Kelly pleegde vorige week zelfmoord nadat hij door een parlementaire commissie aan de tand was gevoeld en nadat het ministerie van Defensie hem had genoemd als de mogelijke bron van het BBC-programma, wat vervolgens door de omroep werd bevestigd.

„Ik geloof dat ik in alle opzichten juist heb gehandeld”, zei Blair. Zijn regering wordt ervan beschuldigd Kelly de dood in te hebben gejaagd. „Ik heb geen toestemming gegeven de naam van David Kelly te laten uitlekken”, zei de premier. „Als die naam eenmaal bekend is, is het een heel andere kwestie”, voegde hij eraan toe.

De Britse krant The Independent meldde dinsdag dat hoge ambtenaren van het ministerie van Defensie, de werkgever van Kelly, de naam van de wapendeskundige geheim wilden houden, omdat ze hem dat hadden beloofd. Downing Street had hun wens volgens de krant genegeerd. Daarmee werd de bewering van de regering in twijfel getrokken.

Blairs officiële woordvoerder, Alastair Campbell, had maandag gezegd dat Downing Street wel was geraadpleegd, maar dat Defensie de leiding had in de aanpak van de kwestie-Kelly. Britse media interpreteerden dat als een poging van Blair om de verantwoordelijkheid in de schoenen van minister Hoon te schuiven.

De zelfmoord van Kelly heeft Blair, die al zwaar onder druk stond omdat er nog steeds geen massavernietigingswapens in Irak zijn gevonden, verder in het nauw gedreven. Tegen studenten van de Tsinghua-universiteit in Peking, waar hij dinsdag op bezoek was, zei de Britse premier dat het met oog op de veiligheid in de wereld en het lijden van het Iraakse volk „beter is om van Saddam Hussein af te zijn.” Hij zei dat er nog steeds naar massavernietigingswapens wordt gezocht en dat hij er niet aan twijfelt „dat Irak ze probeerde te maken.”