BP wil geld zien van Halliburton
NEW YORK (ANP) – Oliemaatschappij BP sleept de Amerikaanse dienstverlener Halliburton voor de rechter om het bedrijf te bewegen mee te betalen aan de kosten van de olieramp in de Golf van Mexico in 2010. Dat meldde de Amerikaanse omroep CNBC.
BP wil dat Halliburton over de brug komt voor de kosten van onder meer het opruimen van de olie die na de explosie van het boorplatform Deepwater Horizon in zee stroomde. Ook zou Halliburton gedeeltelijk kunnen opdraaien voor de gevolgen van de winstval en imagoschade die BP na de ramp overkwamen.
De Britse oliemaatschappij heeft in totaal 20 miljard dollar gereserveerd voor de kosten. CNBC meldt niet hoeveel geld het van Halliburton wil zien. De twee bedrijven ruziën al lange tijd over het bewijsmateriaal waaruit volgens BP zou moeten blijken dat de kwaliteit van het beton waarmee Halliburton de boorput had afgedicht te wensen overliet. Halliburton zou het bewijsmateriaal hebben vernietigd. Om de beschuldigingen te weerleggen klaagde Halliburton BP al eerder aan wegens laster.
Uit een rapport dat een jaar geleden door een regeringscommissie is opgesteld, blijkt dat de ramp is veroorzaakt doordat alle betrokken bedrijven risicovolle beslissingen hebben genomen die gericht waren op het vergroten van de winst. De commissie sprak van slecht management en cruciale fouten.
BP heeft eerder al een schikking getroffen met de firma Cameron International, een onderleverancier voor het boorplatform. Met Halliburton, die het cement op de bron aanbracht en met Transocean, de eigenaar van het platform, zijn er nog geen definitieve afspraken over geldzaken gemaakt.