Het Dolhuys vraagt aandacht voor familie psychiatrisch patiënt

Ze was ervan overtuigd dat ze zou trouwen met koning Leopold van België. Jarenlang stempelde dat het leven van de manisch depressieve kunstenares Mieke Hazelzet én haar kinderen. Met de expositie ”De bruid van Leopold” vraagt Museum Het Dolhuys in Haarlem aandacht voor naasten van psychiatrische patiënten.

22 December 2011 22:08Gewijzigd op 14 November 2020 18:21
Foto Rufus de Vries
Foto Rufus de Vries

Een kleine, volle kamer. Op tafel staan kaarsen en serviesgoed. De wanden zijn behangen met schilderijen en tekeningen. In een paar hoeken staan bloemen, op een stoel ligt een handvol schelpen. Het is de sfeer waarin Mieke Hazelzet (1935-2008) jarenlang leefde.

In de zaal achter de nagebootste kamer in Het Dolhuys kregen enkele van haar (semi)abstracte kunstwerken, met thema’s als grassen, schelpen en poppen, een plek. Samen met de wandteksten en door zoon Huub ingesproken audiofragmenten geven ze de bezoeker een beeld van het leven van Hazelzet. Ze was getrouwd met een zeventien jaar oudere weduwnaar en moeder van vijf 
(stief)kinderen.

Een reis van zijn ouders naar New York vormt voor Huub, op dat moment een jaar of twaalf, een belangrijk markeringspunt. Als ze terugkomen, bouwen ze de huiskamer om tot atelier. Huub heeft het idee dat de kamer hem wordt afgenomen.

De kinderen moeten elke avond vroeg naar bed. Hun slaapkamer wordt regelmatig aan de buitenkant met een haakje afgesloten, zodat ze niet beneden kunnen komen. Zo nodig doen ze hun behoefte in een pot op de kamer, waarbij tekenvellen als wc-papier dienen.

Moeder heeft geen interesse voor haar kinderen, maar alleen voor zichzelf. „De enige remedie om contact te hebben met mijn moeder was het zwijgen en luisteren naar haar. De dialoog bestond eigenlijk niet”, aldus een citaat van Huub op de expositie.

Steeds meer leeft Hazelzet in haar eigen wereld, met de overtuiging dat ze tot koninklijke kringen behoort. Ze is geobsedeerd door koning Leopold III van België. Ze schrijft hem regelmatig brieven en bereidt zich voor op een huwelijk met hem.

Na het sterven van haar man in 2003 raakt Hazelzet overtuigd van de komst van Leopold, die in werkelijkheid al twintig jaar niet meer leeft. Ze bestelt een enorm buffet, maar haar bruidegom komt niet. De zwaar teleurgestelde vrouw belandt in een ernstige depressie en sluit zich op in huis. Achter op een rouwadvertentie van haar man schrijft ze aan Huub dat er geen contact met haar meer mogelijk is. In 2008 sterft ze in eenzaamheid.

Met de kleine expositie wil Het Dolhuys de aandacht vestigen op het „leven in de schaduw van een zieke.” Dat familieleden van psychiatrische patiënten meer dan eens een vergeten groep vormen, weet museumdirecteur Hans Looijen uit ervaring. Ook zijn moeder is manisch depressief, „al is mijn ervaring niet zo extreem als die van Huub.”

Looijen groeit op in een hervormd gezin in Drenthe. Hij is een jaar of tien als zijn moeder, begin jaren zeventig, een maand wordt opgenomen op de psychiatrische afdeling van een ziekenhuis. Een huishoudster neemt moeders plek in, maar de vier kinderen accepteren haar niet. „We waren heel lastig, werkten nergens aan mee. Dat lag niet aan haar. We wilden maar één ding, dat onze moeder terugkwam.”

De enige keer dat Looijen samen met zijn vader, een drukbezette hoofdonderwijzer op een plaatselijke school, zijn moeder bezoekt, spreken ze buiten het ziekenhuis af. „We hadden een leuke middag, reden met z’n drieën op een oude fiets met een los spatbord en maakten veel lol. Wat er precies aan de hand was, wist ik niet, en ik vroeg er ook niet naar.”

Later begrijpt Looijen dat zijn moeder haar kinderen wil beschermen tegen negatieve reacties. „Ze wist hoe er werd gesproken over anderen die psychisch ziek waren, ook in de kerk. Dat wilde ze ons niet aandoen. Ze stond altijd zo goed mogelijk voor ons klaar, maar kon soms niet meer doen dan eten koken en ervoor zorgen dat we nog een beetje schone kleren aan hadden. In moeilijke periodes had ze geen emotioneel leven.”

Op zijn dertiende hoort Looijen van zijn oudste zus dat moeder manisch depressief is. „Ik wist niet wat het was, maar dacht: Dat klinkt ernstig. Langzamerhand kreeg ik wel het idee dat mijn moeders gedrag soms een beetje gek was. Het woord gek mochten we thuis overigens absoluut niet gebruiken, daar lag een taboe op.”

Dat hij in zijn jeugd positieve aandacht en waardering heeft gemist, moet Looijen later een plek geven. Lange tijd spreekt hij er alleen in kleine kring over, zoals met zijn broer en zussen. Hij benadrukt dat hij zijn ouders, die beiden nog leven, op geen enkele wijze een verwijt wil maken. „De ziekte van mijn moeder is voor hen ook tragisch.”

De afgelopen maand geopende expositie ”De bruid van Leopold” vormt voor Looijen de aanleiding om voor het eerst met zijn verhaal naar buiten te treden, in het besef dat velen in stilte lijden onder de psychiatrische ziekte van een familielid. Wat raakt hem het meest in het verhaal van Hazelzet? „De beklemming van iemand die zo in haar eigen wereld zat en bijvoorbeeld stoelen liet overtrekken omdat die mee moesten naar het paleis van een allang overleden koning. Die manie, of misschien was het wel een psychose, vloog me echt naar de keel.”

In de expositieruimte kunnen bezoekers hun eigen ervaringen in een schrift kwijt. Iemand schreef: „Mijn vader was zeven jaar depressief en verborg zich in zijn werk. Hij zag zichzelf niet en zag ons ook niet.” En een ander: „’t Vergt héél veel geduld, en dat heb ik niet altijd.” Dergelijke reacties raken Looijen.

Hij benadrukt dat er meer aandacht voor familieleden moet komen, ook bij hulpverleners. Een paar jaar geleden bezocht hij met zijn vader de geriater-psychiater die z’n moeder behandelde. „M’n vader wist niet wat hij met de situatie aan moest, was bang dat m’n moeder zichzelf iets zou aandoen, maar we werden gewoon afgescheept. Onbegrijpelijk dat die hulpverlener zich blijkbaar niet afvroeg: Wat betekent deze ziekte voor de man van mijn patiënt, kan híj het wel aan?”

De tentoonstelling ”De bruid van Leopold. Leven in de schaduw van een ziekte” is tot en met 21 januari te zien in Museum Het Dolhuys in Haarlem.
www.hetdolhuys.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer