Izak zit in het tweede jaar van de mbo-opleiding sociaalagogisch werk op het Hoornbeeck College in Amersfoort. Hij woont nog bij zijn ouders. „Dat scheelt wel in kosten. Ik hoef bijvoorbeeld geen boodschappen te doen. Mijn kleren betaal ik ook niet zelf, behalve als ik iets graag wil hebben en mijn moeder het niet nodig vindt.”

Elke maand krijgt Izak studiefinanciering. Met de verdiensten van zijn zaterdagbaantje erbij komen zijn maandelijkse inkomsten op ongeveer 275 euro. Meestal houdt Izak daar niet zo veel van over aan het eind van de maand. „Het ligt er net aan hoe hoog mijn telefoonrekening is.”

De kosten voor het gebruik van zijn mobieltje lopen voor Izak op tot meer dan 100 euro per maand. Het meeste geld gaat op aan sms’jes aan zijn vriendin Gertine, met wie hij inmiddels anderhalf jaar verkering heeft. „Het is al een stuk minder dan in het begin”, vertelt Izak. „Toen gaf ik elke maand 250 euro uit aan mijn telefoon. Als je uitrekent hoeveel dat per jaar is, schrik je wel even.”

De oorzaak van de hoge telefoonrekening is volgens Izak vooral zijn onvoordelige abonnement. „Ik betaal een hoog maandbedrag omdat er ook internet in mijn pakket zit. Maar eigenlijk gebruik ik dat nooit, want ik ben het wachtwoord vergeten. Voor de sms’jes die ik verstuur, moet ik apart betalen, ik geloof 8 of 10 cent per stuk. Gemiddeld stuur ik per maand zo’n 800 sms’jes, dus dan loopt het snel op.”

Izak is van plan binnenkort een speciaal sms-abonnement af te sluiten. „Met zo’n bundel kun je voor 10 euro per maand 1000 sms’jes versturen. Maar ik moet eerst nog bij de bank langs om het te regelen. Dat is er nog niet van gekomen.”

Ook zijn lidmaatschap bij de voetbalclub kost Izak geld. „Dat betalen mijn ouders niet voor mij. Volgens mij kost het 150 euro per jaar. Verder moet ik eens in de zoveel tijd een nieuwe trainingsbroek of voetbalschoenen. Pas heb ik nog een paar gekocht dat was afgeprijsd van 200 naar 90 euro. Eigenlijk nog best veel geld als je bedenkt dat je ze maar één keer per week draagt.”

Izak schat dat hij minder geld uitgeeft dan zijn leeftijdsgenoten. „Ik ga bijvoorbeeld niet uit, en dat kost heel veel. De Bijbel zegt ook dat je sober moet leven. Dat moet je wel in je achterhoofd houden, al is het in de praktijk lastig. Ik probeer in ieder geval niet alles te kopen wat ik leuk vind. En o ja, ik geef per jaar ook nog een tientje aan de VBOK.”

Sparen vindt Izak vooral iets voor later. „Als je jong bent, verdien je nog maar weinig. Van dat geld mag je ook wel genieten, vind ik. Als ik straks een vaste baan heb, is het vroeg genoeg om te beginnen met sparen. Dan gaat het ook veel sneller.”