Het kabinet moet hierover daarom voor donderdagmiddag in een brief meer informatie geven, zodat de Kamer het debat kan voortzetten en een standpunt kan innemen. Nederland wil de komende 2 jaar maximaal 30 mensen, onder wie 15 marechaussees en 4 civiele politiemedewerkers, aan de missie bijdragen om de politie ter plaatse bij te staan en te trainen.

Wat de militairen precies gaan doen, kon minister Hans Hillen van Defensie echter niet aangeven. Het algemene doel is „het versterken van de politie en de rechtstatelijkheid.” De Nederlanders zullen vooral moeten improviseren om te kijken hoe ze de politie in Zuid-Sudan kunnen helpen. De Nederlanders zijn onbewapend, zoals is afgesproken met de VN. Buitenlandse militairen moeten hen beschermen. Elke dag zal worden bekeken of het veilig genoeg is om de poort uit te gaan, aldus de minister.

Volgens Hillen en zijn collega Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken is de missie belangrijk voor de stabiliteit van Zuid-Sudan, dat op 9 juli een onafhankelijk land werd na een lange burgeroorlog waardoor 2 miljoen doden vielen. Hoewel de situatie in de afgelopen maanden onveiliger is geworden, is die nog steeds verantwoord om de Nederlanders naar het land te sturen, zei Hillen. Sommige Kamerleden zijn daar nog niet van overtuigd. Ze willen onder meer weten wat de Nederlanders precies gaan doen, op welke plaatsen en of er voldoende mogelijkheden zijn om hen indien nodig snel te evacueren.

Regeringspartij CDA wil dat Nederlands ontwikkelingsgeld wordt gebruikt om een gevangenis te bouwen in Zuid-Sudan. Staatssecretaris Ben Knapen (Ontwikkelingssamenwerking) neemt die suggestie mee in het overleg met de Europese Unie.