Overtuigende roman over Duitse schoolkinderen en hun juffrouw in 1934
In de roman ”Jongens en vuur” beschrijft de Duits-Amerikaanse schrijfster Ursula Hegi één dag in het leven van schooljuf Thekla Jansen en haar jongensklas in het Rijnlandse stadje Burgdorf.
Die dag is 27 februari 1934, precies een jaar na de brand in de Rijksdag in Berlijn.
De hoofdstukken die gaan over die bewuste 27 februari 1934 worden afgewisseld met terugblikken op gebeurtenissen die zich vanaf 1899 voltrokken. In dat jaar ging het ongehuwd zwangere meisje Almut Bechtel vanuit Burgdorf naar het Tehuis van Sint-Margaretha in het Noord-Duitse Nordstrand om daar te bevallen en haar baby voor adoptie af te staan.
Tot een adoptie komt het echter niet, omdat Almut een maand voor de bevalling met de speelgoedmaker Wilhelm Jansen trouwt. Op deze manier wordt het feit verdoezeld dat de Joodse advocaat Michel Abramowitz uit Burgdorf de echte vader is van de baby –Thekla– die wordt geboren.
De twintigste eeuw kruipt in deze tussenhoofdstukken steeds dichter naar de dramatische dag in 1934. Thekla Jansen is groot geworden in Burgdorf, waar haar ouders zich vestigden en haar vader werk kreeg als speelgoedmaker. Haar moeder Almut werkte als huishoudster in het gezin Abramowitz.
Op de bewuste dag in 1934 is Thekla onderwijzeres aan een rooms-katholieke school. Ze is de opvolgster van de oudere Sonja Siderova, een vrouw van Joods-Russische afkomst die na mei 1933 niet meer welkom was op haar school. Omdat Thekla erg gesteld is op Sonja Siderova, van wie ze zelf nog les heeft gehad, stelt de aanvaarding van deze betrekking haar voor een groot loyaliteitsprobleem.
De wijze waarop Thekla Jansen lesgeeft, is kostelijk beschreven. Juf Thekla probeert aardrijkskunde, geschiedenis en biologie te combineren met het lezen van gedichten en het maken van tekeningen en opstellen.
De jongens zijn verkikkerd op hun juf. Vooral het jongetje Bruno Stosick. Bruno wil dolgraag lid worden van de Hitler-Jugend, maar zijn communistische ouders zijn daar mordicus tegen. Op die bewuste dag in 1934 leidt Bruno’s verscheurdheid tussen het vurig begeerde lidmaatschap en zijn ouders tot een dramatisch besluit: hij pleegt zelfmoord.
In Bruno wordt het conflict dat ook in Thekla Jansen woedt, het duidelijkst zichtbaar. Thekla vindt Hitler een armzalige schreeuwlelijk, maar ze ziet ook dat de Hitler-Jugend gezelligheid biedt en dat het pessimisme in de Duitse samenleving na de Eerste Wereldoorlog begint plaats te maken voor vertrouwen in de toekomst. Bovendien zijn verschillende nonnen van de school waaraan zij lesgeeft fanatieke vereerders van Adolf Hitler. Ze verlangen dat de andere onderwijzeressen daarin meegaan. Thekla Jansen moet dus omwille van het behoud van haar baan laveren tussen een geveinsde vereenzelviging met het Derde Rijk en heimelijke pogingen om bij haar ”jongens” innerlijke weerstand op te bouwen tegen de zuigkracht van het nationaalsocialisme.
Wanneer zij op 27 februari 1934 van Sonja Siderova hoort dat zij de dochter is van Michel Abramowitz, wordt haar volkomen duidelijk aan wiens kant zij staat. Toch zal zij de school niet verlaten en blijft zij heimelijk verzet plegen tegen de nazi’s.
”Jongens en vuur” is een waardevolle roman. De hechte band tussen Thekla Jansen en haar klas komt overtuigend naar voren.
De Rooms-Katholieke Kerk speelt in deze roman wel een zeer negatieve rol. De Duitsers zijn voor het merendeel pure meelopers. Dat de terreur van de nazi’s deze slaafsheid met harde hand afdwongen, komt in de roman slechts zijdelings aan bod.
Boekgegevens
”Jongens en vuur”, door Ursula Hegi, vertaald uit het Engels door Marga Blankestijn; uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen 2011; ISBN 978 90 295 7860 8; 271 blz.; € 19,95.