Opinie

Berekening sterftecijfers niet zo moeilijk als ziekenhuizen zeggen

De cijfers over ziekenhuissterfte zijn niet zo moeilijk vast te stellen als de instellingen suggereren, stelt André van der Veen. Ziekenhuizen moeten ervoor zorgen dat ze de registratie van basale patiëntgegevens op orde hebben.

27 December 2011 14:24Gewijzigd op 14 November 2020 18:24
„Ik vind dat de ziekenhuizen zich niet kunnen verschuilen achter de onbetrouwbaarheid van opnameregistratie, omdat ze daar zelf verantwoordelijk voor zijn jegens hun patiënten.” Foto ANP
„Ik vind dat de ziekenhuizen zich niet kunnen verschuilen achter de onbetrouwbaarheid van opnameregistratie, omdat ze daar zelf verantwoordelijk voor zijn jegens hun patiënten.” Foto ANP

Ongeveer twee derde van de Nederlandse ziekenhuizen bracht vorige week voor het eerst hun zogeheten gestandaardiseerde sterfteratio naar buiten. Dit kengetal is een indicator voor de vermijdbare sterfte in een ziekenhuis. De achterliggende gedachte is dat patiënten, door de sterfteratio’s te vergelijken, meer houvast hebben bij het kiezen van het ziekenhuis waarin zij geholpen willen worden.

Wat er gebeurde bij de publicatie van de sterftecijfers van de ziekenhuizen was heel voorspelbaar. Kernboodschap die de ziekenhuizen aan de burgers meegeven: „Neemt u alstublieft deze cijfers met een grote korrel zout, want de registratie is in veel ziekenhuizen niet op orde”. Daar heeft men helemaal gelijk in bij de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ).

Primaire zorgproces

De gestandaardiseerde sterfte­ratio, meestal aangeduid als HSMR (Hospital Standardized Mortality Ratio), zet de werkelijke sterfte in een ziekenhuis af tegen de verwachte sterfte op basis van de patiëntkenmerken. Die patiëntkenmerken worden gegenereerd uit een bestaande opnameregistratie. Over wat voor registratie hebben we het dan eigenlijk? Of met andere woorden: Wat moet je als ziekenhuis van iedere opgenomen patiënt vastleggen om een betrouwbare HSMR te berekenen?

Het antwoord luidt: niet veel. De belangrijkste gegevens zijn: leeftijd van de patiënt, de reden waarvoor die wordt opgenomen (de zogenaamde hoofddiagnose), of de patiënt met spoed dan wel gepland is opgenomen, welke aandoeningen de patiënt nog meer onder de leden heeft (nevendiagnoses) die relevant zijn voor de behandeling of sterfterisico’s met zich meebrengen. En natuurlijk of de patiënt al dan niet is overleden in het ziekenhuis. Meer heb je eigenlijk niet nodig.

Dit zijn toch basale gegevens die van vitaal belang zijn voor de patiënt, al tijdens de opname? Je mag toch hopen dat de medisch specialisten en verpleegkundigen dit soort zaken consequent vastleggen, zodat men deze op een later tijdstip, bij overdracht aan een andere dokter of als de nood aan de man komt, snel paraat kan hebben. De gestructureerde vastlegging van deze gegevens is volgens mij een onlosmakelijk onderdeel van het primaire zorgproces. Wim van Harten van de NVZ vindt van niet. Noteren hoe al die duizenden patiëntopnames verlopen noemt hij in het Algemeen Dagblad „administratieve rompslomp”, werk dat erbij komt.

Ict-oplossingen

Het curieuze van de zaak is dat we de HSMR bijna bij de eerste publicatie alweer bij het grof vuil dreigen te zetten vanwege de onbetrouwbaarheid en die vervelende administratieve lastendruk. Ik vind dat de ziekenhuizen zich niet kunnen verschuilen achter de onbetrouwbaarheid van opnameregistratie, omdat ze daar zelf verantwoordelijk voor zijn jegens hun patiënten.

Veel mensen zijn gevoelig voor het argument dat dokters zo veel mogelijk hun handen aan het 
bed moeten hebben en niet bezig moeten zijn met registreren, ik ook. Maar voor het berekenen van de HSMR wordt nauwelijks extra registratie van de dokter gevergd. Wel moeten de diagnoses die de professional vastlegt omgezet worden naar medische codes. Dat hoeven zij echter niet zelf te doen. Daar zijn medisch codeurs en slimme ict-oplossingen voor. Dit hoeft dus niet ten koste te gaan van handen aan het bed.

Het mooie van de HSMR is dat je deze indicator niet apart hoeft bij te houden, maar dat je deze kunt berekenen uit gegevens die je toch al moet verzamelen. In Engeland lopen ze voor – daar werd de HSMR tien jaar geleden voor het eerst openbaar gemaakt. Nog steeds wordt daar de HSMR jaarlijks openbaar gemaakt, samen met een aantal andere indicatoren.

Verplicht

Je kunt namelijk veel meer met die gegevens dan het berekenen van de HSMR, bijvoorbeeld het meten van cijfers over ongeplande heropnames, onverwacht lange opnameduur, sterfte in de nacht of het weekend. Bovendien heb je als ziekenhuis niet zo veel aan deze cijfers als je deze maar één keer per jaar bekijkt. Die moet je maandelijks of misschien zelfs wekelijks monitoren en bovendien inzoomen op diagnosegroepen en verrichtingengroepen. Het wordt tijd om de vele mogelijkheden te benutten. Dat zijn ziekenhuizen aan de patiënt verplicht.

De auteur is algemeen directeur van de Praktijk Index, een bedrijf dat zich bezighoudt met kwaliteitsmeting en sterfte­cijfers in ziekenhuizen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer