Turkije heeft donderdag alle politieke en economische contacten met Frankrijk verbroken en de militaire samenwerking met de NAVO-partner opgeschort. Aanleiding daarvoor was de aanvaarding in de Franse Tweede Kamer van een wetsvoorstel dat de ontkenning van de genocide op de Armeniërs in het Ottomaanse Rijk strafbaar stelt. Rutte wees erop dat de wet nog niet definitief is aangenomen, omdat de Senaat zich er nog over moet buigen. „We wachten de ontwikkelingen verder af”, zei de minister-president.

Hij ging niet in op de vraag of hij ook vindt dat de ontkenning van de Armeense genocide strafbaar moet zijn. In de Tweede Kamer ligt momenteel een initiatiefwetsvoorstel van de ChristenUnie om ontkenning van volkerenmoord strafbaar te stellen. Het kabinet zal daar later op reageren.

Volgens gedoogpartner PVV toont de reactie van Turkije aan dat dat land onbetrouwbaar is. De PVV vond al dat Turkije uit de NAVO moet worden gezet, maar volgens de partij moet nu ook de plaatsing in Turkije van onderdelen van het NAVO-raketschild worden heroverwogen. In schriftelijke vragen aan de ministers Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken) en Hans Hillen (Defensie) roept de PVV hen op de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan eindelijk eens te zeggen dat het „islamitische Turkije” nooit lid van de Europese Unie mag worden.