Cultuur & boeken

Buitenland leert eigen traditie relativeren

„Als ik (...) iemand ontmoet die bij een kerk hoort die op onderdelen dwaalt, kan het desondanks gebeuren dat hij of zij dingen naar voren brengt, waar ik van onder de indruk raak.”

Dr. ir. J. van der Graaf

23 December 2011 14:16Gewijzigd op 14 November 2020 18:22
Gerrit Roos. Foto RD, Anton Dommerholt
Gerrit Roos. Foto RD, Anton Dommerholt

Dat zegt G. Roos na een ontmoeting met een Ethiopische vrouw, behorend tot de Ethiopisch-Orthodoxe Kerk; een kerk die vanuit gereformeerde optiek niet ‘zuiver’ is in de belijdenis van de twee naturen van Christus.

Roos noteert dit in zijn boek ”Schepen in de nacht” waarin hij „verrassende ontmoetingen in verre oorden” beschrijft die hij had tijdens zijn reizen als verslaggever voor het Reformatorisch Dagblad en later als coördinator van de stichting Draagt Elkanders Lasten.

Als deze relativerende houding al geldt voor kerken met dwalingen, dan zeker ook wel, leert de ervaring, christenen uit andere tradities dan die van de (onderscheiden onderdelen van de) gereformeerde gezindte. In verre landen komt men nu eenmaal grosso modo geen bonders, gergemmers of christelijke gereformeerden tegen.

Waaier

Een waaier van mensen (54 in totaal) uit heel verschillende christelijke tradities –oosters-orthodox, prebyteriaans, anglicaans, vergadering van gelovigen– komt in dit boek voorbij, hoewel ook ontmoetingen met joden en moslims worden beschreven.

Niet alle ontmoetingen waren hoogstpersoonlijk. Soms zag Roos de personen van verre, op conferenties waarvan hij verslag deed; soms waren de ontmoetingen ‘toevallig’ en vluchtig en was er bijvoorbeeld alleen sprake van een handdruk met een geestelijke of politieke leider.

In een ander geval putte Roos alleen uit bronnen over bepaalde personen, zoals bij een bezoek aan het graf van de Deense dominee Kaj Munk, die in 1944 werd gefusilleerd. Daarom is de titel van het boek goed gekozen: ”Schepen in de nacht”, ze varen elkaar slechts voorbij.

Er waren kritische ontmoetingen, zoals met Papp László, de ooit met het communistische regime in Roemenië heulende bisschop. Of met leiders van de mormonen. Maar ook waren er indrukwekkende ontmoetingen met geestverwanten, zoals met Visky Ferenc, martelaar onder het communisme in hetzelfde Roemenië, of met Horkay Lászó, bisschop in Oekraïne.

Ongrijpbaar

Twee ontmoetingen graven inhoudelijk wat dieper dan andere. Driemaal zat Roos onder het gehoor van de zendingstheoloog James Lesslie Edward Newbiging, een man „met passie voor de proclamatie van het Evangelie” voor wie hij „sympathie” opvatte, hoewel hij geen bevredigend antwoord kreeg op de vraag naar de eeuwige bestemming van ongelovigen.

Diverse keren ontmoette hij ook James Innell Packer, leider van de ‘evangelische’ anglicanen, theoloog in Vancouver, die „op magistrale wijze” telkens „diepe waarheden” weet te verwoorden. Toch heeft Packer voor hem iets „ongrijpbaars.” Enerzijds heeft de Brits-Canadese theoloog sympathie voor Voetius, Witsius, Wilhelmus à Brakel en de puriteinen. Maar tot verbazing van de auteur sprak hij ook tijdens een evangelisatiecongres van Billy Graham in Amsterdam en gaf hij boeken uit bij evangelische uitgevers. „Onbegrijpelijk”, zegt Roos. Zelf zou ik graag iets meer begrijpen van de internationale evangelicale beweging dan Roos; maar in ieder geval schrijft hij Packer niet af.

Het is een van de voorbeelden dat men bij internationale oriëntatie speurt naar wat wezenlijk is en de eigen kleine traditie weet te relativeren. Zo kwam Roos ook in Cambodja eigen „gereformeerde restricties” te boven toen hij in een internationale kerkdienst in Phnom-Penh „van harte meezong” ”How great Thou art” (Hoe groot zijt Gij). Dat geldt klaarblijkelijk ook bij de viering van het heilig avondmaal.

Anderzijds laat Roos van tijd tot tijd ook merken tot welke kerk hij in Nederland behoort en weet hij zich aangesproken als hij in verre oorden ook mensen ontmoet die tv-bezit of de damespantalon afwijzen, en zeker wanneer de noodzaak van wedergeboorte wordt benadrukt.

Plaagstootje

Ik gaf slechts enkele ontmoetingen door uit dit onderhoudend geschreven boek. Men leze zelf verder, bijvoorbeeld over de ”Kerk in Kaboul”, de in Zuid-Afrika vermoorde dr. Johan Adam Heyns of over dr. Arthur James, presbyteriaans theoloog in Pakistan. „De kerk Gods is katholiek”, zegt Roos. Waarvan akte, ook in eigen land.

Ik sluit af met een plaagstootje. Onbekommerd meldt de schrijver dat hij in een koud restaurant in Kabul, waar alcoholconsumptie vanwege een taboe daarop bij moslims verboden was, steels onder de tafel een zelfmeegebrachte fles wijn met een plop ontkurkte. Ik maakte even een vergelijking met de burelen van het Reformatorisch Dagblad waar een gast moedwillig gedragsregels overtreedt. In Kabul is het christelijk geloof verboden. De wijnfles, hoe matig ook aangesproken, is dan geen getuigenis.


Boekgegevens

”Schepen in de nacht. Verrassende ontmoetingen in verre oorden”, door G. Roos; uitg. De Banier, Apeldoorn, 2011; ISBN 978 90 336 0901 5; 204 blz.; € 15,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer