Binnenland

Ruïne Slot Oostende in Goes zichtbaar

GOES – De restanten van Slot Oostende rondom de Singelstraat in Goes zijn dinsdag voor het eerst aan het publiek getoond.

Linda Otte
4 January 2012 11:29Gewijzigd op 14 November 2020 18:31
Een tekening uit 1695 van Isaac Hildernisse toont hoe Slot Oostende in Goes er rond 1500 uit moet hebben gezien. De restanten van het slot zijn gisteren opengesteld voor publiek. Foto Goes Promotie
Een tekening uit 1695 van Isaac Hildernisse toont hoe Slot Oostende in Goes er rond 1500 uit moet hebben gezien. De restanten van het slot zijn gisteren opengesteld voor publiek. Foto Goes Promotie

De oudste restanten van het slot in Goes dateren uit ongeveer 1300. Tot voor kort konden Goesenaren hier echter niets van zien, omdat de oude bioscoop aan de Singelstraat en een Grieks restaurant op de overblijfselen waren gebouwd.

De gemeente Goes kreeg nieuwe belangstelling voor de geschiedenis van het slot. Dat leidde ertoe dat de gemeente een aantal jaren geleden de desbetreffende panden aankocht en in oktober 2009 het besluit nam om de bioscoop te slopen en het restaurant te strippen, om verder archeologisch en bouwhistorisch onderzoek te doen.

Nu de werkzaamheden zijn afgerond, is de stichting Goes Promotie begonnen met het geven van rondleidingen door de restanten van het slot.

De waarschuwingen aan het begin van de bezichtiging maken al duidelijk dat er weinig meer intact is gebleven. „Let op bij de onderste trede van de trap, want die is zwaar beschadigd, en kijk uit dat je niet gaat staan op een plek waar de regen naar binnen komt”, zegt gids Caspar Mulders.

Vanaf het stadhuis op de Grote Markt leidt Mulders de groep door de Ostendestraat naar het slot. „De Ostendestraat en de Sint Adriaanstraat zijn boven op de vroegere slotgracht gebouwd, de Wijngaardstraat gedeeltelijk ook. Dat geeft een aardig beeld van de omvang van het slot in vroeger tijden.”

Na een korte, barre tocht door storm en regen gaat Mulders de groep voor naar een gedeelte van het slot dat stamt uit het begin van de 18e eeuw. Deze ruimte was deels herberg en deels winkel, behorend bij het slot. Via een trapje belandt de groep midden in de Grote Zaal, die voor allerlei doeleinden gebruikt kan zijn. Hier is na het stripwerk een prachtig balkenplafond tevoorschijn gekomen, met fraai houtsnijwerk. Daarboven bevindt zich de woonlaag, maar de vloer is zo slecht dat hij niet kan worden betreden.

Daarom daalt de groep via een laddertje af naar de paardenstallen. Archeologen en bouwhistorici kunnen zich hier uitleven in onderzoek, omdat de ruimte volgens Mulders nog vele vragen oproept. De buitenmuur lijkt gemaakt van oude klooster­moppen, en het is volgens Mulders „een reële mogelijkheid” dat die een onderdeel vormt van de oude buitenmuur uit de 14e eeuw. De binnenmuren zijn waarschijnlijk een paar eeuwen jonger en de vloer lijkt uit zeer oude tot wat nieuwere bestrating te bestaan.

Terug in de Grote Zaal daalt het groepje af naar de gewelven onder het slot. Dit is het meest imposante en best bewaarde onderdeel van het slot. Over de functie van deze ruimte bestaat ook nog twijfel. Het is nog te zien dat er vroeger verschillende ingangen waren, wat erop kan wijzen dat het een ontvangsthal is geweest. Vaststaat echter ook dat de ruimte in ieder geval later dienst heeft gedaan als voorraadkamer.

Hoewel er volgens Mulders weinig bekend is over de historie kan hij toch ruim een uur vertellen over de geschiedenis van het slot. Die begint bij de familie Van Schenge, die rond het jaar 1000 een houten toren bouwde, waarna de Van Borseles kwamen, die rond 1260 een nieuw gebouw plaatsten. Dat is de basis van Slot Oostende, dat toen nog Torenburg heette. Daarna werden steeds weer nieuwe ruimtes toegevoegd, zoals de klokkentoren in 1384. Rond 1500 beleefde het slot zijn hoogtepunt en was de omvang waarschijnlijk zo’n twee keer zo groot als de restanten die nu nog zichtbaar zijn.

Na de rondleiding binnen opent Mulders even het hermetisch afgesloten terrein rond het oude slot. Er moet nog uitgebreid archeologisch onderzoek plaatsvinden, maar zelfs een leek kan de restanten ontwaren van een toren, een beerkamer (deel van het riool) en een dertiende-eeuwse muur.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer