermelo was vanaf januari 2009 dertien maanden werkloos. „Ik wilde dat de kinderen daar zo min mogelijk onder hoefden te lijden, zij bleven zo veel mogelijk doen wat ze daarvoor ook al deden.”
Oorspronkelijk was Thoutenhoofd vrachtwagenchauffeur bij Defensie. Hij werd uitgezonden naar onder andere Joegoslavië. Na zijn trouwen wilde hij een minder onregelmatige baan en volgde hij de hbo-opleiding milieumanagement. „Ik speelde met de gedachte om docent te worden, maar dacht dat het niets voor mij zou zijn. Achteraf heb ik de verkeerde keus gemaakt.”
Eenmaal milieumanager werd Thoutenhoofd door zijn werkgever gedetacheerd bij overheden en grote bedrijven. „Ik moest bijvoorbeeld de nieuwe milieuwetgeving toepassen op de vergunningverlening in een gemeente.” In september 2008 hoorde hij dat zijn contract per 1 januari 2009 niet werd verlengd. „Ik kreeg vanaf die datum een Werkloosheidswetuitkering. Dat was 70 procent van het laatst genoten salaris. In mijn geval betekende dit dat er maandelijks zo’n 1250 euro in plaats van 1800 euro binnenkwam.”
Het echtpaar Thoutenhoofd nam een aantal maatregelen om de vermindering van het inkomen op te vangen. Echtgenote Marian breidde het aantal uren dat ze werkt bij ggz-instelling Meerkanten in Ermelo uit van twaalf naar twintig. Thoutenhoofd zette een eigen bedrijfje op om zich als zzp’er te verhuren als milieuadviseur. En er moest worden bezuinigd. „Ik wilde dat onze drie kinderen zo min mogelijk onder mijn werkloosheid zouden lijden. Ze moesten bijvoorbeeld wel verjaardagsfeestjes blijven houden.”
De Thoutenhoofds bezuinigden vooral op luxeboodschappen, zoals wijn en chips. Verder kochten ze minder kleding, en als dat toch nodig was gebeurde het in de uitverkoop. „We werden afhankelijker van de Heere”, zegt Thoutenhoofd eerlijk. „In de zomer had ons zoontje nieuwe schoenen nodig. Daar was eigenlijk geen budget voor. Juist die week kregen we schoenen van kennissen. Zo hebben we gemerkt dat de Heere ons niet vergat.” De familie ging in de zomer wel op vakantie, maar deed dat een stuk soberder dan anders. „Ook hebben we ons huis verhuurd, dat leverde toch weer een paar honderd euro op.”
De diaconie van hun kerkelijke gemeente bood hulp aan. „Dat waardeerden we zeer, maar gelukkig hoefden we er geen gebruik van te maken.”
Langzamerhand ging Thoutenhoofd steeds meer aan een baan in het onderwijs denken. In november 2009 solliciteerde hij en in februari 2010 begon hij als docent biologie op het Van Lodenstein College in Amersfoort. „Ik heb dit als besturing van boven gezien. Misschien moest ik wel werkloos raken om dit verantwoordelijke en mooie werk toch te gaan doen.”