Economie

Cruciaal is wie beslist over begrotingssancties

APELDOORN – De komende twee maanden vinden de onderhandelingen plaats tussen de eurolanden over een nieuw verdrag. Belangrijk punt daarbij is wie de zeggenschap krijgt over het opleggen van sancties.

Drs. A. A. C. de Rooij
30 December 2011 22:27Gewijzigd op 14 November 2020 18:28
Foto EPA
Foto EPA

Op de top van 9 december hebben de Europese regeringsaanvoerders afgesproken dat zij de voorschriften voor handhaving van een strikte begrotings­discipline stevig gaan verankeren. De Duitsers spreken over de vorming van een fiscale unie of, een andere aanduiding, een stabiliteitsunie.

Het Verenigd Koninkrijk koos ervoor om niet mee te doen. Daardoor krijgt het beoogde document niet het karakter van een EU-verdrag, maar van een intergouvernementele overeenkomst tussen de zeventien landen met de gezamenlijke munt en de overige lidstaten die aanhaken. Waarschijnlijk zijn er dat negen en blijven alleen de Britten afzijdig.

Inmiddels is het overleg gestart over de precieze inhoud. Op 1 en 2 maart zijn de politieke leiders in Brussel bijeen voor hun gebruikelijke lenteberaad. Het is de bedoeling dan de discussie af te ronden. Voorzitter Van Rompuy kondigde vorige week aan dat hij tussendoor, op 30 januari, nog een tussentop belegt. Bondskanselier Merkel en president Sarkozy praten mogelijk op 9 januari met elkaar, zo werd vrijdag bekend.

Voornaamste element uit de bepalingen zal zijn dat het begrotingstekort de 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) niet mag overschrijden. Gebeurt dat toch, dan volgen er sancties. Die benadering is niet nieuw. Het stabiliteitspact, dat halverwege de jaren negentig, op weg naar invoering van de euro, tot stand kwam, voorzag ook al in zulke spelregels.

Helaas, die bleken niet te werken. Ondanks talloze ontsporingen is er nooit een boete uitgedeeld. In laatste instantie moesten de ministers van Financiën daar groen licht voor geven. Door die ruimte voor politieke afweging wist een overtreder altijd de dans te ontspringen. Toen Duitsland en Frankrijk in 2003 en 2004 in de fout gingen, werd zelfs besloten tot versoepeling van het regime.

Cruciale vraag is wie er straks beslist over het toepassen van sancties. Nederland heeft in dit verband steeds gepleit voor een Eurocommissaris met dezelfde bevoegdheden als die van Mededinging. Laatstgenoemde kan zonder inbreng van de EU-ministerraad bedrijven die oneerlijk concurreren, straffen. Kroes, die tussen 2004 en 2009 de bewuste post bekleedde, deed dat met harde hand. Zij verwierf de reputatie van ”ijzeren dame”. Een Eurocommissaris opereert in principe onafhankelijk van zijn land.

Frankrijk echter legt dit soort taken liever niet bij de Commissie – een federale of communautaire instelling. Het geeft de voorkeur aan de ministerraad. Daarin kan elke bewindspersoon waken over de nationale belangen.

De Fransen zien de Unie traditioneel als een verlengstuk van hun eigen politiek. Samenwerken graag, maar zij wensen wel de mogelijkheid te behouden om een voor hen vervelend besluit van Brussel te blokkeren. In de praktijk maken in de ministerraad Duitsland en Frankrijk meestal de dienst uit. De kleinere spelers zullen waarschijnlijk niet accepteren dat die ook nu weer bij het begrotingstoezicht de macht naar zich toe trekken. Het wordt spannend welke constructie uit de bus rolt. Voor herstel van de geloofwaardigheid zijn alleen sluitende waarborgen voor de vereiste budgettaire discipline, zonder vluchtwegen, toereikend. Het vraagt niet alleen strenge normen en procedures op papier, maar ook de juiste mentaliteit om die na te leven. Vooral daaraan schortte het in het verleden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer