Commentaar: Studielening in plaats van studiebeurs
Het is nog maar een ruw plan, maar er zit zeker iets in. Studenten zouden voortaan geen beurs meer moeten krijgen, maar een lening. Na afronding van hun studie zouden zij het geleende bedrag dan moeten terugbetalen.
Alles is bespreekbaar en onorthodoxe maatregelen moeten we zeker niet uitsluiten. Dat was de boodschap die het kabinet enkele weken geleden afgaf. De verslechterde economische omstandigheden dwingen opnieuw tot ingrijpen. De kaasschaaf heeft zijn werk gedaan. Nu moet er echt het mes in, en diep. Vandaar: snijden waar mogelijk is om de overheidsfinanciën op orde te krijgen.
Men kan zich afvragen waarom het kabinet niet eerder heeft gekeken naar een andere manier van studiefinanciering. Op dit moment krijgt elke student de eerste jaren van zijn studie een basisbeurs. Daarvan kan hij weliswaar niet leven of zijn studie betalen, maar de beurs legt wel een bodem in zijn portemonnee. Het geld dat hij op die manier ontvangt, mag hij in zijn zak steken. De overheid komt daar nooit meer op terug.
Jongeren die niet studeren, ervaren deze subsidie aan de ‘denkertjes’ vaak als onrechtvaardig. Terwijl ze als lbo’er of mbo’er na afronding van hun beroepsopleiding direct de handen uit de mouwen steken, moeten zij belasting betalen over hun vaak geringe inkomen. Met die belastingcenten wordt weer de studiefinanciering betaald voor hun leeftijdsgenoten die –naar verwachting– straks een veel beter salaris gaan verdienen dan zij als lager opgeleiden. Helemaal onbegrijpelijk is de kritiek van deze werkende jongeren niet. Met het invoeren van een leenstelsel kan aan die terechte bezwaren tegemoetgekomen worden.
Overigens zijn er meer argumenten te noemen voor het vervangen van het huidige systeem van studiefinanciering door een leenstelsel. Wanneer een student weet dat er een moment komt dat hij het studiegeld moet terugbetalen, zal hij bewuster met zijn studiekeuze omgaan. Daarnaast zal het hem motiveren om stevig door te pakken met zijn studie. Immers, elke maand dat hij langer staat ingeschreven aan een onderwijsinstelling, zal hij meer geld moeten terugbetalen.
Wanneer de overheid kiest voor het vervangen van de studiefinanciering door een leenstelsel zullen wel twee dingen goed moeten worden geregeld. In de eerste plaats blijft het haar taak om te zorgen dat goed onderwijs voor iedereen toegankelijk is. Met de reeds genomen bezuinigingsmaatregelen nadert de overheid een kritische grens. Gelet op het belang van goede kennisontwikkeling, een pijler van onze economie, is het niet verstandig nog meer te bezuinigen op het wetenschappelijk onderzoek en onderwijs.
Een tweede punt dat goed moet worden geregeld, is de terugbetaling. Niks mis mee als een afgestudeerde die meer dan een modaal inkomen heeft in tien, vijftien jaar zijn studieschuld moet aflossen. Echter, wanneer een academisch gevormde buiten zijn schuld met veel moeite rond kan komen, is het niet billijk om hem op dezelfde wijze te behandelen als iemand die het gemaakt heeft. Differentiatie in aflossing is eerlijk.