Opinie

Strijd om de kerstboom

De kerstboom, daar moeten orthodox-gereformeerden niet veel van hebben. Kerstklokken, kerstverlichting en kerststukjes zijn ook taboe. En daar is best veel voor te zeggen. Bij het kerstfeest gaat het immers om wezenlijker zaken. Die dreigen gemakkelijk te worden vergeten als men zich laaft aan het kerstmaal en geniet van de kerstsfeer.

W. B. Kranendonk
23 December 2011 16:31Gewijzigd op 14 November 2020 18:22

Toch kan het zijn dat reformatorische christenen zich druk maken om het behoud van kerstgebruiken. Ook om de kerstboom en de kerstklok. Al lijkt dat voor hen wel het laatste waar zij zich over zullen opwinden.

In delen van de Verenigde Staten woedt een ware oorlog tegen Kerst. Nu moet niemand denken dat deze het gevolg is van de vertaling van de boeken van de Nadere Reformator Jacobus Koelman, van wie bekend is dat hij niets wilde weten van het onderhouden van de christelijke feestdagen. Nee, het legioen van verzet tegen Kerst bestaat uit notoire atheïsten die een hartgrondige hekel hebben aan alles wat naar het christendom riekt.

Algemeen is bekend dat Amerikanen zeer hechten aan de scheiding van kerk en staat. Daar maken de antichristelijke groepen in de VS gebruik van. Zij vinden dat er in de openbare ruimte geen dingen aanwezig moeten zijn die een link hebben met het christendom. Dus ook geen kerstboom op straat of in overheidsgebouwen; geen kerstmuziek in winkels en –als het even kan– zelfs niet de term kerstfeest in agenda’s. Natuurlijk zijn ze gehecht aan vrije dagen en sfeer. Spreek daarom niet van kerstfeest maar van ”seizoensfeest” of van ”zonnewende” en doe geen ”kerstgroeten” maar ”feestgroeten”.

In hun overdreven hang naar politieke correctheid krijgen deze kersthaters nog voet aan de grond ook. Overheden plaatsen geen kerstboom maar een feestdagboom. Winkels durven geen kerstaanbiedingen meer te doen, uit vrees voor een boycot. En wie niet zwicht voor de verbale druk van de antichristelijke lobby krijgt zonder pardon een advocaat op de stoep die meedeelt een proces aan te spannen. Niet-christenen willen niet lastig gevallen worden met ”de hobby’s” van christenen. De strijd is heviger dan ooit.

De diepe haat van de Amerikaanse atheïsten dwingt christenen om zich te heroriënteren. Natuurlijk is daarmee niet gezegd dat iedere liefhebber van de gereformeerde belijdenis nu nog in allerijl naar de kerstmarkt moet om een groene boom te halen. Zeker niet. Maar het is niet verstandig om deze discussie zomaar te laten passeren, zodat op den duur de kerstgebruiken verdwijnen. De motieven van de bestrijders van de kerstboom zijn zorgwekkend.

„Ik zal niet rusten voordat ik de dwaasheid van het christelijk geloof afdoende heb aangetoond,” zei de eind vorige week overleden Christopher Hitchens twee jaar geleden in Dallas tijdens een debat met de christelijke apologeet William Craig. De Brits-Amerikaanse essayist vergeleek kerstmuziek met het piepen van ratten in een onderzoekslaboratorium en noemde het geloof in een weerloos Kind van Bethlehem „nog te dom voor dummy’s.”

Hitchens heeft zijn levensdoel niet bereikt. Hij verloor het gevecht tegen kanker. Dat zijn broer Peter met enkele vrienden, die wel overtuigd christen zijn, dagelijks baden voor zijn herstel en behoud noemde de fervente atheïst een goed jaar geleden nog „belachelijk.” Enkele weken geleden was er van die afkeuring niet veel meer over. In een radio-interview zei hij het „sympathiek en ontroerend” te vinden dat zijn broer met de vriendenkring dagelijks voor hem bad. „Al meer dan een jaar, hè. Dan moet je wel een sterke overtuiging hebben”, zei Hitchens.

Met Kerst gaat het om de herdenking van de geboorte van de Heere Jezus. Dat is het centrale gebeuren. Die herdenking mag zich niet beperken tot een herinneren van de memorabele gebeurtenis aan het begin van onze jaartelling. Ze gaat –als het goed is– verder. Doel is de geboorte van Christus in ons hart te beleven.

Om die reden waren de vroege gereformeerde vaderen in ons land niet geporteerd van het houden van het kerstfeest. Vanwege de ontaarding van Kerst in zwelgpartijen ging de synode van Dordrecht in 1574 zelfs zo ver dat ze de viering van Kerst verbood. Over Christus’ geboorte zou dan op de zondag voor 25 december worden gepreekt. Later werd dit besluit weer ingetrokken. Alleen in Utrecht is er onder invloed van de theoloog Voetius in het midden van de 17e eeuw nog een periode geweest dat Kerst niet werd gevierd. Maar het vrolijke leven bleek sterker dan de strikte leer.

Kerst bleef een probleem. De gereformeerde predikant J. J. Mak schreef begin jaren zestig van de vorige eeuw: „Een compromis voldoet en volstaat niet. Alleen in de verwerping van de mens en het menselijke kunnen en in de onvoorwaardelijke erkenning van Christus als Kyrios, de Heere, is feestviering in christelijke stijl mogelijk, dat wil zeggen zonder openlijk of clandestien aan de wereld cijns te betalen.”

Onvoorwaardelijk erkennen dat Christus de Heere is, dat in het hart te geloven en Zijn weg te volgen, betekent ook in deze wereld het licht van Christus te laten schijnen. Niet door het kunstlicht van de kerstboom. Wel door Zijn naam te belijden en daarvoor op te komen. Dus ook om zich te verzetten tegen de lobby die de kerstboom wil laten verdwijnen. Niet om de dennenboom per se jaar op jaar op te tuigen. Het gaat niet om het groene hout, maar om Hem Die het dorre hout levend maakt.

Het gedachtegoed van atheïsten moet worden bestreden. Met argumenten, maar vooral door een christelijke levenshouding. Die kan zelfs de notoire atheïsten aan het denken zetten. De levensavond van Hitchens is daar een voorbeeld van.

De auteur is hoofdredacteur van deze krant. Reageren? goedbekeken@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer