Fantasy voor jongeren: spannend, maar niet zonder gevaar
”Jongen vast na poging vergiftigen leraar” kopte deze krant onlangs. In het bekroonde boek ”Erebos” is er ook een scholier die zijn docent wil doden. Eveneens via gif in diens koffie. Is de vloedgolf aan fantasyboeken voor jongeren toch minder onschuldig dan het misschien lijkt?
Lewis met zijn Narniareeks en Rowling met haar Harry Potterserie hebben inmiddels honderden, zo niet duizenden navolgers gekregen. Allemaal auteurs die jongeren (en ouderen) proberen te vangen in een fantasiewereld, waarin een strijd woedt tussen goed en kwaad en waarbij er vaak een grote dosis monsters, magie en/of mysterie aanwezig is. ”Smaragd” van John Stephens, ”Gone – Plaag” van Michael Grant en ”Erebos” van U. Poznanski passen perfect binnen dat stramien.
In ”Smaragd” komen drie jonge kinderen –de oudste is een jaar of veertien– via een betoverd boek terecht in een land waar een goudharige gravin aan de macht is. Het drietal moeten alle drie de betoverde boeken te pakken zien te krijgen, wil het hun verdwenen ouders ooit nog terugzien.
Dodelijke insecten
In ”Gone – Plaag”, het vierde deel in een serie, moeten de ‘goeden’ onder leiding van Sam vier levensbedreigende problemen het hoofd bieden: een tekort aan drinkwater, een angstaanjagende griep, dodelijke insecten en een leger van reusachtige kakkerlakken onder leiding van de „duivelse Drake.” Lukt dat niet, dan komt er een einde aan het leven in Perdido Beach, een gebied in de VS dat door een ondoordringbare koepel van de buitenwereld is afgesloten en waarin alle volwassenen en kinderen boven de vijftien jaar zijn verdwenen.
In ”Erebos” vormt de virtuele omgeving van een computerspel, Erebos, de fantasiewereld. De game is heel populair bij leerlingen van een Londense school. Wie eraan begint, krijgt maar één kans: wie zich niet aan de regels houdt, wordt eruit geknikkerd en kan nooit meer inloggen. Het fascinerende én het bedreigende is: „Erebos houdt je in de gaten. Het praat met je. Het beloont je. Het stelt je op de proef. Het bedreigt je. Erebos heeft één duister doel…” En dat beperkt zich allemaal niet tot de virtuele wereld van de game, maar strekt zich ook uit tot de echte wereld. Daar komt hoofdpersoon Nick achter, als hij weigert zijn docent te vergiftigen en genadeloos uit het spel wordt gegooid.
Goudharige gravin
Wat de drie boeken gemeen hebben, is een razend spannende plot. ”Erebos” spant wat dat betreft de kroon, tenminste, als je je als lezer kunt verplaatsen in een personage dat helemaal in de ban van een adventuregame is. ”Smaragd” maakt het je gemakkelijk om je te identificeren met de sympathieke zussen en hun broertje, die de goudharige gravin moeten weerstaan. ”Gone – Plaag” is lastiger door te komen: hoofdpersoon Nick moet wel een heel groot aantal rampen oplossen, de leefwereld van de grove pubers met af en toe een scheutje softe erotiek werkt afstotend en de wel heel enge duistere macht die zich naar personages „uitstrekt om hun geest aan te raken”, doet ook weinig goed.
Van de drie boeken is ”Smaragd” het meest laagdrempelig geschreven. Het is dan ook bedoeld voor kinderen vanaf tien jaar, vertelt de achterflap. De andere twee boeken zijn waarschijnlijk bestemd voor jongeren vanaf een jaar of veertien.
”Smaragd” is het enige boek van het drietal met een flinke dosis (verlichtende) humor. Neem de volgende passage: „„Wat hebt u op uw hoofd? vroeg Emma er dwars doorheen. „Pardon?” De vrouw keek haar geschokt aan. „Dat ding op uw hoofd. Wat stelt het voor?” „Emma…”, zei Kate waarschuwend. „Ik weet wat het is”, zei Michael. „Nietes.” „Welles.” „Wat is het dan?” wilde Emma weten. (…) „Het is een slang”, zei Michael. Mevrouw Lovestock keek alsof ze een klap in haar gezicht had gekregen.” De sfeer in ”Erebos” en ”Gone – Plaag” is veel enger.
Blijft de vraag of deze boeken aanbevelenswaardig zijn voor (christelijke) jongeren. Die vraag is lastig te beantwoorden. Het is, wat mij betreft, te kort door de bocht om alle fantasyboeken als verderfelijk te bestempelen, alleen maar omdat er vreemde wezens en tovenarij in voorkomt. Anders zou een boek als ”De christenreis naar de eeuwigheid” ook afgekeurd moeten worden, vanwege de reus Wanhoop, die de hoofdpersoon ontmoet, en de betoverde grond, waarover hij op enig moment wandelt.
Belangrijke motieven
Het lijkt me veel beter om andere vragen stellen. Hoe beschrijft de auteur het goede en het kwade? Schildert hij het kwaad erg gedetailleerd en gruwelijk? Stelt hij het zelfs een beetje positief voor? En hoe reageren de hoofdpersonen op het duister? Vechten ze vol agressie in eigen kracht of reageren ze vol liefde in afhankelijkheid van een hogere macht? Hoe loopt het verhaal af? Wat is de intentie van de auteur? Welke motieven zijn belangrijk: liefde, vertrouwen, afhankelijkheid, nederigheid of haat, wantrouwen, onafhankelijkheid en eigen kracht?
Zo bekeken zou ik ”Gone – Plaag” niet aan mijn kinderen geven, maar ”Smaragd” en ”Erebos”, met enige aarzeling wel, ondanks het „leger zielloze krijgers” van de gravin in eerstgenoemd werk en het „duistere doel” van Erebos (dat uiteindelijk minder duister is dan het leek). Maar ook bij deze boeken kan een evaluerend nagesprekje absoluut geen kwaad. Alleen al gezien het voorval met de docent dat het nieuws haalde.
Boekgegevens
”Smaragd”, door J. Stephens; uitg. Unieboek/Het Spectrum, Houten, 2011; ISBN 978 90 475 1679 8; 398 blz.; € 18,99;
”Gone – Plaag”, door Michael Grant; uitg. Unieboek/Het Spectrum, Houten, 2011; ISBN 978 90 475 0908 0; 399 blz.; € 19,99;
”Erebos”, U. Poznanski; uitg. Lemniscaat, Rotterdam, 2011; ISBN 978 90 477 0373 0; 411 blz.; € 18,95.