„Geloof stijgt uit boven gevoel”
BARNEVELD – De reformatorische kerken moeten zich het spreken over het gevoel niet laten afnemen, meent ds. J. M. D. de Heer. „Onze vaderen spraken daarover meer onbekommerd dan wij.”
De predikant van de gereformeerde gemeente van Middelburg-Centrum sprak woensdag tijdens het landelijk congres van studentenvereniging Solidamentum. Ongeveer 150 studenten waren bijeen in een zaal van kerkgebouw De Hoeksteen in Barneveld. Het thema van de bijeenkomst was: ”Sola fide. Geloven vroeger en nu”.
Ds. De Heer had als onderwerp van zijn toespraak: ”Geloof en gevoel”. De schrijver van het boek ”De evangelische beweging” ging eerst in op de grote nadruk op het gevoel in evangelische diensten. Die komt tot uiting in de inrichting van het gebouw, de gebruikte muziek en de sfeer tijdens de diensten, zei hij.
Als voorbeeld bij de muziekkeuze noemde hij het lied Opwekking 581: „Ik wil heel dicht bij U zijn, als een kind bij de vader op schoot. Ik wil heel dicht bij U zijn; dat is de plek waar ik hoor.” Ds. De Heer: „Het gaat hier niet om geloofservaring, maar om gevoelservaring.” Hij waarschuwde ervoor zich te laten meeslepen door een gevoelsgodsdienst die „in de lucht zit en meer invloed op ons heeft dan we willen geloven.”
Van de weeromstuit de andere kant opgaan, naar „een verstandsgodsdienst”, noemt de predikant een „valstrik. Dan gaat het om het strijden voor een waarheid die we niet kennen met het hart. Met een waarheid kun je niet sterven. Je kunt alleen sterven met een Borg.”
Ds. De Heer benadrukte dat geloof iets anders is dan gevoel. „Het geloof stijgt uit boven het gevoel. Gevoelens die hun bron niet hebben in Gods Geest schieten tekort voor de eeuwigheid. Gods kinderen zoeken naar de onwankelbaarheid in het Woord.”
Ten slotte zei hij dat „de vaderen” meer onbekommerd over het gevoel spraken dan mensen tegenwoordig dikwijls doen. In artikel 15 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis gaat het over het gevoel van de erfzonde, in antwoord 58 van de Heidelbergse Catechismus over de vreugde en in de Dordtse Leerregels over het gevoel van verzekerdheid. Ook in het avondmaalsformulier komt het gevoel naar voren. Ds. De Heer: „We moeten ons de aandacht voor het gevoel niet laten afnemen door het misbruik ervan.”
Tijdens de forumdiscussie kwam de vraag naar voren hoe iemand kan weten of een Bijbeltekst van God komt of dat die uit het gevoel afkomstig is. De predikant gaf aan dat de Heere spreekt met majesteit en heiligheid. „De bekering is niet op te maken uit een tekst, maar de tekst zal iemand als een verloren zondaar naar Christus brengen”, zei hij.
Van der Groe
J. Mastenbroek, schrijver van diverse boeken over de kerkgeschiedenis, sprak over de oudvaders. Hij vindt dat de Engelse puriteinen de laatste tijd overgewaardeerd worden ten opzichte van de Nederlandse oudvaders. Mastenbroek roemde de veelkleurigheid van de Nederlandse oude schrijvers en wees erop dat er nogal eens fouten voorkomen in vertaalde werken.
Hijzelf was eens bijzonder gesticht door een werk van Theodorus van der Groe. „Het is een wonder dat iemand 250 jaar geleden dingen geschreven heeft die nu mijn ziel nog raken.”
Mastenbroek noemde het bedenkelijk dat veel kerkelijke jongeren de oudvaders niet meer kennen. „Velen begeren tegenwoordig in de kerkdienst een opgepoetst zondagsschoolverhaal, en geen afsnijdende prediking. Laat je geen geloof aanpraten. We moeten uit onze doodsstaat worden opgewekt door de kracht van de Heilige Geest.”