Jager Siebert: Ganzenjacht pure noodzaak
Menig thuiskok bladert dezer dagen door z’n kookboeken, op zoek naar een goed kerstrecept. De almaar groeiende ganzenpopulatie in Nederland geeft hierbij wellicht een paar extra opties. Nog nooit telde ons land zo veel ganzen. Op pad door de Noord-Hollandse jachtvelden met rasjager Chris Siebert. „’t Is veel lopen, luisteren, kijken en af toe schieten.”
Siebert (67) is een buitenmens, vissen en jagen zit ’m in het bloed. „Het zijn de oerdriften van een mens, nietwaar?” De geboren Genemuidenaar heeft er zin in vandaag. „Maar we moeten opschieten, want er is storm op komst.”
Siebert stuurt z’n Land Rover over de smalle buitenweggetjes van Broek op Langendijk, Oudkarspel en Barsingerhorn. Achterin liggen een dubbelloops hagelgeweer, een pak patronen en een regenbroek. De eerste stop is bij Arjan van der Laan. „Een maat van me. Samen met drie anderen houden we 300 bunder in de gaten.”
Behalve op hazen, vossen, eenden en duiven richten de vijf zich vooral op ganzen. Want waar een voorbijtrekkend koppel ganzen een paar decennia geleden nog een bezienswaardigheid was in Nederland, kan menig boer vandaag de dag geen gans meer zien. Met duizenden tegelijk eten, trappen en poepen ze op kostbare landbouwgrond. En tot overmaat van ramp planten ganzen zich voort als konijnen.
„Een gans brengt gemiddeld tien jongen groot. Dan weet je ’t wel”, zegt Siebert. Een paar jaar geleden was de populatie volgens de jagers nog wel te behappen, maar nu er zo’n 400.000 ganzen in Nederland verblijven, is het „dweilen met de kraan open. Als het zo doorgaat hebben we er over een paar jaar een miljoen.”
Terwijl Siebert z’n wagen verder het land inrijdt, wijst hij op de omgeploegde velden. „Dat was een tarweveld. Nu is er niets meer van over. En hier stonden piepers, idem dito. Als een boer nieuw gras inzaait, zijn de ganzen er als de kippen bij. Hebben ze het land eenmaal verpest, dan eten de koeien het gras niet meer.”
Van der Laan (46) verwacht vandaag overigens niet veel ganzen. „Er is hier niet zo heel veel meer te halen. Dezer dagen maken ze de Wieringermeer onveilig, met duizenden tegelijk.”
Windkracht 8
De weidse velden geven de aanrukkende westerstorm alle ruimte vandaag. „Windkracht 8”, schat Siebert. Jachthond Villàm, de Hongaarse vizsla van Van der Laan, kan z’n geluk niet op.
Ondanks de stormachtige wind signaleert het beest allerlei sporen. Maar een uur lang is er weinig te zien. Dan lijkt er toch werk aan de winkel. Tientallen smienten hebben in een sloot de luwte opgezocht. Uit het zicht van de kleine eenden schuifelen de jagers langzaam dichterbij. Maar smienten zijn slim, zegt Siebert. En dat blijkt. Algauw krijgen de eenden de twee in de gaten en weg zijn ze.
Ganzen laten zich vandaag maar amper zien. Maar dat geeft ruimte om te praten. Het probleem met de ganzen is volgens Siebert en Van der Laan dat het zachter wordende klimaat in Nederland de vogels niet langer noopt naar warmere oorden te verkassen. „Ze strijken allemaal in ons kikkerlandje neer.”
Volgens de jagers is er maar één remedie. „Openstellen die jacht, in alle provincies. Nu mogen we in Noord-Holland na twaalf uur al geen gans meer schieten. En zo’n beest weet dat. Om kwart over twaalf zit-ie het boerenland kaal te eten.”
Op Schiphol is de problematiek niet alleen vervelend en kostbaar, maar vooral gevaarlijk. Een gans in de motor kan een vliegtuig in grote problemen brengen. Staatssecretaris Bleker van Landbouw wil ganzen uit veiligheidsoogpunt daarom massaal laten vergassen.
„Vanuit de jacht werd jaren geleden al geopperd om meer ruimte te geven aan de ganzenjacht. Daar werd destijds niet naar geluisterd, en nu komen de noodmaatregelen. In Nederland moet ’t altijd een keer goed fout gaan voordat er wat gebeurt.”
Eigen pot
Siebert en Van der Laan schieten voornamelijk voor de eigen pot, zoals dat heet. „De poelier geeft een euro voor een gans. Dus daar hoef je het niet voor te doen. Bovendien, een lekker stukje ganzenvlees is niet te versmaden. Laten sudderen in het ganzenvet. Lekker, joh!” Siebert begint er bijna van te stralen.
Vandaag nemen de jagers genoegen met een haas. Drie andere ontspringen de dans, maar voor een jonge haas is er geen ontkomen aan. Het schot klinkt hard, maar sterft snel weg in het lege, vlakke landschap. In volle vaart geraakt, vliegt het beest over de kop. Het spartelt nog wat in de bek van Villàm, maar na een harde tik achter de oren is de haas niet meer.
Een kleine dertig hazen gingen het slachtoffer van vandaag voor dit jaar. „We vinden het nu weer genoeg. De hazenstand is al jaren gelijk op ons terrein. Dan doe je het goed, hè. Je moet ze ook niet allemaal willen doodschieten”, zegt Siebert. „Dat is onze taak niet.”
Toen het vorig jaar flink sneeuwde, zette de jager elke week een paar kisten winterwortels neer op het land. Een dag later waren ze alweer leeg. „Zo houd je die populatie in stand. En daar doen we het met z’n allen voor.”
Sieberts recept voor ganzenborst
Ingrediënten
ganzenborst
ganzenvet
peper
zeezout
Laat de ganzenborst op kamertemperatuur komen. Kruid het vlees ruim met peper en zeezout uit de molen. Schroei het vlees in ganzenvet twee keer twee minuten aan beide zijden dicht, totdat het een mooie bruine kleur heeft. Wie geen ganzenvet tot zijn beschikking heeft, kan de borst braden in olijfolie met een klontje boter.
Zet de ganzenborst vervolgens in een op 180 graden voorverwarmde oven tot dat de kern een temperatuur van 60 graden heeft bereikt. Afhankelijk van de grootte van de borst, duurt dit 13 tot 16 minuten.
Laat de ganzenborst 10 minuten rusten in aluminiumfolie en serveer hem vervolgens in mooie tranches uit op voorverwarmde borden.