Binnenland

Melkrijder uit Rumpt deelde in lief en leed

SCHOONREWOERD – „Dus je stopt ermee? Man, van wie moeten wij dan onze nieuwtjes horen?” Vader en zoon Vermaat in Leerbroek schudden Gerard van Kranenburg de hand. Op oudejaarsdag rijdt de melkrijder uit Rumpt zijn laatste rondje.

André Bijl
21 December 2011 10:43Gewijzigd op 14 November 2020 18:19
Melkrijder Van Kranenburg rijdt op oudejaarsdag zijn laatste ronde door de Vijfheerenlanden. Foto André Bijl
Melkrijder Van Kranenburg rijdt op oudejaarsdag zijn laatste ronde door de Vijfheerenlanden. Foto André Bijl

Moeiteloos stuurt Van Kranenburg (65) zijn melkwagen over de polderweggetjes van de Vijfheerenlanden. Het giet van de regen, maar dat deert hem niet. „Eerst gaan we 3500 liter melk ophalen in Overheicop.”

Geroutineerd verricht hij zijn handelingen. De melk wordt bemonsterd, de slang aan de tank gekoppeld; Kranenburg noteert het aantal liters en programmeert de computer van de melktank. Boer Boet geeft Van Kranenburg de hand. „Misschien wel voor de laatste keer.”

De boerin neemt hem mee naar de stal en toont Van Kranenburg de koeien. „Kijk eens naar die rugborstel. Daar genieten de beesten van. Ik moet bij die borstel altijd aan Absalom denken.”

Kranenburg is bezig met zijn afscheidstournee. Een rekensommetje leert dat hij in 45 jaar tijd zo’n 1,3 miljard liter melk heeft vervoerd. In de topjaren haalde hij bijna 60 miljoen liter per jaar op; de laatste tijd bleef hij steken op 22 miljoen. „Gemiddeld bezoek ik 25 boeren per dag; pakweg vijf, zes per rit. Dan zit de tank vol. Er kan op de kop af 17.500 liter melk in. Ooit was ik de grootste; nu een van de kleinste.”

Het tweede rondje van de dag zit er op. Van Kranenburg nadert de melkfabriek aan de Steenovenweg in Schoonrewoerd. De melk wordt gelost, de wagen schoon gespoten voordat de volgende rit begint. „Hygiëne is belangrijk.” Inmiddels blijkt uit de test dat er geen penicilline in de melk zit. „Gelukkig niet. Anders wordt de melk vernietigd. Een enorme strop voor de boer die het treft. Zeker als hij niet verzekerd is.”

Onderweg komen de verhalen. „Je maakt als melkrijder van alles mee. Op een nacht waren er zestig koeien losgebroken. Samen met de boer heb ik ze teruggedreven. Een paar dagen later stond er een fles jenever in de wagen. En een doos bonbons voor de vrouw.

Ik ben ook een keer vreselijk te grazen genomen door een bouvier. Die beet me van achteren. Het bloed liep eruit. De boel schoongemaakt en afgeplakt. Vroeg de boerin even later hoe het zat. Nou het zat niet. Wat deed dat pijn.”

De melkrijder deelde in lief en leed. „Ik maakte geboortes en sterfgevallen van nabij mee. Als mensen in de problemen zaten, hoorde ik verhalen die ik net zo lief niet wilde weten.”

Van Kranenburg voelde zich thuis onder de boeren. „Ik had mijn vaste koffieadresjes. Je deelde altijd mee: gebak als er iemand jarig was; een slaatje of soep als de boerin bezig was met koken, oliebollen tijdens oud en nieuw.”

Volgens de inwoner van Rumpt is het melkrijden de laatste jaren veranderd. „Komt door de computers. De mensen zijn zakelijker geworden. Vroeger kon je de boeren verrassen met wat hun melk had opgebracht; tegenwoordig weten ze tot op de liter wat ze geleverd hebben en wat het opgebracht heeft.”

Bij de familie Vermaat staat de koffie klaar. De koeken komen op tafel. Vader en zoon zijn benieuwd of Gerard na de jaarwisseling echt stopt. Niet met het bezoeken van boeren. En een „beetje handelen” blijft hij ook wel. „Bemiddelen over melkquota. En ik lever ook wel eens een kistje mandarijnen of aardappels. Hoeven de boeren het erf niet af. Maar het werk zit er bijna op. De auto is verkocht, het is mooi geweest.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer