Laat kabinet snel knoop doorhakken over renteaftrek
De hypotheekrenteaftrek heeft zijn langste tijd gehad, zoveel is wel duidelijk. Het is zaak dat het kabinet snel knopen doorhakt, betoogt mr. C. G. Dijkstra.
In Nederland is het belastingsysteem zo ingericht dat betaalde (hypotheek)rente op een lening voor de eigen woning in mindering mag worden gebracht op het inkomen. Dit is in Europa inmiddels een vrij bijzonder systeem. Integrale hypotheekrenteaftrek komt niet meer voor. Het is dan ook niet voor niets dat de Europese Commissie zich onlangs kritisch heeft uitgelaten over ons systeem. Een integrale hypotheekrenteaftrek leidt namelijk onder meer tot hogere huizenprijzen en een onevenredig hoge (hypotheek)schuld per Nederlander.
Behalve de internationale kritiek op ons systeem is ook binnenslands al menigmaal aangegeven dat het systeem niet klopt. Bij de invoering van de Wet inkomstenbelasting 2001 is aangegeven dat systeemtechnisch de eigen woning in box 3 thuis hoort. Daarmee zou de aftrek van de rente ten laste van inkomen uit arbeid of onderneming direct ten einde zijn. Zowel rond de invoering van de Wet inkomstenbelasting 2001 als in de jaren daarna heeft geen enkel kabinet deze stap echter willen zetten, noch zelfs stappen in die richting willen ondernemen.
Een abrupte afschaffing van de hypotheekrenteaftrek zou onwenselijke koopkrachteffecten met zich meebrengen. Veel huishoudens kunnen in de financiële problemen komen, terwijl de huizenprijzen (verder) zullen dalen. Afschaffing van de hypotheekrenteaftrek dient daarom gepaard te gaan met een integrale herziening van het belastingsysteem.
Niet voor niets pleit de Rotterdamse emeritus hoogleraar en SER-kroonlid prof. dr. Leo Stevens al jarenlang voor een systeem van vlaktaks, waarbij aftrekposten komen te vervallen maar het belastingtarief ergens rond de 30-35 procent komt te liggen.
Ook de SGP-fractie heeft bij de recente kamerbehandeling van het Belastingplan 2012 aandacht gevraagd voor een onderzoek naar een sociaal vlaktaksmodel. Dit mede in het kader van de koopkrachtverschillen die optreden tussen alleenverdieners en tweeverdieners. De Tweede Kamer heeft inmiddels ingestemd met een motie waarin ervoor werd gepleit een commissie in te stellen die onderzoek doet naar de herziening van het belastingstelsel.
Wordt nu eindelijk het probleem van de hypotheekrenteaftrek opgelost? Voorlopig ziet het daar nog niet naar uit. Allereerst is er het fnuikende van ons poldermodel. Daardoor worden duidelijke keuzes uit de weg gegaan. Hierdoor is ons (belasting)systeem zo ingewikkeld geworden. Voor iedere actiegroep is er een eigen aftrekpost of regeling.
Anderzijds leidt ook de huidige politieke constellatie ertoe dat maatregelen op het punt van de hypotheekrenteaftrek onvermijdelijk tot politieke problemen of afrekeningen leiden. Immers, ook de kiezer denkt alleen in zijn of haar eigen kortetermijnbelang.
Betekent dit dat de trotse eigenwoningbezitters, met bijbehorende schuldenlast waarop ze mogelijk wat minder trots zijn, achterover kunnen leunen? Dat is zeker niet het geval. Immers, de hypotheekrenteaftrek zal niet ongewijzigd gehandhaafd blijven. Daarnaast is het in het huidige systeem al zo dat na dertig jaar de hypotheekrenteaftrek eindigt. En wat dan te doen met de niet-aftrekbare rente op de aflossingsvrije hypotheek?
Het is daarom van belang om, voor zover mogelijk, alvast een bedrag te reserveren voor aflossing. De hypotheekschuld in stand laten, geen tegoed sparen voor eventuele aflossing en maar doorgaan met consumeren is geen verstandige combinatie.
Vervelend is echter dat het fiscaal gezien op dit moment over het algemeen onverstandig is om daadwerkelijk tot aflossing van de hypotheek over te gaan. Ik wil het kabinet dan ook oproepen om op korte termijn een regeling in het leven te roepen die aflossen stimuleert. Deze is er al bij (bijna) volledige aflossing, omdat dan feitelijk het eigenwoningforfait niet meer hoeft te worden bijgeteld. Maar verder wordt aflossing ontmoedigd.
Een eenmalige heffingskorting van bijvoorbeeld 2 procent van het in dat jaar afgeloste bedrag zal zeker resultaat hebben. Bijkomend voordeel is dat het draagvlak om de hypotheekrenteaftrek af te schaffen, zal toenemen. Het belang van de renteaftrek neemt immers af als burgers een lagere of geen hypotheek hebben.
De afschaffing van de hypotheekrenteaftrek komt eraan. De vraag is alleen wanneer. Het is zaak dat het kabinet snel stappen neemt. Het is prima als we dat nieuwe stelsel, na een zorgvuldige parlementaire behandeling, bijvoorbeeld pas in 2015 of 2020 laten ingaan, maar maak keuzes en hak een knoop door. Er is nu lang genoeg gepolderd.
In de tussentijd is de door mij genoemde stimuleringsregeling voor aflossing van groot belang. Immers, op die manier kunnen we ervoor zorgen dat de gewenste gedragsverandering op dit punt wordt gestimuleerd.
De auteur is partner bij Visser & Visser Belastingadviseurs in Barneveld en verbonden aan de Radboud Universiteit te Nijmegen.