Fallujah raakt niet uit het slop
FALLUJAH (Al-Jazeera) — Zeven jaar na twee Amerikaanse campagnes tegen de stad Fallujah in Irak is de situatie er nog altijd miserabel. Er zijn tekenen van heropbouw, maar een tekort aan elektriciteit en stromend water blijft een groot probleem. Er heersen woede, wanhoop en instabliteit.
Na aanhoudende opstanden in april en november 2004 lanceerde het Amerikaanse leger twee grote campagnes in Fallujah, zo’n 60 kilometer ten westen van de Iraakse hoofdstad Bagdad. Daarbij vielen volgens Iraakse artsen honderden doden, onder wie veel vrouwen en kinderen. Een groot deel van de inwoners sloeg op de vlucht. Velen van hen zijn inmiddels teruggekeerd, maar duizenden van hen zijn dakloos of zitten zonder werk. Naar schatting 70 procent van de gebouwen is beschadigd of vernield.
„We vrezen voor wat er komt”, zegt Yassir Faisal, een inwoner van de stad die jarenlang als cameraman voor Reuters werkte. Volgens hem is het verzet in Fallujah „goed voorbereid op wat er komt” na de Amerikaanse terugtrekking. Steeds meer soennieten verlaten de gemengde wijken van Bagdad en trekken naar plaatsen als Fallujah.
„We verliezen twee tot drie agenten per dag”, zegt een politieagent die anoniem wil blijven. „Wat is er goed aan deze situatie? Elke dag zijn er moorden en bomaanslagen.”
Bakker Ayad Hadi is het daarmee eens. „Alles is hier slecht”, zegt hij. „Er is geen water, geen elektriciteit, geen goede gezondheidszorg. De werkloosheid ligt tussen de 75 en de 80 procent. Weduwen krijgen geen rechten of compensatie.” Volgens Hadi is de sfeer in de stad er een van depressie en wanhoop. „We hadden vroeger een arme klasse, een middenklasse en een rijke klasse. Nu zijn er enkel nog armen en rijken. Daarom heb ik geen hoop voor dit land.”
Tijdens het beleg in 2004 vochten sjiitische milities van het Iraakse leger mee met de Amerikaanse soldaten. Daar-door zijn de etnische breuklijnen in de voornamelijk soennitische stad versterkt.
De aanwezigheid van gewapende groepen in en rond de stad komt de stabiliteit niet ten goede. Een van de strijders zegt dat het verzet in Fallujah groeit.
De stad kreeg in 2008 een groter, moderner ziekenhuis, maar dat lijkt de uitzondering op de regel. De beloftes om scholen, huizen, moskeeën en regeringsgebouwen te bouwen, bleven ijdel. Hoewel Bagdad 100 miljoen dollar heeft begroot voor de heropbouw van de stad en nog eens 180 miljoen dollar voor huisvesting, is daar erg weinig van te merken in de straten van Fallujah.
„Ons water is vuil, we drinken meestal flessenwater. We hopen dat het beter wordt, maar de zaken gaan er elk jaar op achteruit”, sombert Barakat Yassin, een dagloner.
