Diepgravende studies over stilte
Een oude zegswijze zou de woordenstroom van onze rumoerige tijd kunnen typeren: „Veel geschreeuw en weinig wol.” Men praat wel veel, maar men zegt zo weinig. De reden is dat er geen zwijgen aan voorafgaat.
Thomas a Kempis wist het al: „Niemand spreekt veilig dan hij die gaarne zwijgt.” Want in de stilte van de zwijgzaamheid „leert men de verborgenheid der Schriften.”
Het is dit pleidooi voor gevulde stilte dat in de bundel ”Stil tot God” wordt onderstreept en toegelicht. Het is een uitgave met de teksten van lezingen die de auteurs –docenten van de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) en een gastdocent– in december 2010 hebben uitgesproken tijdens een van de studiedagen die jaarlijks rond een bepaald thema worden georganiseerd.
Het is een rijk en verrijkend boek. De bundel zet in met een fijnzinnige studie van de hand van prof. dr. H. G. L. Peels, hoogleraar Oude Testament, over het ”stil zijn” in het Oude Testament. Zorgvuldig luisterend tast hij de stilte-teksten af. Heel verhelderend is de driedeling die hij aanbrengt. Het Oude Testament kent een stilte vanwege God, als reactie van vertrouwen en ontzag jegens Gods grote daden; een stilte tot God, als de houding van de vrome die zich, hoe aangevochten ook, aan de Heere overgeeft; en de stilte van God, in oordeel en genade.
Voorbeeldig bidden
Professor T. M. Hofman geeft een fraai overzicht van stilte en gebed in het leven van Jezus, waarbij hij een indrukwekkende passage wijdt aan de gebedsstrijd in Gethsémané. Van groot belang is de samenhang die Hofman onderkent tussen Christus’ plaatsbekledend en Zijn voorbeeldig bidden: Hij bad voor ons en bad ons voor.
Drs. M. C. Mulder, docent judaïca, presenteert een onthullend hoofdstuk over de diepe zin van de sabbat. (Mulder promoveerde dit jaar op een proefschrift over Israël in Romeinen 10.) Terwijl de gangbare gedachte is dat stilte een middel is dat wij kiezen om rust te vinden tot gebed, gaat de joodse beleving van de sabbat juist niet uit van een keuze die een mens kan maken, maar van een geschenk dat God op Zijn eigen gezette tijdstip geeft. Het is een geschenk dat alleen te ontvangen is door een schikken in de tijd die God bepaalt. De rust van de sabbat is dan ook geen functie in dienst van ons werken, maar andersom: ons werken staat in dienst van het rusten in God, het heiligen van de Naam, als voorteken van de eeuwige rust.
Bonhoeffer
Dr. A. Huijgen, universitair docent symboliek en dogmatiek, biedt de resultaten van een goed gedocumenteerd onderzoek naar de theologische functie van het zwijgen volgens Bonhoeffer. Dit zwijgen is voor Bonhoeffer een grondbegrip en kritisch geladen. Het heeft alles te maken met zijn besef dat God voor ons een geheimenis is en blijft, ook in Zijn openbaring. Wie in zijn spreken over God dit geheimeniskarakter prijsgeeft, verspreekt zich. Het ambt van de theologie is Gods wonder als wonder bewaren.
Het opstel van prof. dr. A. Baars, hoogleraar ambtelijke vakken, over de meditatieve omgang met Gods Woord is een juweeltje. Eerst schetst hij ontstaan en beoefening van de monastieke meditatie in Vroege Kerk en middeleeuwen, met haar karakteristieke trits van lezing, overdenking en gebed, waaraan in later stadium de contemplatie werd toegevoegd.
Vervolgens laat hij zien hoe en waarom Luther de volgorde omkeerde en de contemplatie verving door de tentatio, de aanvechting. Bij Calvijn kreeg de meditatie vooral de betekenis van gerichtheid op het toekomende leven. Achter het kruis gloort de glorie!
In een tweede onderdeel biedt Baars een waardevolle beschouwing over het meditatieve aspect van de preekvoorbereiding. Exegese zonder meditatie blijft leeg, meditatie zonder exegese is blind (Bohren).
Gebed
Van prof. dr. G. C. den Hertog, hoogleraar systematische theologie, is het intrigerende hoofdstuk over gebed en ethiek. Met de Heidelberger Catechismus acht hij het gebed het voornaamste stuk van de dankbaarheid. Juist waar de mens het minst te bieden heeft en met lege handen staat, daar ligt het uitgangspunt van alle ethische handelen. Met Luther is te zeggen dat Gods kinderen het Koninkrijk niet bereiden, maar dat ze ervoor wórden bereid. Op deze passiviteit komt het bij alle activiteit aan. Dat dit haaks staat op de mentaliteit die sinds de verlichting in zwang is, lijdt geen twijfel.
Mr. H. M. Oevermans, docent aan de Christelijke Hogeschool Ede, sluit af met een knap betoog over de ziel. Het is een essay van hoog niveau waarvan de teneur goed aansluit bij het pleidooi dat in dit boek klinkt.
Uit dit jongste deel van de Apeldoornse Studies blijkt opnieuw met hoeveel passie en visie er in Apeldoorn wordt gestudeerd en gedoceerd. Ook dit boek –over een verwaarloosde maar urgente thematiek– vormt een toonbeeld van de voetiaanse verbondenheid van wetenschap en vroomheid.
Boekgegevens
”Stil tot God. Opstellen rond een verwaarloosd theologisch thema” (Apeldoornse Studies nr. 57), door G. C. den Hertog (red.); uitg. Theologische Universiteit, Apeldoorn, 2011; ISBN 978 90 75847 00 0; 125 blz.; € 9,95.