Kerk & religie

Prof. Aleman: We zijn meer dan ons brein

DOORN – Bijna-doodervaringen (bde’s) zijn niet per se religieuze ervaringen. Volgens prof. dr. A. Aleman, hoogleraar cognitieve neuropsychologie in Groningen, kunnen veel van deze ervaringen worden opgeroepen door de hersenen te prikkelen. Toch is het voor Aleman helder: „We zijn meer dan ons brein.”

Kerkredactie
6 January 2012 10:48Gewijzigd op 14 November 2020 18:33
Prof. dr. A. Aleman, hoogleraar psychologie en neurowetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Foto Anton Dommerholt
Prof. dr. A. Aleman, hoogleraar psychologie en neurowetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Foto Anton Dommerholt

Prof. Aleman sprak donderdag op de tweede dag van de predikanten­contio van de Gereformeerde Bond in Doorn over ”Het brein”. Volgens toekomstig GB-voorzitter ds. A. J. Mensink is de lezing een reactie op de bestseller van hersenonderzoeker Dick Swaab. Deze stelt dat alles, zoals vrije wil en religieuze ervaringen, wordt geregeld via het brein. „Determinisme ten top”, vindt ds. Mensink.

Volgens Aleman gaat Swaab „de perken van zijn deskundigheid te buiten.” Hij stelt dat we de werking begrijpen van nog maar 10 procent van het brein. Het onderzoek naar „het spirituele brein” is bovendien betrekkelijk recent opgestart.

Religieuze ervaringen gaan gepaard met neutrale activiteiten in de hersenen, legt Aleman uit. Zo ligt de mate van zelfreflectie vast in het brein. Ook het horen van stemmen –wat mogelijk de visioenen van profeten waren– wordt wel uit hersenactiviteit verklaard.

De conclusie van het onderzoek naar bde’s door cardioloog Pim van Lommel, dat de geest los van de hersenen functioneert, is echter aanvechtbaar. Aleman: „Na een hartstilstand kunnen hersenen nog tien minuten doorwerken. Er kunnen dan reflexen optreden bij de hersenstam, die REM-slaapactiviteiten oproepen. Zo hangt de tunnel­ervaring samen met verminderde bloedtoevoer naar het netvlies.” Wie hieruit concludeert dat er niets hogers is dan het brein, zit op een fout spoor. „Je kunt religieuze ervaringen niet reduceren tot louter hersenactiviteit.”

Aleman is voorstander van een complementaire verhouding tussen religie en wetenschap. „De wetenschap heeft haar beperkingen. Geloof gaat net zo goed over feiten. Het geloof kan ook waarheidsaanspraken maken.”

Dr. M. J. Kater, docent aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, sprak over de afkomst en status van Jezus Christus vanuit de vraag in Markus 4: „Wie is toch Deze?” „Jezus’ persoon en werk zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Zijn werk brengt aan het licht wie Hij is, en wie Hij is, stempelt Zijn werk.”

De tegenwoordige tijd in de tekst is van groot belang, aldus dr. Kater. „Ik moest er ook aan denken bij de kerstfeestviering. Ik denk dat het van wezenlijk belang is dat we het bij Kerst niet hebben over 2000 jaar terug, maar over Iemand Die er is. Ik kan wel wat over een kind babbelen, maar nota bene: Hij is Jezus Christus. Hij is de Aanwezige, Die nu vanuit de hoge heerlijkheid werkelijk present wil zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer