Belgrado benoemt speciale aanklager oorlogsmisdaden
Het Servische parlement heeft dinsdag een speciale aanklager voor oorlogsmisdaden gekozen. Deze aanklager, Vladimir Vukcevic, is volgens de Servische minister van Justitie Batic waarschijnlijk bekwamer dan de hoofdaanklaagster van het internationale Joegoslavië–Tribunaal in Den Haag, Carla Del Ponte.
De 53–jarige Vukcevic heeft als magistraat ruime ervaring. Hij is plaatsvervangend procureur–generaal in Belgrado geweest. Zijn nieuwe functie dankt hij aan een wet die in juli is ingevoerd. Daarmee willen Servië en Montenegro ook zelf oorlogsmisdaden berechten, die zijn gepleegd in de jaren negentig.
Er komt een speciaal gerechtshof met een eigen politie die al in september met het eerste proces begint. De Servische wet kent maximaal veertig jaar cel voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.
Belgrado beoogt niet de belangrijkste verdachten te vervolgen en wedijvert zo niet met het Joegoslavië–Tribunaal. Servië heeft herhaaldelijk aangedrongen zaken tegen minder prominente daders of verantwoordelijken zelf te mogen afhandelen. Dat ontlast het onder werkdruk kreunende internationale tribunaal dat dit jaar tien jaar bestaat.
Het tribunaal is evenwel nog steeds op zoek naar prominente beklaagden onder wie de Bosnisch–Servische militaire en politieke leiders van begin jaren negentig, respectievelijk Radko Mladic en Radovan Karadzic.
Een parlementslid van de Democratische Partij van Servië (DSS) die voor het nieuwe hof en Vukcevic als aanklager is, beklemtoonde dat zijn partij het werk van Vukcevic nauwlettend zal volgen. De parlementariër merkte daarbij op dat het Joegoslavië–Tribunaal in Den Haag niet heeft getuigd van enige interesse om misdaden tegen Serviërs begaan, te berechten. Het nieuwe Servisch–Montenegrijnse tribunaal zou daar werk van kunnen maken.
De politieke geestverwanten in het parlement van de voormalige Joegoslavische leider Slobodan Milosevic, met name de Socialistische en de Radicale Partij, waren tegen de aanstelling van Vukcevic.
Milosevic werd in 2000 ten val gebracht en door de niewue machthebbers in 2001 op een toestel naar Den Haag gezet. Hij staat er sinds februari 2002 terecht voor tientallen aanklachten met betrekking tot volkerenmoord, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden gepleegd in Kroatië en Bosnië–Herzegowina en voorts aangaande Kosovo voor misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. De aanklagers stelden Milosevic in staat van beschuldiging tijdens de NAVO–bombardementen van Joegoslavië in 1999.