Jeugdbonden bedreigd met bezuinigingen
In de bezuinigingsdrift van het tweede kabinet-Balkenende worden jeugdorganisaties niet gespaard. De Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten (JBGG) en het christelijke gereformeerde Landelijk Contact Jeugdverenigingen (LCJ) reageren teleurgesteld.
De Nederlandse Jeugd Groep (NJG) vertegenwoordigt 27 organisaties, waaronder verschillende christelijke jeugdbonden. Ook het Algemeen Plattelands Jongerenwerk, Scouting Nederland en de Jongerenorganisatie CNV vallen onder de paraplu van de NJG. Zij kosten het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de kop niet. Ieder jaar strijken ze samen slechts 8 miljoen op van de 508 miljoen euro die het ministerie aan allerhande organisaties doet toekomen.
Eind juni echter kregen alle 27 organisaties een brief op de mat waarin bezuinigingen werden aangekondigd. Vanaf 2007 wil het ministerie 127 miljoen in de knip laten zitten. Dat is een kwart van het totaalbedrag. Pas op Prinsjesdag zal duidelijk worden of en hoeveel de christelijke jeugdbonden aan geld moeten inleveren.
VWS gaat bekijken of de subsidies nog passen bij de huidige prioriteiten van de regering. Er gaat flink gesnoeid worden in de hoogte van de geldbedragen, dat is zeker. Misschien wordt de subsidie gehalveerd, misschien hanteert VWS de kaasschaafmethode, waarbij 10 procent wordt weggeschaafd. De bezuinigingen kunnen zelfs betekenen dat een organisatie het zonder toelage van de overheid moet doen. Het LCJ ontvangt op dit moment een basisbedrag van 90.000 euro per jaar. Grotere organisaties zoals de HGJB en de JBGG krijgen vanaf 5000 leden nog een extra bedrag per lid.
M. van Middelkoop is jeugdwerkadviseur bij het LCJ en vertegenwoordigt deze jeugdorganisatie in het bestuur van de NJG. Hij kan de conclusie gemakkelijk trekken. „Ons budget is voor de helft afkomstig van de overheid. Daar worden onder meer twee fulltime jeugdwerkadviseurs van betaald. Zou dat bedrag wegvallen, dan zou een van de twee de laan uit moeten. De kwaliteit van het werk zal daaronder lijden. Wij doen veel op het gebied van toerusting, ondersteuning en training van mensen in het lokale jeugdwerk en we verzorgen materiaal voor de jeugdverenigingen. Zonder geld kun je veel minder doen. Dat zou heel jammer zijn.”
J. H. Mauritz, directeur van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten, gaat ervan uit dat de christelijke jeugdbonden wel subsidie overhouden. „Omdat wij in het hele land vrijwilligerswerk ondersteunen. In een gesprek met de vertegenwoordiger van Balkenende bleek dat de premier hierover zeer positief denkt. We zouden het betreuren als de subsidie verminderd werd of zelfs zou verdwijnen.” De directeur vreest bovendien voor een tweedeling in jeugdorganisaties. „Stel je voor dat de christelijke organisaties geen geld meer krijgen omdat zij onder een kerk vallen. Alsof wij in dat opzicht een verlengstuk van de kerk zouden zijn. Iedere organisatie heeft een eigen identiteit, niet alleen een christelijke jeugdbond. Wij krijgen inderdaad ondersteuning vanuit de kerken. Maar neem nou de Nederlandse scouting. Die ontvangt geld van bedrijven door middel van sponsoring.”
Financiële ondersteuning vanuit de kerkelijke gemeenten, donateurs en subsidie zijn de drie pijlers waar het werk van de jeugdbond op rust. Mauritz: „Als de toelage van de overheid verdwijnt, zullen wij alles moeten doen om middelen uit de achterban te krijgen.” De JBGG is 11.000 leden rijk en ontvangt boven op het basisbedrag 9 euro per lid. Mocht de 150.000 euro wegvallen en de fondsenwerving ontoereikend zijn, dan is inkrimping het onvermijdelijke gevolg. „Dan moeten we medewerkers ontslaan. En alle activiteiten eens kritisch onder de loep gaan nemen”, aldus Mauritz. „Dat zou toch heel erg jammer zijn.”
Vorig jaar rond deze tijd wees de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) op de waarde van het vrijwillige jeugdwerk. Hij deed dat in een advies aan het toenmalige kabinet onder de titel ”Aansprekend opvoeden”. De RMO signaleerde een „gat in de pedagogische infrastructuur.” Daarmee wordt bedoeld dat het klimaat waarin jongeren opgroeien en opgevoed worden, geen aaneengesloten geheel meer vormt. De buurt, de familie en de kerk vangen de jongeren niet meer op zoals dat vroeger gebeurde.
„Opvoeden in eigen kring is heel belangrijk”, zegt Van Middelkoop instemmend. Het advies levert argumenten aan die het kerkelijk jeugdwerk bepleiten.
Minister-president Balkenende onderstreepte vorig jaar nog de waarde van jeugdorganisaties in een lezing voor de Nederlandse Jeugd Groep. Van Middelkoop, voorzichtig: „Hij zei zich ervoor te gaan inzetten. De bezuinigingsplannen verbazen ons daarom wel een beetje. Maar misschien zijn we onnodig bang.”
De waarde van het jeugdwerk is heel groot, benadrukt de jeugdwerkadviseur nogmaals. „Uit een Amerikaans onderzoek blijkt dat jongeren die actief zijn in vrijwilligerswerk op latere leeftijd meer maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen, meer vrijwilligerswerk doen en meer geld geven aan goede doelen dan andere jongeren. Dat geldt ook voor het jeugdwerk in Nederland. Wij stimuleren verantwoordelijkheidsgevoel en het contact tussen jongeren en ouderen. Bejaarden zijn vaak eenzaam. Het contact met oudere mensen kun je jongeren aanleren. In het jeugdwerk heeft tevens overdracht van normen en waarden plaats. Als christelijke bond ga je zelfs nog een laagje dieper. Je praat over zelfverloochening vanuit het werk van Jezus Christus. Het kerkelijk jeugdwerk gaat verder dan alleen het stimuleren van maatschappelijke verantwoordelijkheid.”
Van Middelkoop: „We gaan zoeken naar middelen, onder de zegen van de Heere. Wat ons overigens niet ontslaat van maximale inspanning om de subsidie te blijven behouden.”
Jeugdwerkadviseur Andre Maliepaard van de Christelijke Gereformeerde Jongerenorganisatie (CGJO) wil niet speculeren over gevolgen van de bezuinigingen. „Nee, ik zeg niets, want er is nog niets helder. De brief brengt inderdaad onzekerheden met zich mee. En het is spannend om te zien op welke gronden het ministerie een keuze gaat maken. Maar zolang we nog niets weten, gaan we er tegen de media niets over zeggen.”
De directie van de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond viert vakantie en kan daarom niet op dit onderwerp reageren. H. van Wijngaarden, staflid bij de HGJB, betoogde vorig jaar in deze krant dat het jeugdwerk meer financiële steun van de overheid verdient. Het heeft volgens hem een enorm potentieel om bij te dragen aan een nieuwe pedagogische infrastructuur. Hij schreef dat jeugdorganisaties steeds vaker worden ingezet om specifieke groepen jongeren te bereiken, zoals gehandicapten, asielzoekers en jongeren in een achterstandspositie. Van Wijngaarden was van mening dat de toenmalige subsidieregeling geen recht deed aan de belangrijke bijdrage die het jeugdwerk levert.
Ook de NJG bepleitte vorig jaar in een manifest een betere subsidieregeling. De geldkraan zou nog sijpelen op het niveau van dertig jaar geleden.
De jeugdbonden van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt zijn niet gesubsidieerd. Tweede voorzitter van de Bond van Gereformeerde Jongerenverenigingen (BGJ) A. Flipse: „Begin jaren negentig is er nog een discussie over geweest. Sommigen wilden om principiële redenen geen subsidie van de overheid. Onze leden betalen ieder jaar contributie.”