Bloedbad door aanslagen in verdeeld Irak
BAGDAD (ANP/AFP/RTR) – Circa 60 mensen zijn donderdag om het leven gekomen door een reeks aanslagen in de Iraakse hoofdstad Bagdad. Ongeveer 180 mensen raakten gewond. Dat hebben de autoriteiten laten weten.
Het zijn de dodelijkste aanslagen van de afgelopen vier maanden in Irak. De terreuracties komen een paar dagen na het vertrek van de laatste Amerikaanse militairen. Ook komen ze op een moment dat het Arabische land in een ernstige politieke crisis verkeert. De spanningen tussen sjiieten en soennieten in het kabinet van de sjiitische premier Nuri al-Maliki lopen steeds verder op.
De vermoedelijk gecoördineerde aanslagen werden gepleegd in verschillende wijken van Bagdad. In onder meer het zuidwestelijke district Amil gebruikten de daders bermbommen. Een aanslag in het centrale district Karrada was het werk van een zelfmoordenaar met een autobom.
Een militaire woordvoerder zei dat de aanslagen niet tegen de veiligheidsdiensten waren gericht. Hij zei dat scholen en arbeiders onder de doelwitten waren. De verantwoordelijkheid voor de terreurdaden is niet opgeëist.
Irak verkeert in een politieke crisis die steeds ernstiger wordt. Deze week is een arrestatiebevel uitgevaardigd tegen de soennitische vicepresident Tareq al-Hashemi. Hij zou een doodseskader hebben geleid. Hashemi spreekt de beschuldigingen tegen. Hij is naar de autonome Koerdische regio in Noord-Irak gevlucht.
Verder is er een conflict tussen premier Maliki en de ministers van het door soennieten gesteunde blok Iraqiya. De ministers van Iraqiya zeggen dat ze steeds minder invloed krijgen in de regering. Daarom boycotten ze kabinetsvergaderingen. Maliki zei woensdag dat hij de ministers gaat vervangen als ze niet stoppen met hun boycot.