De commissie kwam in actie op aandrang van PvdA–woordvoerder Koenders, die zich nog steeds zorgen maakt over de betrouwbaarheid van de Amerikaanse en Britse inlichtingendiensten.

Volgens Koenders heeft de regering nog geen volledige opening van zaken gegeven over het onderwerp. Momenteel woedden in de VS en in het Verenigd Koninkrijk heftige discussies over mogelijke manipulatie van informatie van de inlichtingendiensten.

In de VS gaat het om een uitspraak van president Bush in januari dat Saddam Hussein nucleaire ambities had en probeerde in Afrika aan uranium te komen. De CIA wist dat het om twijfelachtige informatie ging, maar de passage belandde toch in een belangrijke speech van de president.

In het Verenigd Koninkrijk gaat de rel om de zelfmoord van een vooraanstaand wapendeskundige, David Kelly, die de BBC zou hebben verteld dat de Britse regering de dreiging van chemische wapens van Saddam Hussein had overdreven. De affaire bracht premier Blair in moeilijkheden. Downingstreet en het ministerie van Defensie proberen nu volgens de Britse media elkaar de zwartepiet toe te schuiven.

Koenders wil dat de Nederlandse regering volledig openheid van zaken geeft in hoeverre zij zich heeft laten leiden door Amerikaanse en Britse inlichtingenrapporten om steun te verlenen aan de oorlog in Irak. Hij vindt dat het parlement recht heeft te weten of Nederland nog volledig kan vertrouwen op dergelijke informatie, zeker als straks Nederlandse troepen in het zuiden van Irak actief worden.

Het verzoek van Koenders werd vooral toegejuicht door de SP en GroenLinks. De VVD en het CDA staan gereserveerd tegenover het initiatief. De voorzitter van de commissie, de CDA’er De Haan, meende echter dat gezien het belang van de discussie niet voorbij kon worden gegaan aan de wens van een belangrijke fractie in de Kamer. Hij heeft minister De Hoop Scheffer van Buitenlandse Zaken gevraagd op korte termijn op het verzoek te reageren.